Hoofdcategorieën
Home » Pokémon » Densetsu no Akio. » Behind me, behind you II - Two is better than one.
Densetsu no Akio.
Behind me, behind you II - Two is better than one.
''Wat wil je nou eigenlijk van me?!'' Akio wierp rennend een blik achter zich, en zag dat de Mightyena hem breed grijnzend begon in te halen. ''Alsof dat nog niet duidelijk was voor je.'' Ja, dat klopt. Het was hem al duidelijk. Ze moesten hem hebben, omdat hij de aura bezat. Het zou er dus slecht voorstaan als zo iemand in het rebellenleger terecht kwam. Tenminste, voor de heersers, niet voor de pokémon die elke dag moesten lijden. ''Je kunt geen kant meer op,'' weerklonk de zware stem van de zwart-grijze hond. Akio keek geschrokken op en zag dat hij omsingeld was. Omsingeld door Mightyena's. Shit, nu zat hij pas echt in de problemen. Hij kon er natuurlijk wel zo erop af stormen, en hopen dat het niet de echte was, maar wat als dat wel zo was, en als hij verkeerd had gegokt? En Takumi zou hem niet zomaar laten gaan, dat was zeker. Er zat niks anders op dan vechten, iets wat hij liever niet deed. Hij slaakte gauw een diepe zucht, en ging toen in een gevechtshouding staan. ''Kom maar op.''
''Gwaah!'' Yasu vloog tegen een rots aan, maar had geen tijd om bij te komen. Nadat de Bayleef haar met Vine Whip tegen het harde gevaarte had gegooid vuurde hij al talloze bladeren op haar af. Razor Leaf. Ze probeerde ze te ontwijken, maar het was tevergeefs. Ze zakte door haar poten op de grond en wierp even een blik naar Kenshin, die het ook niet makkelijk had. Zijn vuuraanvallen werden alleen maar gedoofd door het water die de Croconaw op hem afvuurde. Niet alleen zijn aanvallen hadden geen kans, maar hij ook niet. Wat konden ze nou doen? Ze waren beide in moeilijkheden. Beide vijanden hadden een voorsprong dankzij hun attribuut. ''Dit ziet er niet goed uit,'' fluisterde Shuu tegen zijn broertje en zusje, die knikten. ''Hoe willen ze dan ook winnen? Vuur kan niet op tegen water, en water kan niet op tegen gras,'' mompelde Jiro, iets wat Nana aan het denken zette. ''Maar vuur kan wél op tegen gras,'' sprak ze toen lichtjes glimlachend. Shuu en Jiro keken haar kort aan. vervolgens keken ze weer naar het gevecht dat voor hen plaatsvond. Tenminste, ze keken langs de rots waar ze zich achter verstopt hadden. Shuu haalde diep adem, richtte zijn lichaam naar de Arcanine en begon te schreeuwen. ''Pap!'' Kenshins aandacht werd getrokken door de kleine Growlithe. ''Wissel met Yasu van tegenstander!'' Hij leek even na te denken over wat zijn zoon net gezegd had, wisselde toen een blik uit met de Buizel die net weer op haar poten stond en sprong toen richting de Bayleef.
Yasu sprong langs hem af naar de Croconaw. Zij had nog steeds niet echt een kans, maar zodra Kenshin begon aan te vallen was er zéker eentje uitgeschakeld. En dat was nog steeds een voordeel. De Arcanine nam nu zelf diep adem, verzamelde al zijn warmte op één punt, en richtte het toen op de Bayleef, die volop geraakt werd door zijn Flamethrower. Op dat moment leek de Croconaw op Kenshin af te stromen, maar Yasu sprong vlug ervoor. ''En waar denk jij heen te gaan?'' kopieërde ze de tekst van de Bayleef, en grijnsde licht, haar ogen half gesloten. Ze gaf de Croconaw een stoot, maar die werd door hem gestopt. Ze gaf nu met een andere poot nog een stoot, maar ook die werd vastgepakt. ''Hehe, idioot,'' grinnikte Namiko. Hij keek verbaasd op toen hiJ yasu nog steeds zag grijnzen. Ze duwde één van haar achterpoten tegen de maag van het blauwe wezen, die erdoor verrast werd. Ze duwde hem met een enorme kracht weg, waardoor hij haar nu wel los moest laten. ''Tegen jezelf praten... Daar moet je eens naar laten kijken,'' sprak ze toen, met een droge toon in haar stem. Ze keek vlug rond, maar kon de pokémon niet opmerken die ze wel wilde opmerken. Bezorgd keek ze de Arcanine aan, die ook leek te zoeken. Het enige wat ze kon doen was hopen. Hopen dat het goed ging.
''Wat krijgen we-?'' Akio trok verbaasd een wenkbrauw op toen hij de zwarte vlekken op hem af zag komen. Hij kon niet ontsnappen, aangezien hij in het midden van het gebeuren stond. Hij werd nu niet alleen maar omsingeld doro Mightyena, maar ook door de aanval van zijn vijand. ''Dark Pulse,'' mompelde Takumi, wat hij nog net kon opvangen, voordat hij geraakt werd en ineen zakte op de grond. Op dat moment dacht hij dat hij ging verliezen, dat hij misschien zelfs gedood zou worden. Met zijn poten pakte hij zijn hoofd vast en schudde toen zijn hoofd. Nee, zo mocht hij niet denken, het moest positief zijn. Hij zou de vloer vegen met deze Mightyena. ''Ziet ernaar uit dat de bijwerking begint te werken,'' hoorde hij vaagjes. Hij keek op en zag Takumi toekijken naar hoe hij daar op de grond zat. Slechte gedachtes... Waren een bijwerking van die aanval? De Mighyena's om hem heen verdwenen. Er was nu nog maar eentje zichtbaar. Eentje die opnieuw een aanval aan het voorbereiden was. Het was de wel bekende Shadow Ball. Blijkbaar hield Takumi liever zijn afstand met aanvallen.
Op het moment dat de bol werd afgevuurd, kneep Akio zijn ogen dicht. Hij zou de aanval niet kunnen ontwijken. Toch voelde hij niks. Hij hoorde alleen. Hij hoorde gesnuif, afkomstig van zowel Takumi, als een andere pokémon. ''Sorry, stoor ik soms, Takumi?'' Het blauwe wezen opende vlug zijn rode ogen en keek op. Die stem kwam hem bekend voor, die had hij een paar minuten geleden nog gehoord. En ja, hij had gelijk. Daar stond inderdaad de Weavile van net. Hij had zich even omgedraaid naar Akio, schonk hem een kleine glimlach end raaide zich toen weer om. ''Jij weer?'' siste de Mightyena. ''Heh, waar heb je anders vrienden voor,'' antwoordde Kunai spottend. ''Pokémon die zich niet aansluiten bij mijn groep zijn niet mijn vrienden.'' De Weavile nam langzaam een gevechtshouding aan. ''Dat ben ik ook nog steeds niet van plan, hoor.'' Akio fronste even. Hij had geen idee wat er aan de hand was, maar het was duidelijk dat die twee elkaar al kende. Nu hij het zo bekeek leek het net het gevecht dat hij een oaar dagen geleden had gezien. Kenshin tegen Isamu. Die kende elkaar ook al langer. ''Hier ga je spijt van krijgen, Kunai,'' sprak Takumi, nog steeds tussen zijn tanden door, die hij enkele tellen later ontblootte. Was dit soms het begin van een heftig gevecht...?
GOOO, KUNAI!