Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Twilight » Can you save me? » kies richting hoofdstuk 3.1

Can you save me?

23 mei 2011 - 17:52

964

6

586



kies richting hoofdstuk 3.1

Mijn gezicht in de plooi houdend loop ik langzaam weg uit de kamer, de trap op. Mijn hand is stevig tegen mijn arm aan gedrukt. Waggelend loop ik in de richting van de badkamer. Daar zijnde, de deur open latend, maak ik een washandje nat en dep het voorzichtig op mijn arm. Ik verbijt de pijn als ik de wond schoonveeg. Zachtjes veeg ik in dezelfde richting het opgedroogde bloed van mijn arm af. Zorgvuldig het net gevormde korstje ontwijkend. Als het schoon is, kijk ik er een keer goed naar. Het is niets ernstigs. Gewoon een snee in mijn arm. Die heb ik wel vaker gehad. Niets om dus voor naar het ziekenhuis te gaan. Beneden hoor ik nog wat gestommel. Waarschijnlijk mijn vader, die de troep aan het opruimen is. Ik sluip de badkamer uit. Zo stil mogelijk loop ik naar mijn kamer, om daar na een lange avond te gaan slapen. Morgen moet ik al weer vroeg naar school, Forks High school.
Vermoeid door het tekort aan slaap, sta ik op. Mijn snelle reflex om mijn wekker uit te zetten, heb ik nog nooit zo hard vervloekt. Mijn arm brand van de pijn. ‘Wat ga ik daar weer eens van maken op school?’ Snel sta ik op. Was me, kleed me aan en loop naar beneden. Biddend loop ik stilletjes de trap af. ‘Laat ze nog slapen. Laat ze nog slapen. Laat ze nog slapen.’ Beneden loop ik vlug de keuken in. Niemand. Ik verscherp mijn gehoor om te horen of er enig geluid uit de woonkamer, hal, boven of waar dan ook uit huis komt. Ik hoor niets. Een golf van geruststelling gaat door me heen. Genietend van mijn enige moment rust van de dag, smeer ik mijn brood. Uit de kast pak ik een koek en een flesje water, wat ik samen met het brood in mijn tas stop. Net als ik dat gedaan heb, hoor ik boven wat gestommel. Snel haast ik me terug naar het aanrecht. Smeer op mijn snelst nog een boterham. Ruim vluchtig alles op. Met mijn boterham in de hand en de tas om mijn schouder, grijp ik mijn jas van de kapstok en haast me de garage in. Ik schiet mijn jas aan. Prop de boterham in mijn mond. Bind mijn tas achter op mijn fiets en vertrek. De garage zorgvuldig achter me sluitend.
School gaat slecht. Steeds dwalen mijn gedachten af. ‘Hoe zou het met Jacob gaan?’ Ik denk het steeds maar weer. In de pauze loop ik automatisch lang de Cullens af om bij Angela te komen. Iets wat iedere pauze gebeurt. Als ik bij het tafeltje aankom, neem ik plaats langs Angela. We praten wat over koetjes en kalfjes. Echter zou het Angela niet zijn als het haar niet opviel dat ik mijn rechter arm bijna niet gebruik.
“Wat hebben ze nou weer gedaan?”¯ Het komt er medelevend uit, maar ook een heel klein beetje cynisch. Ik kijk eerst een keer vluchtig om me heen. Kijkend of mijn broer en zijn vrienden niet in de buurt zijn.
“Nou, je weet dat ik weggelopen was een paar dagen geleden.”¯
“Ja, dat weet ik al. Net als je hele verhaal over Jacob.”¯ Zijn naam zegt ze wat zachter, maar toch heb ik het gevoel dat iedereen ineens naar me staart.
“Ja, dat ja. Nou Niels had het mijn vader eerst niet verteld, maar besloot dat hij het wel kon zeggen als mijn vader op zijn kwaadst was. Dat was dus gisteren. Uiteindelijk heb ik een snee opgelopen toen ik dacht dat het afgelopen was, maar dat nog niet was, bleek zo. Hij had zijn zakmes in zijn zakken zitten.”¯ Het lucht gelijk op nu het eruit is. Toch kijk ik schichtig om me heen of niemand het gehoord heeft.
“Ik blijf erbij dat je naar de politie moet. Desnoods dat ik het doe voor je.”¯
“Nee.”¯ Paniekerig kijk ik naar haar terug.
“Alsjeblieft niet doen, dat maakt het erger.”¯ Ik smeek bijna. Ze mag het niet doen.
“Oke, laat maar. Ik zal niets zeggen.”¯ Gerustgesteld kijk ik haar aan. Dan gaat de bel

Ik strompel naar mijn lokaal. Biologie. Ergens waar ik nu dus helemaal geen zin in heb nu. Ik plof langs Edward Cullen. Hij knikt naar me. Verbaast kijk ik hem aan.
“Hoi”¯ Zeg ik maar. Aannemend dat het knikje een begroeting is geweest, wat hij anders nooit doet. Normaal zwijgt hij me dood. De rest van de les verloopt stil. Af en toe wat gekuch van Edward, maar dat laat ik terzijde. Ik negeer Edward en hij mij. Mijn gedachten dwalen de hele tijd af naar Jacob. Ik wacht geduldig af tot de bel gaat en deze ellenlange dag om is en ik weer kan gaan.

Als de bel gaat, pak ik zo snel mogelijk in. Alleen Edward is me voor, maar tegen zijn snelheid kan ik niet op. Ik ren half door de gangen naar mijn kluisje. Dump mijn spullen erin, grits mijn jas eruit en baan me een weg naar buiten. Als ik halverwege de fietsenstalling ben, kijk ik om naar de bossen. Voor de bossen is de parkeerplaats van de auto’s. Niels heeft een auto, daar gaat hij mee naar school. Ik ga gewoon met de fiets. Er word een gevoel in mij aangewakkerd dat ik nog niet ken. Zonder besluit te nemen draai ik om. Ik dump mijn tas op de grond en ren zo hard ik kan naar de bossen. Net voor ik de bossen in ren, kijk ik nog één keer om. Daar heb ik gelijk spijt van. Wat ik zie, beneemt me mijn lucht. Voor vijf tellen sta ik aan de grond genageld. Nog net mijn evenwicht bewarend, zodat ik niet voorover val. Ik zie maar één iemand. Eén iemand die snel op mij afkomt. Niels. Dan kan ik weer bewegen.


Reacties:

1 2

Hermelien
Hermelien zei op 23 mei 2011 - 18:14:
Laat het verdomme niet gebeuren !
NIELS KLOOTZAK !
Grrrrr, dit was een PRACHTIG hoofdstuk meid, ik ben blij deze gekozen te hebben. I just love it, NIELS mannetje jou ga ik ooit op een dag eens flink aanpakken !
x