Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Daddy, save my heart voor the one I love [Twincest not-related] » Hoofdstuk 7
Daddy, save my heart voor the one I love [Twincest not-related]
Hoofdstuk 7
Bill
Snel trek ik een coltrui uit mijn kast en trek hem over mijn hoofd. Het is een zwarte en niet bepaald charmant maar ik moet zoveel mogelijk mijn blauwe plekken kunnen beschermen. Ik heb namelijk geen zin in nieuwsgierige ogen op school.
Nadat ik mijn ogen heb opgemaakt, ik mijn haar heb gedaan en sieraden om heb gedaan, loop ik naar beneden. Ik zie dat papa en Dinand al weg zijn. Ik glimlach tevreden. Papa kan best goed zorgen voor dat jongetje.
Snel pak ik mijn tas in en ga ik op mijn fiets zitten. Ik zie Andreas al om de hoek komen. Ik glimlach gevleid en stap al op mijn fiets.
Hoe dichter hij bij mij komt, hoe beter ik zie dat hij mij bezorgd aan kijkt.
Ik probeer overtuigend te glimlachen, maar ik zie al hoe hij van zijn fiets afstapt. Bezorgd kijkt hij me aan.
‘Hey,’ mompel ik en ik probeer naar beneden te kijken zodat hij mijn blauwe plekken niet ziet. Andreas is iemand waarbij alles hem opvalt. Een jaar geleden is hij er achter gekomen dat papa mij thuis slaat. Ik was verdrietig, afwezig en ik schrok wel eens wanneer Andreas plotseling spastisch bewoog of een opmerking plaatste die er niet helemaal lekker uit kwam.
Andreas neemt voorzichtig mijn hoofd tussen zijn twee handen en kijkt recht in mijn betraande ogen.
Mijn lip begint te trillen.
‘Heeft hij het weer gedaan?’ Hij neemt me rustig in zijn armen en wiegt me zachtjes heen en weer.
‘Hij was zo boos,’ fluister ik. De tranen druppelen over mijn wangen heen. Ze doen pijn door de kou.
‘Kom, wij gaan niet naar school. We melden ons ziek.’ Geschrokken kijk ik hem aan.
‘Ik laat jou zo niet naar school gaan, dat weet je best. Je bent kapot.’ Bezorgd drukt hij een kus op mijn wang.
‘Ik moet me niet zo aanstellen,’ snik ik. Hij schudt zijn hoofd.
‘Dat zegt jouw vader. Hoe gaat het? Je ziet er zo beroerd uit.’ Zacht glijden zijn vingers door mijn haren.
‘Kom, we kunnen naar jouw huis. Jouw vader gelooft alles wat we zeggen.’ Ik haal mijn schouders op en loop mijn huis terug in.
Ik zet mijn tas terug in de gang, gevolgd door Andreas. We lopen de woonkamer binnen. Ik zie nog een paar kleine vlekjes bloed op de vloer in de hoek liggen. Andreas heeft het ook gezien.
‘Ik pak wel even een doek.’
Wanneer Andreas het bloed aan het opruimen is, begin ik een schuldgevoel te krijgen. Pap doet het niet altijd verkeerd. Hij is ook wel eens lief voor mij.
‘André, pap is niet altijd slecht voor mij. Ik bedoel…’
‘Ik weet het.’ Andreas klinkt niet bepaald overtuigd. Tranen stromen alweer over mijn wangen. Wanneer hij opstaat, ziet hij mijn betraande gezicht.
‘Je bent helemaal kapot.’ Hij omhelst mij weer en sust me zachtjes.
‘Vind je het gek? Ik… Ik… Ik moet altijd voor Dinand zorgen, pap werkt nauwelijks mee… En…’
Andreas knikt en streelt weer opnieuw door mijn haren.
‘Ik ga eventjes naar de keuken en dan bel jij even naar school dat we ziek zijn. We gaan gewoon twee keer bellen. Één keer met mijn mobiel, doe ik even mijn vader na en één keer jij, jouw vader.’ Ik knik.
‘Weet je het zeker?’ Hij knikt. Ik pak onze huistelefoon en bel school.
Zenuwachtig bijt ik op mijn nagels, waar de nagellak al vanaf slijt.
De school neemt op. Met een trillerige stem maak ik mijn stem wat lager en vertel dat ik zogenaamd ziek in bed lig. Andreas is ondertussen naar de keuken gelopen om naar school te bellen.
Geslaagd hang ik op.
Een paar minuten later komt Andreas weer binnen met een grijns op zijn gezicht.
‘Zo, nu ga jij eens vertellen hoe het met jou gaat.’ Op zoek naar bescherming kruip ik tegen Andreas aan.
‘Ik heb veel hoofdpijn en ben een beetje duizelig. Mijn spieren in mijn buik doen ook pijn.’ Andreas kreunt medelevend en sluit me dichter tegen zich aan.
‘Wat is er gister gebeurd?’
‘Ik zei dat hij weer boodschappen moest gaan doen, geloof ik. Ik weet niet alles precies meer. Daarna werd hij helemaal boos en… en… Was het fout. Gelukkig heeft Dinand het niet gezien. Ik ben zo bang dat papa hem iets doet. Dan weet ik echt niet meer wat ik moet.’
Andreas knikt.
‘Je moet het iemand vertellen!’
‘Nee!’ Geschrokken deins ik bij hem weg.
‘Rustig, rustig maar. Ik bedoel alleen. Dit kan niet zo doorgaan. Helemaal niet als jij er onder lijdt en dat gebeurt. Misschien dat je het mijn moeder wilt vertellen. Ze is psycholoog, zoals je weet, en misschien lucht het je op.’
Ik schud mijn hoofd.
‘Papa is ook lief voor mij. Hij zit zelf gewoon met een probleem. Zolang hij maar niet aan Dinand komt, is het goed.’ Andreas haalt zijn schouders op. Ik weet dat hij het er niet mee eens is, maar wat moet ik anders?
Je ging dus toch verder!
Andreas heeft wel gelijk, Bill moet echt met iemand praten!
Snel verder?