Hoofdcategorieën
Home » Pokémon » Densetsu no Akio. » Raging Arcanine. ~Part II
Densetsu no Akio.
Raging Arcanine. ~Part II
''Kom op, waar blijf je? Ben je soms te bang?'' Isamu lachte op een vage manier. Die was echt niet in orde als hij gewond was. Dit gevecht was te ver gegeaan, dus nu ging hij te ver. Akio beet op zijn onderlip, en overwoog om het gevecht te stoppen. Hij zette een stap naar voren, om erop af te lopen, maar Yasu hield hem tegen. ''Dit is niet jouw gevecht. Ik weet dat het moeilijk is, maar je mag je er niet tussen mengen.'' Hij keek haar verward aan. Waar had ze het over? Waarom zei ze zoiets? Hij knikte langzaam, zonder het door te hebben. Hij staakte zijn bewegingen en bleef staan. Misschien had ze gelijk. Het was niet zijn gevecht. Kenshin wist wat hij deed, daar had hij ervaring voor. Toch vond hij het moeilijk om te blijven staan. De Riolu kon er niet tegen als hij niks mócht uitvoeren, terwijl er pokémon voor zijn ogen gewond raakten.
Net op het moment dat de Houndoom een poging deed om aan te vallen was een lage stem hoorbaar. ''Isamu! Genoeg!'' Met een ruk draaide Akio zich om en zag daar de Mightyena staan van eerst. ''We moeten terug. Je krijgt nog wel je kans.'' De Mightyena gebaarde met zijn hoofd dat Isamu moest komen. Deze gromde eerst, voordat hij langzaam wegliep. Kenshin bleef stokstijf staan. Hij was blij dat het gevecht gestopt werd, ook al liet hij dat niet merken. Zijn ogen volgde de Houndoom, die net langs Akio en Yasu liep. Hun blikken bleven ook op hem hangen en draaiden mee, totdat de twee verdwenen waren. Een zucht verliet uiteindelijk de bek van de Arcanine voordat hij uitgeput op de grond zakte. ''Yasu,'' sprak de Riolu kalm, terwijl zijn blik op Kenshin gericht stond. Yasu keek op, en stopte haar bewegingen. Ze had eigenlijk op Kenshin af willen lopen, maar Akio hield haar tegen. ''Kun jij nog wat Oran Berries zoeken? Kenshin heeft ze hard nodig.'' Ze knikte, draaide zich om, ging op vier poten staan en liep weg. De Riolu zelf liep op de Arcanine af, die omringd werd door de Growlithe. ''Zijn jullie oké?'' Een stem die normaal gesproken luid en laag sprak, was nu zacht hoorbaar. ''Dat horen wij juist aan jou te vragen!'' riep Shuu verontwaardigd, gevolgd door het geknik van zijn broer en zus. ''Kenshin.'' De Growlithe keken op, evenals hun vader, met hun blik gericht op het blauwe wezentje dat zich net in hun leven had gemengd. De blik van zowel Akio als Kenshin stonden serieus. ''Je krijgt hem nog wel.'' De Riolu toverde een glimlach op zijn gezicht. Een aanstekelijke, want Kenshin deed precies hetzelfde. Uiteindelijk ging hij langzaam rechtop zitten en keek de Riolu strak aan. ''Vertel eens Akio,'' begon hij, terwijl hij voorzichtig zijn woorden nog eens doordacht. ''Ben jij die Riolu waar ze het tegenwoordig overhebben?'' Akio keek hem vragend aan. ''Ligt eraan,'' antwoordde hij, waarop Kenshin zijn mond weer open deed. ''Bezit jij de aura?'' Het blauwe wezentje knikte. Kenshin hoorde voor geen goud bij zijn ouders, dat wist hij heel zeker. ''Wat doet iemand als jij helemaal hier?'' Hij keek op, en zag dat de Arcanine hem vragend aankeek. Ach, ze moesten toch wachten op Yasu, dus kon hij net zo goed de tijd doden met zijn verhaal. Wie weet, misschien had hij wel een nieuwe aanwinst in zijn team.
''Ik begrijp het...'' mompelde Kenshin. Hij voelde zich al een stuk beter door de bessen die Yasu had meegenomen. Zijn wonden waren niet dicht, maar het bloeden was op zijn minst gestopt. ''Kunnen wij hen niet helpen?'' vroeg Nana en keek haar vader vragend aan. Deze keek haar op dezelfde manier terug aan. ''Ik ga jullie niet in gevaar brengen,'' sprak hij toen, en keek zijn drie pups individueel aan. ''Wij kunnen prima voor onszelf zorgen,'' protesteerde Jiro en snoof. ''Ja, en op die manier kun je Isamu terugpakken, pap!'' riep Shuu enthousiast. Akio en Yasu keken elkaar vragend aan. Hun blikken zeiden al genoeg om elkaar te begrijpen. Ze vroegen zich allebei af of Kenshin wel instemde met wat Akio hem nu ging vragen. ''Het zou wel fijn zijn om een ervaren pokémon in ons team te hebben,'' besloot hij maar te zeggen. ''Het zou een stuk makkelijker gaan als jij meeging, Kenshin,'' voegde zijn vriendin toe. Kenshin trok een bedenkelijk gezicht. ''Kom op pap, je hoeft niet steeds zorgen over ons te maken!'' Jiro weer. ''Als wij drieën samen zijn is er niks aan de hand,'' probeerde Shuu opnieuw. Uiteindelijk gaf de Arcanine toe. ''Goed dan. Wij gaan mee.'' De drie Growlithe begonnen te juichen. ''Op één voorwaarde,'' voegde hij er vlug aan toe, en keek strak naar zijn pups, die opeens stil vielen. ''Jullie móeten me beloven dat wat jullie zeggen ook waar is.'' Een grijns verscheen op Shuu's gezicht. ''Natuurlijk!''
''Hebben jullie al enig idee waar jullie naartoe gaan?'' Akio dacht even na. ''Nog niet, we willen eerst meer pokémon verzamelen. Hoezo?'' Hij keek zijn nieuwe aanwinst vragend aan. ''Dan heb ik misschien wel een idee. Jij kan je aura toch nog niet controleren?'' Yasu keek op bij het horen van die zin. Ze had al die tijd achter hen gelopen, bij de drie Growlithe die van alle vragen naar haar hoofd slingerden. De Riolu schudde zijn hoofd. ''Dan kunnen we beter naar Solaceon Town gaan, op zoek naar je Sensei,'' sprak Kenshin weer en grijnsde breed. ''Sensei?'' Opnieuw keek hij vragend naar de enorme pokémon wat naast hem liep. ''Een Lucario die ook niet in de greep wordt gehouden door je ouders. Hij kan je vast wel leren met je aura om te gaan.'' Akio glimlachte breed. Dat was een perfect idee! Hij wist niet waar Solaceon Town lag, maar aangezien Kenshin ervan af wist moest hij wel weten waar dat lag. ''Dus het is besloten?'' de stem van Yasu reek de oren van de Riolu. Hij draaide zich om en zag zijn vriendin enthousiast naar hem kijken. ''Jep. We gaan naar Solaceon Town!''
Zo cool
snel verder!