Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Magisch geluk » 4
Magisch geluk
4
Bill voelt zich moe terwijl hij verward opzoek gaat naar het lokaal waar zijn nieuwe les zal beginnen. Zijn hoofd dreunt en de gesproken tekst van de man zweeft door zijn hoofd. Hij weet niet wat te doen, is hopeloos en radeloos. Alles door elkaar. Zijn gevoelens kan hij maar niet begrijpen.
Hoe moet hij zijn moeder redden? Hij kan niet weg, hij zou wel willen. Hij heeft hulp nodig, maar van wie? Wie moet hij vertellen wat hij meemaakt? En hoe gaat hij hier wegkomen, van dit eiland? De boot die hem naar huis brengt, vaart maar twee keer in het jaar. De heenreis en de terugreis.
“Bill!”¯
Snelle voetstappen achtervolgen Bill. Hij draait zich geschrokken om en ziet een man in het zwart hem achterna rennen. Zijn hand zwaait gevaarlijk wild in de lucht. De man draagt een soort jurk, het lijkt net een monnik.
“Het schoolhoofd wilt u spreken. Het is dringend, heeft de meester gezegd. Haast u!”¯ hijgt de man. Hij zet zijn handen in de rug van Bill en duwt hem voorzichtig vooruit. “Hup hup. De meester kan geen uren op u wachten.”¯
Bill begrijpt er niks van. Wat een plotselinge haast. En waarom precies mij? Vraagt Bill zich af.
Bill gehoorzaamt de gehaaste man en loopt met snelle voetstappen de trappen op naar boven. De standbeelden die in de gang staan hebben ogen, van ieder beeld waar Bill voorbij loopt, volgen de ogen hem.
Uit het niets komt een ijzeren steel met een gevaarlijk mes voor Bills gezicht hangen. Bill staat meteen stil en is verstijfd van angst. Zijn ogen zijn tien keer vergroot en hij volgt langzaam het gevaarte dat naar een standbeeld leidt.
Het standbeeld kijkt Bill met fijngeknepen ogen aan, zijn wenkbrauwen gefronst. De ogen van het standbeeld zijn zwarter dan zwart en zorgen voor een rilling over Bills ruggengraat.
“Het is verboden toegang voor leerlingen. Kun je soms niet lezen?”¯
Het standbeeld wijst naar een bordje een aantal meters terug, waarop met grote rode letters staat geschreven: verboden voor leerlingen.
“Maak je niet druk Ledwig, deze leerling is een uitzondering. Hij wordt binnen enkele seconden verwacht bij het schoolhoofd. We hebben dus haast. Nou, ksst ksst,”¯ gebaart de man, die nog steeds zijn handen op Bills schouders heeft liggen.
Het standbeeld knikt netjes en haalt zijn gevaarte voor Bills gezicht weg. Hij zucht opgelucht en loopt snel door, de kamer is al in zicht.
“Bill Kaulitz, mijn heer,”¯ zegt de man beleefd en maakt een diepe buiging voor het schoolhoofd, dat zich omdraait. Verbaasd kijkt Bill de man aan die hem hier heeft gebracht. Hij vindt het maar een raar figuur. De man draait zich om en baant zich weg uit de kamer.
“Zo Bill,”¯ zegt het schoolhoofd. Zijn korte, piekige haar en zijn grijze stoppelbaard maken hem een beetje onverzorgd, hoewel hij ontzettend aardig is.
“Is er iets wat je dwars zit en waar ik je mee kan helpen?”¯
Bill voelt het bloed naar zijn wangen stromen, betrapt. Zijn handen worden klam en de stem van de vreemde, duistere man weerklinkt door zijn hoofd en plots hoort hij en ijzige gil van een stem die hem bekend voorkomt; zijn moeder.
Bill schudt hevig zijn hoofd. Dit zijn dingen die alleen opgelost moet worden, zoals de man zei. Hij is de enige persoon die haar kan redden.
“Mocht je je nog bedenken, je bent welkom. Je weet mijn kamer te vinden.”¯
Dat is alles wat het schoolhoofd nog zegt voor hij zich weer omdraait en aan zijn bureau gaat zitten, druk schrijvende aan zijn papierwerk.
Bill draait zich snel om en loopt de kamer van het schoolhoofd uit. Met snelle, grote passen loopt hij de standbeelden voorbij, die hem alleen maar nakijken. Geen schrikbarende acties meer.
“Tom ik moet je spreken,”¯ zegt Bill resoluut zodra hij in zijn kamer aankomt. Hij pakt Tom bij zijn schouders beet en duwt hem op het bed.
“Luister goed..”¯
“Mijn moeder is in gevaar. Ik ben de enige die haar kan helpen, maar ik weet niet hoe ik hier weg moet. Jij lijkt me wel te vertrouwen en dus ben je de enige die míj kan helpen. Ik moet hier weg, naar mijn huis. Ik weet niet hoe en misschien jij wel,”¯ ratelt Bill aan één stuk door. Zijn handen bewegen wild heen en weer en zo probeert hij zijn woorden bij te staan.
Tom zucht eens en maakt een wild gebaar met zijn handen dat Bill zijn mond moet houden. Tom slaat zijn voeten over elkaar en leunt eens achterover.
“Hoe wil je het gaan doen?”¯ vraagt Tom wijs waarop Bill een verslagen kreet slaakt.
“Luister je wel! Ik zei dat ik geen idee heb!”¯
Bill slaat zijn handen voor zijn gezicht en begint zacht tot tien te tellen. Als hij boos of geïrriteerd raakt, komt hij nergens.
“Ik weet denk ik wel wat,”¯ grijnst Tom uit het niets.
ooh, ik ben benieuwd wat Tom heeft verzonnen!
Snel verder?