Hoofdcategorieėn
Home » Overige » Cursed Gift » ...
Cursed Gift
...
Teito kreunde zacht en schoot recht toen ze zich herinnerde wat er eerder was gebeurd. Haar mantel hing te drogen aan de haard en ze keek vlug om zich heen. Ze lag in een vrij simpele torenkamer, het was rond en knus ingericht. Waar ben ik? Ze wou recht staan, maar viel neer en bleef kreunend liggen. De grond was koud en ze probeerde te gaan zitten. Ik moet hier weg. Ze keek om zich heen en sperde haar ogen open toen ze voetstappen hoorde naderen. Ze kwam moeizaam maar snel overeind en keek uit het raam. Ze bevond zich hoog, maar het was niet onmogelijk om naar beneden te kunnen klimmen. Snel nam ze de plaats in zich om en ze keek naar het centrale midden plein, niemand bevond zich daar en ze opende het raam. Net op dat moment opende Fay mopperend de deur. “Kleuter!”¯ riep hij uit en hij rende op haar af, maar Teito sprong. Castor brulde het uit en ook Labra rende vlug naar de andere ramen. Geschokt keken ze naar de persoon, die zich naar beneden liet vallen en hard neerkwam. Ze rolde over haar schouder en duwde zich recht. Ze rende verder en keek naar de poort. Ze was er bijna, maar werd toen ruw naar achter getrokken. “En waar denk je dat je naartoe gaat?”¯ vroeg een kille stem aan haar oor. Ze draaide zich ruw om en keek naar Fay, die haar neerbuigend bekeek. “Laat me gaan.”¯ zei ze zacht en hij keek haar aan. “Waarom zouden we dat wel doen?”¯ vroeg Fay grijnzend en hij keek naar de woedende blik in de lichte blauwe ogen. “Houdt toch die bek van je.”¯ mompelde Castor en hij duwde Fay aan de kant. “je bent in het Huis van de vijf Geesten.”¯ ze trok haar wenkbrauw op en Labra glimlachte. “Laten we maar gewoon naar binnen gaan, hier is het koud en zo dadelijk gaat het regenen.”¯ Teito kneep haar ogen fijn en bleef staan. “Doe niet idioot.”¯ mompelde Fay en hij duwde haar naar voor, richting de grote, houten deur waar ze eerder doorheen waren gerend. Teito keek naar de grond, maar was zich bewust van de oude en jonge mannen, die doorheen de gangen liepen en hen verbaasd aankeken. “Wat is dit hier?”¯ vroeg ze aan Labra. Hij keek haar aan en zag de harde blik. “een verborgen kerk.”¯ Castor keek geschokt op. Fay zijn mond viel ook open en hij wou Labra onderbreken, maar die hield hen tegen en keek haar recht aan. “waarom is hij verborgen?”¯ haar stem was schor en Labra bekeek haar onderzoekend. Hij kon niets zien in haar blik. “Het militaire regime heeft ervoor gezorgd dat praktisch alle kerken verdwenen zijn.”¯ ze knikte en wende haar blik af, het leger vond dat de kerk hun gezag ondermijnde. Dat werd iedereen op de academie verteld, maar Teito wist dat ze iets zochten. Iets wat een kerk verborg en Ayaname wou het in zijn handen. “omdat...”¯ ze tilde haar hand op. “Ik ken de reden van het leger, ik wil alleen weten waarom deze kerk nog steeds bestaat.”¯ ze keek hem opnieuw recht aan. “Wat maakt deze kerk zo speciaal?”¯ Fay hield zijn mond en keek van Labra naar Teito en wreef door zijn haren. “omdat dit oude kasteel de vijf Geesten herbergt?”¯ haar blik was niet veranderd, maar de schorre stem klonk vragend. Castor glimlachte. “Wat ken je van de vijf Geesten?”¯ ze keek hem aan en glimlachte door de wijze blik achter de dunne en bijna onzichtbare bril. “niets.”¯ Fay snoof. “Waar ben je al die tijd geweest?”¯ ze keek hem niet aan, maar keek Labra en Castor aan. “overal en nergens.”¯ Fay snoof en greep de kettingen beet. “Overal en nergens?”¯ hij duwde haar naar achter. “Dit zijn boeien die Ayaname er zelf heeft opgezet!”¯ ze keek Fay recht aan en Labra slikte toen hij de woede voelde opkomen. “Je kent hem?”¯ vroeg Castor en Teito keek hem aan. “Hem kennen?”¯ ze begon te trillen en de duisternis nam opnieuw de overhand. Ze haalde sneller adem en Fay zag haar lippen bleek worden. “En of ik hem ken.”¯ haar stem klonk opeens zacht, vloeiend en niet meer schor. Castor keek haar aan en wou dichter op haar aflopen, maar ze hield hem tegen. “Jullie maken een zeer grote fout door mij hier binnen te laten.”¯ mompelde ze en ze draaide zich om. Met rechte rug liep ze de trappen op. “Laat hem.”¯ mompelde Labra, toen Fay achter haar aan wou rennen. “Hij zal in de kamer geraken.”¯ Castor keek hem niet begrijpend aan. “Hij is sterk.”¯ zei hij enkel, terwijl hij zich omdraaide en naar buiten liep. De regen viel zacht, terwijl hij naar de tuinen liep. Castor keek naar de hoge trappen en hoorde het geluid van de boeien, maar besloot Labra te volgen en ging naar zijn kamer toe. Fay bleef nog even staan, geen idee wat hij moest doen en liep toen vlug naar de hal met de moto's toe. Hij trok zijn lange zwarte jas uit en haalde diep adem. Hij rolde de mouwen op van zijn zwarte hemd en bukte zich neer om aan zijn moto te sleutelen.
Teito sleurde zich langzaam aan de kamer binnen en liet zich op het tapijt zakken. Ze haalde snel adem en probeerde te kalmeren. Ze controleerde haar ademhaling en voelde hoe kalmte en rust over haar neer zeeg. Ze trok het hemd over haar hoofd en zag hoe het als een vuile vond rond de kettingen ging hangen. Ze negeerde het en keek naar de rode verbanden. Ze moest niet opkijken om te weten dat er schone verbanden klaar lagen met daarnaast warm water. Ze stond op en nam deze, waarna ze zich vlug en vermoeid liet zakken. Ze wikkelde de verbanden af en keek verbaasd naar de kruiden die tegen haar wonde gedrukt waren. Ze glimlachte en wreef door haar ogen. Ze bekeek zonder emoties of ineen krimpen de wonden en verzorgde hen vlug. Ze wikkelde zich zo goed als het kon in en keek naar de ketting tussen de boeien. Die verhinderde haar om de kleren aan te trekken die al voor haar klaar gelegd waren. Ze keek naar de vieze kleren en doopte die in het al licht roze kleurende water en probeerde ze zo goed als het kon te wassen. Toen deze even in het water lagen te weken sloot ze haar ogen en probeerde haar helemaal leeg te maken, zodat ze de duisternis kon plaatsen. Ze kromp ineen toen ze de impact van de spreuk door kreeg. Ze opende haar ogen langzaam en voelde zich even duizelen. Ze keek naar haar kleren en haalde ze uit het water. Ze wandelde naar het raam en keek over heel het gebouw. Haar blik vestigde zich op de tuinen en ze zuchtte. Ze verstijfde toen er iemand kort klopte. “Wat moet je?”¯ vroeg ze zacht en Labra keek naar de deur, die gesloten bleef. “De bloemen vertelden me dat...”¯ hij zweeg. “Dat je dit kon gebruiken.”¯ de deur ging langzaam open en Labra ging naar achter door de geur van bloed die naar hem toe zweefde. Hij stak een aantal planten naar voor en ze nam hem verbaasd aan. “Deze heb ik inderdaad nodig.”¯ mompelde ze en hij keek op. Hij zag dat de kille blik in haar ogen zachter was geworden. De deur sloot zich opnieuw en ze keek naar de planten. “Eens kijken of jullie me kunnen helpen.”¯ mompelde ze en ze greep iets zwaar uit de kamer en begon ze te pletten. De geur was vreselijk en iemand met een gevoelige neus zou moeten braken. Ze sloot haar neus af en probeerde de misselijkmakende lucht te negeren. Ze keek naar de tafel, waar dat eerder ook eten was opgezet en keek naar het water. Ze gooide het goedje erin en roerde vlug. Ze keek ernaar, sloot haar ogen en dronk het allemaal op. Ze kromp ineen door de smaak en viel neer op de grond. Haar lichaam wou braken, maar ze liet het niet toe. Ze legde haar hand tegen haar mond en kreunde. Toen iets begon te branden. Ze krulde zich op de grond en probeerde kalm te blijven.
Labra, die in de tuinen zat, voelde aan de bloemen dat er iets niet goed zat. Ze waren gespannen en leken te luisteren of te wachten naar iets. Hij keek op toen Fay dichter liep. Het smeer op zijn handen gaf duidelijk weer wat hij gedaan had en Labra vroeg er niet achter. “Wat is er aan de hand?”¯ Labra keek hem verbaasd aan. “Wat?”¯ Labra schudde zijn hoofd. “Niets... waarom denk je dat er iets mis is?”¯ vroeg hij glimlachend en Fay keek hem enkel aan. “Denken dat er iets mis is?”¯ vroeg hij geschokt en hij snoof. “Weten dat er iets mis is!”¯ hij wees naar de toren en Labra sperde zijn ogen open toen hij de duistere kringen er rond voelde. “Duisternis.”¯ Fay knikte. “Pure duisternis.”¯ verklaarde hij. “Wie is die kleuter?”¯ Labra haalde zijn schouders op en keek naar de bloemen. Die reageerde niet, maar bleven even gespannen. “Geen idee.”¯ Fay keek hem aan. “Kunnen die bloemen je echt nooit eens iets zinnigs vertellen?”¯ geërgerd liep hij weg en Labra schudde zijn hoofd. Hij keek opnieuw naar de toren en zag hoe de duisternis langzaam verdween. Het leek op te zijn gegaan in de lucht. Teito lag rustig op de grond en ademde snel. Ze keek om zich heen en sprong recht toen ze iemand de trappen hoorde oprennen. Aan de snelheid en de agressie van de stap wist ze onmiddellijk dat het Fay was. Ze ging vlot en lenig recht staan en ging bij het raam zitten en deed alsof ze naar buiten keek, terwijl ze een boek in handen hield. Ze negeerde verbaasd het kloppen op de deur, maar stond woedend recht toen hij non-stop bleef kloppen en iedere keer een beetje luider. “Wat?”¯ Snauwde ze en ze deed de deur open. Fay keek haar aan en wist meteen dat er iets veranderd was, hij kon niet precies zeggen wat. “Wat heb je verdomme gedaan?”¯ vroeg hij met zijn neus toegeknepen. Ze greep de resten plant beet en duwde dat in zijn handen. “Thee gemaakt.”¯ zei ze ironisch en hij keek haar woedend aan, zijn blik ging naar het natte hemd en keek rond in de kamer. “Die boeien moeten eraf.”¯ mompelde hij en ze snoof. “Alsof ik dat nog niet wist.”¯ ze draaide zich om en smeet de deur toe. Ze leunde tegen de deur en hoorde hem vertrekken. Teito haalde langzaam adem en genoot ervan dat ze opnieuw voor de volle honderd procent van haar zintuigen gebruik kon maken. Ze liep rustig doorheen heel de kamer en liet zich opnieuw op haar knieën zakken. Ze legde haar handen op haar schoot en kalmeerde helemaal. Zacht begon ze een spreuk te prevelen en ze voelde hoe de bekende koude rilling over haar rug liep. Nadat ze gedaan het met prevelen, ging ze recht staan en bekeek zichzelf in de spiegel. Op het eerste gezicht was er niet veel verander, maar de wikkel rond haar borsten kon ze verwijderen en het hemd trok ze opnieuw uit. Ze had zichzelf opnieuw in een jongen veranderd. Het voelde vertrouwd en ze zuchtte. In de Wezen kolonie had ze de spreuk geleerd, zodat ze 'veiliger' was. Ze liet zich op bed vallen en keek naar het hoge plafond. Ze merkte zelfs niet dat ze in een rustige slaap viel.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.