Hoofdcategorieën
Home » Naruto » Destiny of Kenmei » 1. He's back
Destiny of Kenmei
1. He's back
‘En zo werp je dus een shuriken,’ legde Kibou uit. De vijf kinderen - allemaal negen of jonger - wilden het heel graag uitproberen. ‘Pas op, één voor één!’ lachte de vijftienjarige jongen. ‘Niemand wil namelijk een shuriken in zijn of haar oog krijgen, of wel soms?’ Hij liet de kinderen zich in een rij opstellen, waarna ze om de beurt een shuriken op een dummy mochten werpen. Omdat de kinderen pas net hadden geleerd hoe het moest, zorgde dit voor hilarische taferelen. Af en toe geraakte een ster binnen de buitenste cirkel, wat tot gejuich van iedereen leidde.
Een uur later blies Kibou de les af. ‘Genoeg, jongens! Het is alweer tijd!’ De kinderen renden weg om opgehaald te worden door hun ouders. Hierna ruimde Kibou de trainingsruimte op, om vervolgens naar zijn werkkamer te gaan om nieuwe medicijnen te maken.
Het was moeilijk om de enige shinobi van Kenmeikure te zijn. Kibou had er wel voor gezorgd dat er meer belangstelling was voor shinobi in Kenmeikure, maar hij was tegelijkertijd ook de enige die kinderen kon opleiden. Terwijl hij kruiden met elkaar vermengde en in kleine stukjes sneed, dacht hij met weemoed terug aan de tijd waarin er nog drie shinobi waren in zijn dorp. Shin, Kibou en Ai. Geloof, hoop en liefde. Nu was alleen de hoop nog over. Kibou hoopte nog elke dag dat Shin ooit terug zou komen en dat ze samen Ai zouden vinden. Deze was al twee jaar van de aardbodem verdwenen. Het enige wat Kibou wist, was dat zijn zus als missing-nin was opgegeven, wat betekende dat elke ninja die haar zag, meteen het recht had haar te doden. Kibou lachte schamper. Niet dat dat iemand zou lukken.
En Shin…die was ook twee jaar geleden verdwenen. De dag nadat dat fatale gevecht plaats had gevonden, waren Shin en Kibou opgenomen in het ziekenhuis. Toen Shin een week later geheeld was van zijn wonden, was hij onmiddellijk weggegaan om training te zoeken en sterker te worden. Hij had Kibou alleen achtergelaten, omdat er zo nog iemand was die het dorp kon bewaken. Opnieuw lachte Kibou schamper. Hij was nooit in staat geweest het dorp te bewaken. Daar was hij nooit sterk genoeg voor geweest.
Hij vermaalde de kruiden tot ze een papje vormden. Deze lengde hij aan met kokend water en liet het geheel een tijdje staan. Vervolgens liep Kibou naar het raam toe en staarde naar buiten. Het was een warme namiddag, middenin de zomer. Het was volstrekt niet eenzelfde dag als twee jaar geleden, toen het herfst was geweest en het had gestormd.
Kibou had in de afgelopen twee jaar hard getraind om een waardige ninja te worden. Het had allemaal afgehangen van zelfstudie, aangezien er niemand anders was om hem te trainen. Ai en Shin waren natuurtalenten geweest, die zichzelf in een mum van tijd moeilijke technieken hadden aangeleerd en na hun eerste Chuunin-examen Chuunin geworden waren. Na heel veel moeite en niet zonder de nodige verwondingen kreeg Kibou het voor elkaar om ook Chuunin te worden, alleen een jaar later, toen Ai en Shin alweer weg waren.
Om beter te worden, had Kibou zichzelf ook aangeleerd om medicijnen en medische jutsu te maken, gebruiken en toe te passen. In de twee jaren van eenzaamheid had hij een kleine school en apotheek opgestart, in de hoop om Kenmeikure een beetje op te doen bloeien. Voor een deel was dat gelukt, maar hij had nog een lange weg te gaan.
Toen hoorde hij geklop op de deur. Kibou fronste. Iedereen wist dat zijn apotheek en school nu gesloten waren. De openingstijden stonden zelfs op de voordeur. ‘Ik ben gesloten!’ riep hij, en hij ging verder met het bereiden van het medicijn. Toch klonk er weer geklop. Geïrriteerd besloot Kibou degene die voor de deur stond even flink de waarheid te zeggen. Met ferme passen liep hij naar de deur en deed hem open. Wat hij zag, had hij nooit verwacht.
Unmei Shin was teruggekomen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.