Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » xxs [4/4] » 1
xxs [4/4]
1
“De december, feestmaand. Een maand van gezelligheid maar ook een maand die voor wat extra stress zorgt.”¯
Het is midden winter en Priscilla kleedt zich dan ook dik aan. Een legging, beenwarmers, dikke gebreide sokken, een stevige spijkerbroek en laarzen tot mijn knieën. Een hemdje, T-shirt en dan een zwarte dikke trui met een leuke dikke sjaal erboven. Hier bovenop heeft ze ook nog haar dikke winterjas. Een witte muts zorgt ervoor dat de warmte niet ontsnapt via haar hoofd en de capuchon van haar jas er overheen. Haar handen zijn bedekt met bijpassende witte handschoenen en deze zijn weer ver weg gestopt in de zakken van haar jas.
Ze gooit de gelige tennisbal richting het bevroren meer, gevolgd door haar enthousiaste hond. Ze kan zo genieten van dit moment. Het geeft haar toch net iets meer gezelligheid dan ze al heeft. Dit zijn de momenten waarop ze zorgeloos kan nadenken en ze even niet aan haar ziekte denkt en de andere moeilijke problemen die haar dwarsbomen.
“Alex! Kom we gaan!”¯
De hond kijkt om met de tennisbal al in zijn mond. Zijn staart kwispelt wild en rent met een snelle spurt op me af. Ik klik hem vast aan de loop lijn en baan me een weg richting de woonwijk. Ik kan niet te lang wegblijven, mijn aanwezigheid is onmisbaar.
De sleutel draait twee keer rond in het slot en de deur opent zich met een hoorbare klik. Ik maak Alex los van de looplijn en trek mijn jas, muts en handschoenen uit. Alex wacht bij de deur die naar de woonkamer leidt. Hij zit op zijn achterpoten, zijn staart kwispelt een beetje en zijn tong hangt buiten zijn mond terwijl hij zacht hijgt.
“Ja kom maar, we gaan een lekker snoepje voor je pakken.”¯
Ik aai de hond over zijn hoofd en loop voor hem uit naar de keuken waar ik de bekende doos voor Alex tevoorschijn haal. Ik geef hem twee snoepjes en berg de doos weer op.
Ik wandel richting de woonkamer waar mijn vriend, Tom, zich bevindt. Hij kijkt somber naar buiten. Zijn rolstoel staat voor het raam en een fleecedeken houdt zijn benen warm. Van een afstandje kijk ik naar hem. Ik zie en voel zijn verdriet, een traan rolt over zijn wang. Zacht loop ik naar hem toe. Ik hurk naast hem neer terwijl mijn rechterarm op zijn schouders rust. Ik kus hem zacht op zijn wang.
“Wil je erover praten?”¯ fluister ik. Tom draait zijn hoofd en twee zielige, waterige ogen kijken me aan. Zijn bruine ogen twinkelen niet meer zo energiek als dat ze toentertijd deden. Ik streel hem zacht over zijn hoofd, waar alleen nog een paar verdwaalde baby haren zich laten zien. Zijn gezicht is dunner geworden en zijn huid is bleker door zijn verminderde weerstand.
“Ik wil dat je één ding voor me doet,”¯ fluistert Tom met een trilling in zijn stem. Een tweede traan glijdt over zijn wang en eindigt bij zijn kin. Ik knik kort en glimlach flauw. “Ik wil dat je beter wordt voordat ik er niet meer ben.”¯
Mijn ogen worden gevuld met extra traanvocht. Mijn onderlip trilt en Tom legt zijn bleke, koude hand op mijn bovenbeen. Zijn bruine ogen kijken me diep maar smekend aan.
“Het is de laatste wens die ik heb. Alsjeblieft, krijg controle over je anorexia.”¯
Het is moeilijk om het zo te horen, evenals mijn gedachten. Er is een tweestrijd in mijn hoofd. Ik zou zo graag een gevulde koek pakken en Tom laten zien dat ik het wel kan. Dat ik de controle over mijn gewicht kan krijgen en wel over meerdere dingen. Maar op dit moment is het enige waar ik controle over heb, mijn eetpatroon. Zelfs mijn gedachten lijken mij te kunnen overheersen. Het lijkt zo makkelijk; even mijn anorexia overwinnen voordat de kanker Tom overheerst. Maar het is sneller gezegd dan gedaan, helaas.
“Ik zal eraan werken Tom, maar ik kan je niks beloven.”¯ Ik sla mijn ogen neer terwijl Tom zacht over mijn wang streelt.
“Samen zullen we strijden.”¯
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.