Hoofdcategorieën
Home » Twilight » (AFGEWERKT) Alles veranderde bij één woord, Cyn » Hoofdstuk 6; De blauwe en De brief
(AFGEWERKT) Alles veranderde bij één woord, Cyn
Hoofdstuk 6; De blauwe en De brief
Opeens kwamen alle kleuren langzaam terug. Ik hoorde mijn hart nog zachtjes kloppen, de pijn was weggegleden. Ik hapte naar adem. Dit was mijn laatste moment.
Ik moest denken aan de reis naar Volterra, de warme zon. Ondertussen begon mijn hart steeds zachter te kloppen en de kleuren vervaagde weer.
Dit werd mijn laatste adem...
Ik werd wakker, de kleuren kwamen weer terug. Ik hoorde mijn hart niet meer kloppen.
Is dit de hemel?, dacht ik. Maar ik lag nog steeds op dezelfde plaats, eigenlijk was ik gaan zitten. Ik stond op, maar ik stond veel sneller dan ik had verwacht.
Ik begon te lopen, maar ik was sneller dan ik had verwacht. Wat was er gebeurd.
Ik liep naar een raam toe en bekeek mezelf.
Ik zag een blank meisje, ze was heel wit. Ze had heel donkerbruin kleurend haar. Toen ging ik naar beneden met mijn ogen.
Ik schrok me dood, een paar fel blauwe ogen keken me aan. Ze hadden de kleur van de lucht, maar dan zonder wolken. Ik raakte verstrikt in mijn eigen blik. Was ik dit? Wie was ik?
Ik legde mijn hand op mijn borst, ik voelde niets kloppen. Was ik dood? Was ik een geest geworden?
Opeens kwam er een beeld voor mijn ogen. Ik zag Lizz staan sms’en, het beeld leek zo echt. Haar blonde korte haren vielen op haar schouders en ze had een bezorgde blik in haar ogen. Nick stond naast haar: ‘Ze is vast ziek, Lizz. Het komt wel goed’
Met wie moest het goed komen? Wat zag ik? Was ik aan het dagdromen? Lizz drukte ondertussen op verzenden.
Ik schrok uit mijn dagdroom door mijn sms toon. Ik had een smsje van Lizz:
‘Waar ben je? Ik ben ongerust. Ben je ziek ofzo? Sms ff terug. XLizz’
Wacht dat had ik Lizz zien sms’en. Wat is dit? Ik ben vast echt dood, een geest, een monster!
Ik kneep mezelf in mijn arm, maar dat deed geen pijn. Mijn arm was hartstikke hard. Wat was er aan de hand?
Ik liep naar mijn auto toe, ik rende eigenlijk, maar dat had ik niet door. Totdat ik alle huizen langs me zag vliegen. Sinds wanneer kon ik zo snel rennen?
Ik begon langzaam te lopen achter een stel tieners aan, ik moest hun tempo maar aanhouden.
Een lekkere geur kwam op me af. Ik voelde mijn buik knorren. Misschien moest ik eerst wat eten.
Tegelijkertijd kwam er een brandend gevoel in mijn keel op.
‘Val ze aan. Drink ze leeg. Je hebt bloed nodig, Cyn!’, schreeuwde een stemmetje in mijn hoofd.
‘Ik wil geen monster zijn! Gewoon een glaasje water kan ook’, zei ik terug.
De tieners keken verbaasd om, ze hadden niet door dat ik ze had gevolgd.
Misschien had ik het toch iets zachter moeten zeggen.
Dat zei mijn opa ook altijd: ‘Cyn je praat veel te hard. Bij jou moet ik mijn gehoorapparaat altijd zachter instellen’.
Maar zo hard praatte ik dit keer toch niet?
Ik kwam aan op de parkeerplaats en zag een patatkraam staan. De geur van frietjes lokte me erheen. Mijn maag begon weer te knorren. Ik moest wat eten.
‘Een bakje friet, alstublieft’
‘Komt eraan, meissie.’
Na een paar minuten was het klaar en liep ik naar mijn auto toe. Ik probeerde zo langzaam mogelijk te lopen, om niet op te vallen.
Maar mijn fel blauwe ogen trokken alle aandacht.
Ik stapte in mijn auto en begon de frietjes op te eten. Mijn rommelende maag verdween, maar het brandende gevoel bleef.
Ik ga echt geen bloed drinken, dacht ik.
Wacht, dacht ik dit echt? En die man bij de patatkraam kon me ook zien. Dan ben ik dus geen geest of spook. Een gelukkig gevoel bekroop me, maar opeens werd ik angstig.
Wat was ik dan.
Ik reed naar huis toe. Ik moest dit gaan google’en, misschien kon ik iets vinden.
Ik was veel sneller thuis dan op de heenreis.
Mijn ouders waren gelukkig niet thuis, die waren aan het werken. Als ik mijn moeder nu ook nog onder ogen moest komen, werd ik gek. Ze zou me zeker weten weer gaan slaan. Mijn vader zou toekijken, te bang om wat te doen.
Ik deed de deur open en zag dat er post op de mat lag.
‘Voor Cyn Vermeulen’, stond erop.
Ik opende het pakketje. Er zat een brief in en een ketting.
‘Lieve Cyn.
Niet bang zijn, je bent bijzonder.
Zoek de Cullens op, zij zullen je meer vertellen.
Draag tot die tijd dit amulet. Hij zal je beschermen.
Je vrienden uit Italië.’
Had ik vrienden in Italië. De enige keer dat ik daar was geweest was met werkweek en dat was in Volterra. Ik had toen helemaal niemand ontmoet.
En de Cullens opzoeken? Waarom zou ik, die mensen willen niemand in de buurt.
De ketting was wel heel mooi. Er stond een grote V op afgebeeld en op de achterkant stond mijn naam.
Ik deed hem om.
Ik besloot om nog even naar school te gaan en de lessen die ik ’s middags had nog te volgen.
Reacties:
Tja merk je vanzelf
Er zijn wel Twilight vampiers, maar wat is zij....
Omg...
Dit is super..!
Ik vind dat jij maar weer es heeeul snel verder moet!
Maar wat voor vampier is zij? (:
Blijkbaar is ze geen vampier zoals die in Twilight voorkomen?
Met rode ogen, onnoemlijk veel dorst, en niet in staat zijn om menseneten te kunnen eten?
xkus
mooi (L)