Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » xxs [4/4] » 3

xxs [4/4]

1 mei 2011 - 20:06

1171

0

323



3

“Hoezo heb je met ondergewicht geen gevoel of schakel je emoties uit? Ik kan heus nog wel lachen en huilen. En ik voel die emoties wel degelijk!”¯


Een dagje dierentuin lijkt iedereen alles te doen vergeten. De tweelingbroer van Tom, Bill, is met ons meegekomen. Bill heeft het moeilijk met de ziekte van Tom te accepteren. Hij kan niet begrijpen hoe zijn tien minuten oudere broer zoiets heeft kunnen krijgen. Of zou je zo’n ziekte niet zomaar krijgen en zit het al in je genen sinds je geboorte? Misschien heeft zijn moeder het altijd als recessief gen bij zich gedragen en is het bij Tom een dominante gen.

Ik weet hoe Tom baalt over zijn ziekte, ik weet hoe hij er over denkt en dat hij het vreselijk vindt zijn controle over zijn lichaam te verliezen. Zijn gezondheid lijkt steeds verder achteruit te gaan, evenals bij mij. We zijn inmiddels al wat weken verder, de winter lijkt zijn sneeuw te hebben opgegeven en langzaam aan begint de lente zich door te dringen.

Kerst was ontzettend gezellig. Met de hele familie hebben we genoten als een gehele familie die misschien kerst 2010 voor het laatst samen zou vieren. Tom genoot met volle teugen en heeft met Oud en Nieuw zelfs vuurwerk afgestoken.

“Het is misschien de laatste keer, ik kan het beter in één keer goed vieren,”¯ had hij gezegd met een glas champagne. Hij drinkt niet, maar dit keer had hij er geen baat bij. Tom proostte met mij op een goed einde. Voor hem betekende dat dat zijn lijdensweg niet lang meer zou duren en mijn anorexia zou verdwijnen. De weken daarop leek het steeds slechter te gaan met Tom, zijn gezondheid verminderde, mede door zijn weerstand die alsmaar verslechterde. Ik vond het vreselijk om Tom zo achteruit te zien gaan en dat had geen goed effect op mijn ziekte. Ik ging erg achteruit, zo erg dat er een ziekenhuis opname plaats vond. Ik moest aan de sondevoeding voor een halve maand en vervolgens werd ik opgenomen in een kliniek voor anorexia patiënten.

Daar zit ik nog steeds. Ik moet nog een week, mijn gezondheid is met een steile ladder omhoog gekropen. Mede door Tom. Ik zag aan zijn gezicht hoe teleurgesteld hij was als hij op bezoek kwam. Ik wist dat ik hem had laten vallen en dat deed bij mij de knop omzetten. Ik moest veranderen. Ik wist dat ik Tom zijn wens in vervulling moest laten gaan voordat het over zou zijn. Ik wist dat snel zou gebeuren, Tom zijn gezondheid ging zo achteruit, dat de doktoren hem nog geen maand gaven. En daar schrok ik van!

Vandaar nog die week en dan mag ik weer naar huis. Omdat ik zo van Tom houd, kan ik het niet over mijn hart verkrijgen om niet aan zijn laatste wens te voldoen. Het is het laatste wat ik voor hem kí¡n doen. Mede dankzij mijn schuldgevoel dat ik vandaag samen met Bill en Tom in de dierentuin ben. Ik moet nog een week in de kliniek, maar vanwege de omstandigheden met Tom, mag ik vandaag een dag uit de kliniek. Maar niet zonder toezicht. Er is een begeleidster mee die erop let dat ik eet en dat ik op tijd eet. Ik vind het niet erg, ik ben allang blij dat ik zo’n kans heb gekregen. Deze mag ik niet missen, vooral omdat het misschien de laatste dag is waarbij Tom zich zo in de buitenlucht kan vertonen.

“Die aap is wel bijzonder hè,”¯ lacht Tom en wijst naar de aap die continue op zijn kop aan de touwen hangt en daarbij op zijn borst slaat. Het is meer een actie die een gorilla zou uitvoeren, maar deze aap voelt zich klaarblijkelijk als een chef. Ik lach terwijl ik toekijk hoe Tom zijn ogen dof staan. Hij probeert zich groot te houden, maar ik weet dat hij vermoeid is. De zuurstof slang die in zijn neus zit, irriteert hem mateloos. En ik weet dat hij hem al een aantal keren heeft losgerukt. Zelfs het kleine beetje haren wat hij nog op zijn hoofd had zitten, heeft hij afgeknipt waardoor hij helemaal kaal is. Hij kon het niet maar aan toen hij te horen kreeg dat hij nog een maand had. Bill kon hem niet meer geruststellen en ik baalde toen ik dat hoorde. Daardoor heb ik de lat voor mezelf erg hoog gelegd, ik moet en zou deze maand van mijn eetstoornis af zijn.

Ik weet dat het me niet helemaal zou lukken. Anorexia blijf je je hele leven bij je houden, maar door jezelf zo te stimuleren door goed te eten, lijk je die controle die ik graag wil hebben, op een goede manier te kunnen uiten. Ik hoop dan ook diep van binnen dat ik mijn anorexia voor altijd zou overmeesteren en niet meer terug val in mijn oude leefstijl.

“Kunnen we niet iets gaan eten? Ik heb honger,”¯ zegt Tom kortaf. Ik knik kort terwijl ik mijn ogen neersla. Tom is erg veranderd in een korte tijd. Sinds zijn gezondheid achteruit is gegaan, lijkt hij niet meer positief te kunnen denken. Hij moppert over vele dingen en heeft vaak last van driftbuien. Ik weet dat zijn gedrag invloed heeft op mijn ziekte, ik word verdrietig als ik zie hoe Tom moet pijnlijden, maar ik weet dat ik niets meer aan kan doen. Het is wachten tot het einde is gekomen.

“Eet smakelijk,”¯ glimlach ik flauw als iedereen zijn eten heeft. Bill, Tom en Anita (mijn begeleidster) hebben een patat terwijl ik vrede neem met mijn twee donkere boterhammen met kaas en ham. Het zijn kleine hapjes waar ik twee minuten lang op kauw. Ik kan het niet doorslikken, maar moet. Het is nog altijd moeilijk, hoever ik ook in mijn genezingsproces zit. Het zal iets zijn waar ik mijn hele leven over na zal blijven denken.

Het is stil, iedereen geniet van zijn of haar eten en kijkt naar de voorbijgangers. Af en toe zeggen ze eens wat, terwijl ik me totaal heb afgesloten van de wereld. Ik staar voor me uit naar de bosjes en denk goed na hoe vaak ik kauw. Hoe meer je kauwt, hoe beter je het verteert. Weer iets waarbij ik mijn levenslang zal nadenken, iets waarover ik de controle ní­et kan verliezen. En dat is wat ik graag heb, controle.

Het heeft me een kwartier gekost voordat mijn eten in mijn maag zit. Tom kijkt me glimlachend aan en knipoogt zodra ik hem in het vizier krijg. Hij is trots, ik weet het. Ik lach breed. Zo trots als Tom op mij is, zo trots ben ik op hem.

“Dat heb je goed gedaan. Ik ben trots op je,”¯ fluistert hij in mijn oor en drukt een kus op zijn mondhoek. Ik knik zacht en zoen hem vol op zijn mond. Ik hou van hem, zolang het nog kan.

“Ik hou van je Tom,”¯ verzucht ik en lach naar hem. Mijn liefde voor hem zal nooit over gaan en zal nooit meer worden afgenomen. Zelfs niet wanneer hij een engel is.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.