Hoofdcategorieën
Home » Twilight » (AFGEWERKT) Alles veranderde bij één woord, Cyn » Hoofdstuk 17; de Kennismaking.
(AFGEWERKT) Alles veranderde bij één woord, Cyn
Hoofdstuk 17; de Kennismaking.
Iedereen keek verbaasd naar mijn vriendje. Tja hoe ging ik ze dit uitleggen?
‘Wie is dít?’, Rosalie vroeg het alsof Nick een ding was.
‘Dít is Nick en dít is mijn vriendje!’
Iedereen keek me aan. Opeens stormde Alice op me af.
‘Je hebt een rare smaak, maar ik ga er meer akkoord.’
Ik moest lachen.
‘Zeker een rare smaak, een hond..’, zei Emmet.
‘Maar wel een lieve hond’, zei ik. Ik keek Nick aan. Wat een lieverd was het. Mmm, hij rook zó lekker.
‘Cyn, meende je wat je net dacht?’
‘Ehm, ja. Hoezo? Het is toch zo!’
‘De meeste vampiers vinden honden, ehm wolven, stinken.’
‘Oh’
Wat hield ik toch van hem.
‘Kom naar mijn kamer.’
Ik trok hem mee de trap op. Dit viel mee. Volgens mij accepteerden ze Nick. Denk ik, hoop ik.
We liepen naar mijn kamer toe en ik sloeg de deur open.
Ik ging op mijn bank zitten en keek naar de gezichten beneden.
Alice was ongerust, ze kon me niet meer zien in haar visioenen. Ja ik had mijn keuze gemaakt. Ik wil niet meer zonder hem leven.
Ik ging liggen en hij ging naast me liggen. Het paste net op mijn bank.
Ik kroop dichter tegen hem aan. Hij was gloeiend heet, maar ook zo lekker warm tegelijkertijd.
Wat was hij lief. De hele roedel haatte hem, maar het kon hem niets schelen.
‘Waar denk je aan, schat?’
‘Aan jou, liefste.’
Ik begon hem te zoenen. Wat een zachte lippen had hij. Ik hield van hem, mijn hele lichaam verlangde naar hem. Ik wilde hem geen pijn doen. Hij was zo hard en zacht te gelijkertijd.
Opeens stopte hij. Ik keek hem raar aan. Oja hij moest ademen.
Ik begon hem verder te zoenen. Verliefd zijn was heerlijk.
Opeens hoorde ik gekuch aan de deur. Ik moest lachen.
‘Binnen.’
Emmet opende de deur. Of jullie iets minder kunnen doen, ik kan er niet tegen.
Ik gooide een kussen naar zijn hoofd.
‘Ga jagen, als je er niet tegen kan’, grinnikte ik. ‘Doe nu maar de deur dicht.’
Nog voordat de deur dicht was, gingen we verder met kussen.
Ik hoorde Rosalie beneden ruzie maken met Carlisle, over míj.
‘Ze zoent nu met een hond. Een H.O.N.D.’
‘Ik kan je horen!’, schreeuwde ik naar beneden.
‘Kom we gaan naar het strand’, zei ik tegen hem.
Hij knikte. We sprongen uit het raam en rende naar de kliffen. Onze plaats. De plaats waar we elkaar voor het eerst écht zagen.
Ik hield van hem en zou van hem blijven houden.
Reacties:
Ooohhh dit is zoo liefff!!!
whaaaa echt zoo mooi!!
whaaa en zo prachtig!
Ik ga snel verder!
jammer dat dit verhaal niet gaat tot hoofdstuk tachtig!
...
Oké, dat was even een heel klein en raar gedichtje tussendoor
x-ik lieft dit verhaaaaaaal!!-
Laat hem meer praten, nick.
Maaar wel leuk!