Hoofdcategorieën
Home » Pokémon » Densetsu no Akio. » Raging Arcanine. ~Part I
Densetsu no Akio.
Raging Arcanine. ~Part I
Hijgend keken beide pokémon elkaar vuil aan. De enorme tijgergestreepte pokémon deed zijn mond open om vervolgens iets te zeggen, maar de gehoornde hond snoof op dat moment. Hij zwiepte zijn staart eventjes, terwijl hij een grijns op zijn snuit toverde. ''Nog steeds.... Verveeld,'' sprak hij, waarop de Arcanine een woeste grom liet horen. De Houndoom wist hoe hij andere moest kwetsen, sommige lastiger dan de ander, maar deze Arcanine was gewoon té makkelijk. ''Je gaat eraan!'' brulde Kenshin, terwijl hij op de Houndoom afstormde. Het interesseerde hem niet dat er overal rode vlekken op de grond lagen. Het interesseerde hem niet dat hij helemaal onder het bloed zat. Het interesseerde hem niet dat het meeste bloed van hem was. Het enige wat hem interesseerde was het bloed van Isamu. Vlak voordat Kenshin op het punt stond de Houndoom te rammen, likte deze zijn lippen af, sprong aan de kant en greep de Arcanine voor de zoveelste keer vast met zijn tanden. Ditmaal boorde hij zijn vlijmscherpe tanden dieper in de huid van Kenshin, die een schreeuw liet horen van de pijn. Met zijn poot wist hij Isamu te raken, die hem meteen weer losliet en stil bleef staan. De Arcanine hijgde zwaar, en kon zijn lichaam amper nog draaien om de Houndoom weer recht in zijn ogen te kijken. Hij had er de kracht niet meer voor. Hij wilde niet meer. Hij was uitgeput. Hij had teveel bloed verloren. Op dat moment konden zijn poten hem niet meer dragen, en zakte er doorheen. Met een plof kwam hij op de grond terecht. Het vermaakte gelach van Isamu liet hem opkijken, maar zijn hoofd bleef doodstil op de grond liggen. ''En dat is vader? Dat wilde zijn partner beschermen? Ik snap nu waarom ze stierf.'' Hij wierp zijn vijand een vuile blik toe, maar het had geen effect. Moedeloos bleef hij daar liggen, niet wetend wat hij moest doen. Niet wetend of zijn einde nabij was. Hij was bang. Doodsbang. Niet voor zijn leven, maar voor degene uit zijn omgeving. Hij kon niemand beschermen, dat werd hem nu duidelijk. En op een harde manier ook. Langzaam sloot hij zijn ogen, afwachtend op wat zijn lot voor hem in petto had.
''Wil je weten hoe ze stierf?'' Kenshin sperde zijn ogen wagenwijd open. Hij keek de Houndoom vaag aan die weer een enorme grijns op zijn snuit had staan. ''Het was verrukkelijk. Op het moment dat ik eraan kwam, was zij meteen in actie gekomen om haar pups te beschermen. Ze wist dat ik iets van plan was, dus ze volgde me toen ik weer wegliep. Ze had geen idee wat haar overkwam toen we bij de rivier uitkwamen. Eerst heb ik haar flink afgetuigd. Ik kan haar bloed nog steeds proeven.'' Opnieuw likte de Houndoom zijn lippen af, voordat hij verder ging. ''Maar ze was wel een harde, ik moest haar persoonlijk in de rivier gooien om van haar af te komen. Het water werd haar fataal. Ik kon zien hoe ze kopje onder ging, en vervolgens zag ik jou. Het was geweldig, ik zou het zo weer doen.'' De Houndoom lachte vals. Kenshin keek hem pissig aan. ''Vuile moordenaar...'' mompelde hij zacht, voordat hij zich recht probeerde te duwen. ''Vuile moordenaar!'' Hij kwam recht, waar de Houndoom eerst verbaasd van op keek. ''Ik maak je af!'' Op volle vaart rende hij op Isamu af, die het amper kon ontwijken. De snelheid die Kenshin maken was te snel voor hem. ''Ik maak je af! Ik maak je af! Ik maak je af!'' brulde hij, waarna hij de nek van Isamu vastgreep met zijn tanden en die probeerde te doorboren. Van schrik liet Isamu een schreeuw horen, voor hij zich realiseerde wat er aan de hand was. De Houndoom werd de lucht ingeslingerd en kwam met een harde klap weer op de grond terecht. De gehoornde hond kwam langzaam recht, maar werd opnieuw onderschept door een aanval van de woeste Arcanine. Ditmaal werd hij volop tegen zijn maag geraakt door de volle gewicht van Kenshin, waardoor hij een paar meter achteruit vloog en nog net tot stilstand kwam op zijn vier poten. Hij richtte vlug zijn ogen weer op zijn tegenstander, die groot van verbazing werden toen hij zag dat de Arcanine zijn staart wit begon te gloeien. Binnen een tel stond Kenshin naast hem. Nog net kon hij zijn kop vragend draaien naar de gestreepte hond, en werd vervolgens volop op zijn kop geraakt door de Iron Tail. Jankend kwam hij opnieuw met een klap op de grond terecht. De Houndoom bleef stokstijf liggen. Had hij... Gewonnen?
Een zucht verliet zijn bek en hij wilde zich op de grond laten vallen van uitputting. Hij werd echter tegengehouden door een bekende stem die door zijn hoofd weergalmde. ''Papa!'' Met een ruk draaide hij zich om en zag daar zijn drie pups op hem afrennen. Hij glimlachte opgelucht, waarna hij zijn hoofd liet zakken en hij ze alledrie een kopje gaf. Vervolgens richtte hij hem weer op en zag de twee die geholpen hadden om Shuu, Jiro en Nana terug te krijgen. ''Bedankt,'' sprak hij. ''Geen dank, we deden het graag,'' antwoordde Akio en grijnsde lichtjes. Op dat moment voelde hij een duw in zijn zij, gevolgd door een pijnsteek. De grond voelde hij niet meer onder zijn poten, totdat hij iets verder op de harde aarde weer op de grond terecht kwam. ''Kenshin!'' Yasu keek paniekerig naar de Arcanine, Akio kwaad naar de Houndoom, die weer op Kenshin afrende. ''Dacht je dat het afgelopen was!?'' schreeuwde Isamu, terwijl hij een lach op zijn bek had staan. Niet goed, helemaal niet goed. Krampachtig kwam Kenshin weer recht, waardoor Isamu tot stilstand kwam. Nu stonden ze recht tegenover elkaar, net als in het begin van dit gevecht. Beide gromden luidkeels, terwijl ze weer recht in elkaar ogen keken. Hoe het ook zij, één van de twee zou dit gevecht verliezen. Waarschijnlijk zou het gevecht na nog één aanval beslist zijn. Als Kenshin wilde winnen, moest hij dus snel iets bedenken en in de aanval gaan. Anders was hij straks degene die zijn partner niet onder ogen kon komen...
oh dit is echt spannend!
snel verder!