Hoofdcategorieën
Home » Twilight » (AFGEWERKT) Alles veranderde bij één woord, Cyn » Hoofdstuk 16; Het ziekenhuis.
(AFGEWERKT) Alles veranderde bij één woord, Cyn
Hoofdstuk 16; Het ziekenhuis.
Na een tijdje kalmeerde ik. Ik lag nog heerlijk met mijn hoofd op zijn borst. Wat rook hij toch lekker! Geen lekkere geur om op te drinken, maar een geur om van te houden.
Ik begon hem het hele verhaal te vertellen. Hij was er even stil van.
Opeens ging mijn mobiel. Ik pakte hem en keek wie er belde, Carlisle.
Ik nam op en zag Carlisle bellen.
‘Cyn, je vader leeft nog.’
‘Maar, ik hoorde geen hartslag!’
‘Je was vast teveel in paniek, want hij leeft. Hij heeft veel bloed verloren en volgens Alice wordt hij wakker over een half uur.’
Ik hoorde Alice op de achtergrond nog zeggen: ’29 minuten! Zeg het nou één keer goed.’
Ik moest erom lachen.
‘Ik, ik kom eraan. Ik neem ook een vriend mee, die ook erg geschrokken is. Ik weet zeker dat jullie me dan voor altijd zullen haten, maar eens moeten jullie het weten.’
‘Cyn, waar heb je het over? Waarom zullen we je haten?’
Ik gaf geen antwoord, maar hing op. Ik kon alles wel vertellen, maar ze moesten het met eigen ogen zien.
‘Wil je met me mee naar het ziekenhuis?’
Hij knikte. We liepen samen naar zijn auto toe, hij reed.
Op de weg naar het ziekenhuis waren we heel stil. Ik was bang dat iedereen me nu nog meer zal haten. Alhoewel Esmé zei dat niemand me haatte.
Al snel kwamen bij de parkeerplaats aan van het ziekenhuis. Nick parkeerde de auto en samen liepen we naar de ingang. We liepen gelijk door naar de balie.
‘Kunt u mij vertellen waar Johan Vermeulen ligt?’, vroeg ik de receptioniste.
‘Verdieping 2, kamer 23.’
Drieëntwintig, ons geluksgetal, nu moest het wel goed komen!
We namen de lift naar de tweede verdieping en begonnen te zoeken naar nummer 23.
Nick en ik waren beide stil.
‘Hier is het’, verbrak hij de stilte.
Ik knikte en deed de deur open.
Ik pakte zijn hand nog even steviger vast, niets mocht ons meer scheiden. Als hij dood gaat, wil ik ook dood. Ik wil niet leven zonder hem.
Ik keek naar het bed wat in de kamer stond. Carlisle stond in de kleine kamer, met Edward en Alice.
Ik zag ze om kijken, Edward had vast al mijn gedachten gehoord.
Nick en ik liepen samen naar het bed. Mijn vader zag er zo kwetsbaar uit. Zijn gezicht was wit en hij had een infuus in zijn arm zitten.
Ik begon te huilen. De tranen vloeiden over mijn wangen. Nick pakte me steviger vast en begon me te troosten. Zijn lichaam was heerlijk warm en ik zag Alice’ gezicht verbaasd kijken. Ze had volgens mij opeens door waarom ze mijn toekomst niet meer zag. Ze was bang dat ik zelfmoord ging plegen, maar ik ging gewoon met een wolf om.
We stopten met knuffelen, ik hield van hem en hij van mij. Niemand kon ons scheiden.
Mijn vader opende zijn ogen. ‘Waar ben ik?’
‘Papa! Je bent in het ziekenhuis.’
‘Cyn, doe eens wat rustiger. Je vader zal wel moe zijn.’, zei Carlisle.
Sorry.., dacht ik.
Ik probeerde hun gezichte te pijlen, ik moest weten wat ze van mijn relatiekeuze vonden.
‘Een hond? Wel grappig, maar ik zie die meestal als een huisdier.’
‘Shut up’, siste ik zachtjes.
Ik ging verder in mijn gedachten. Ik hou van hem, Edward. Snap dat nou! Jij houdt toch ook van Bella, terwijl dat moeilijk is. Nou dit is net zo iets!
Hij knikte. Hij snapte me, hoop ik.
Volgens Carlisle kwam alles goed met mijn vader. Hij mocht over een paar weken naar huis.
We gingen naar huis. Ik wilde dat de rest het ook wist van Nick en mij.
Op de terugweg lag ik met mijn hoofd op zijn borst. We zaten achterin de auto samen met Alice.
Mmm, ik had me nog nooit zo verliefd gevoeld. Ik hoorde Edward voorin kuchen.
Je kan ook uit mijn hoofd blijven, schreeuwde ik hem toe in mijn gedachten.
‘Dat is haast onmogelijk. Je schreeuwt alles!’
‘Maar iedereen mag het ook weten’, grinnikte ik.
‘Zeg het dan hardop, want niet iedereen kan gedachtelezen.’
‘Oja, was ik even vergeten. Ik heb al zoveel rare dingen meegemaakt, dat ik van niets meer op kijk.’
We moesten allemaal lachen. Hij had zo heerlijk lach. Ik kroop dichter naar hem toe.
‘Cyn...’, hoorde ik van de voorbank komen. Ik zag Edwards gezicht.
‘Hou op, met naar mij te staren. Ik kan daar niet tegen om mezelf te zien.’
Ik moest lachen, mij leek het heel leuk.
‘We zijn er’, zei Carlisle.
Plotseling werd ik zenuwachtig. Wat als iedereen Nick niet leuk vonden? Wat als ik wat verkeerd deed?
We liepen naar binnen. Ik hoorde gelijk Rosalies stem: ‘Het stinkt hier!’
Arg, het begon al...
‘En wie komt hier zo verliefd binnen zetten’, begon Jasper uit de woonkamer. ‘Hè, wacht dit keer is het niet Edward.’
Hij keek op en zag mij en Nick aan komen lopen. Ik pakte zijn hand steviger vast. Niets zal ons scheiden.
JEEEJEJEEEEEEJEEEJEJEEJJEJEJEJEJEJEEEJEEEEJEEEJEEEEJEEEJEJEJEJEJEJEEE!
...
(haalt adem)
JEEEJEEEJEEEEJEEEJEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEJEEEEEEEEEEEEJEEJEJEJEJEJEJE!
...
(zucht diep en wordt rustig)
...
Wat een geweldig mooi, lief geweldig, prachtig geweldig hoofdstuk!!
Awwww ze is lief met Nick!!!
Jeeejee haar vader is levend!!! -goshhh dat klinkt weird -
Weer een prachtig hoofdstuk Ninooo de Dinooooo
x