Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Twilight a la Micky » Wennen 1.2
Twilight a la Micky
Wennen 1.2
Hij knikt, zijn gezicht laat geen leugens zien. ‘Kom Luna, ik breng je weg.’ zeg ik opgelucht. Misschien viel Aro toch wel mee. Zodra ik het dacht trok ik een gezicht, niet dus. Uitkijken schreeuwde elke cel in mijn lijf bij hem. Maar zijn geur, zijn manier van praten…daarmee had hij me volledig in zijn macht. En daar mocht hij nooit of te nimmer achterkomen!
Ik doe de grote eikenhouten deuren open die uitkomen op het plein, en word verrast door de felle zon.
‘Oooh! Je lijkt wel van diamantjes!’ roept Luna vol verwondering. Ik kijk naar mijn hand, ze heeft gelijk! Ik glinster! Zo kan ik de straat niet op!
Snel stap ik de schaduw van het paleis weer in en doe de deuren dicht, ‘dat word wachten tot het donker is Luna.’ zeg ik. ‘Hè? Hoe weet je mijn naam?’ vraagt ze verbaasd.
‘Ik wist hem toen ik je zag, en ik weet ook dat je zes jaar bent.’ zeg ik terwijl ik haar op een bank neerzet. Ze kijkt me met haar grote ogen vol vertrouwen aan, ‘wat bijzonder!’ lacht ze.
In schud mijn hoofd, ‘hoe kun je zo vol vertrouwen bij me in de buurt blijven? Je ruikt erg lekker moet je weten.’
Ze haalt haar schouders op, ‘je zei dat ik je kon vertrouwen. En je ziet er niet uit als iemand die een ander van het leven kan beroven.’
Ik leun achterover, ‘en toch heb ik dorst. Ik ben een zogenaamde “nieuweling”ť die schijnen erg gevaarlijk te zijn.’ Luna schiet in de lach, ‘jij bent niet gevaarlijk! Aro, Caius en Marcus zijn dat wel.’
Ik knik instemmend, ‘ik hoef je niks te vertellen hè kleine.’
Ze schudt bijdehand haar hoofd en nu schiet ik in de lach, ik schrik er zelf bijna van. Wat klinkt dat mooi! Net klaterend water, fris, helder klaterend bergwater.
Opnieuw kijkt Luna me met een scheef hoofd aan, ‘maar…je…ergens…ga je vast van Aro houden.’ zegt ze. Met een ruk kijk ik haar aan, ‘nou, dat is wel het laatste dat zou gebeuren Luna.’ zeg ik met mijn vinger zwaaiend. ‘Echt, ik word nog liever vernietigd dan dat!’
Ze kijkt alleen maar glimlachend voor zich uit.
‘Niomi!’
We kijken alle twee op, Carlisle komt aanlopen. ‘Carlisle? Wat is er?’ vraag ik. ‘Zou je echt vampierbloed drinken als dat een optie was?’
‘Ligt eraan van wie.’ zeg ik. ‘Hoezo? Heeft iemand aangeboden om als donor te fungeren?’
Carlisle lijkt over zijn antwoord na te denken. ‘Ja dus.’ Concludeer ik. ‘Wie?’ Carlisle houd me een beker voor, ‘proef eerst eens, alsjeblieft?’
Voorzichtig pak ik de beker aan, ik ruik en word overweldigd door een heerlijke geur. Ik klap bijna achterover, zo heftig komt de geur binnen. De dorst giert weer door mijn keel en ik zet het rietje al aan mijn mond om een slok te nemen. Wat kan er gebeuren als ik zíjn bloed drink? Kan het kwaad? Luna kijkt met ingehouden adem toe, moet ik het wel doen waar dit meisje bij is? Ik laat de beker weer zakken, ‘sorry, ik kan het niet waar het meisje bij is.’ zeg ik vastberaden. ‘Zeg maar tegen Aro dat ik hem opdrink zodra ik weer terug ben.’
Ik pak Luna bij de hand en duw de deur open, mooi het schemert.
Terwijl ik wegloop draai ik me nog even om, Carlisle staat me glimlachend na te kijken.
Voorzichtig kijk ik om me heen, niemand te zien? Ik loop het plein op. ‘Ik weet niet waar ik je het beste heen kan brengen Luna.’ zeg ik naar waarheid. ‘Papa en mama hadden het vaak over een oom van me die hier woont. Geronimo heet hij geloof ik. Maar ik weet niet waar hij woont.’
Ik keek haar aan, ‘dan hebben we een probleem.’ zei ik terwijl ik stilstond bij de fontein en haar op het randje zette. ‘Jij wacht hier, ik ga naar binnen en vragen of zij hier ene Geromino kennen en weten waar hij woont. Durf je dat?’
‘Als ik gil hoor je dat toch wel?’ vroeg ze voor de zekerheid. Ik aaide over haar haar, ‘ja natuurlijk. Ik ben zo terug.’
Ik rende naar binnen en was binnen twee minuten weer terug samen met Felix. Luna kwam op me af lopen en pakte mijn hand, ‘wat is hij groot.’ zei ze zachtjes. Ik glimlachte, ‘hij is groot, maar meer ook niet. Hij doet je niks, anders doe ik hem wat.’ zei ik plagerig naar Felix kijkend.
Hij gromt iets onverstaanbaars en Luna begint ongecontroleerd te giechelen. De mensen die nog buiten zijn kijken ons na. Er word achter onze rug om gefluisterd, ik voel het. Vooral om mij en Felix. We zien er voor mensenogen natuurlijk ook wel erg anders uit. Felix, enorm groot met donker haar een bleke huid en toch een zekere schoonheid die niet veel mannen van zijn grootte bezitten. Ik…over mezelf wil ik niet nadenken, ik steek vast bleek af naast Felix. Ik steek af naast elke andere vampier die naast mij komt staan, daar ben ik zeker van.
‘Hier is het.’ zegt Felix na een wandeling van tien minuten zacht tegen mij. Ik kijk op naar het gezellig uiziende huis. ‘Nou Luna, zou hij je herkennen?’ vraag ik terwijl ik op de bel druk. Felix is alweer verdwenen in de nacht.
‘Ik hoop het.’ zegt Luna, ze rilt, van de kou er steekt een koude bries op. Ik trek mijn vest uit en sla het om haar schouders. Nog een keer druk ik op de bel, dringender dit keer. ‘Dit vest ruikt naar jou.’ zegt Luna zachtjes. Ik kijk haar met een opgetrokken wenkbrauw aan. Ze knikt wijselijk, ‘Appel, kaneel en karamel!’ Voor ik kan antwoorden gaat de deur open.
Een slaperig en niet erg fris uitziende man staat in de deuropening, zijn ogen gaan echter wijd open als hij mij ziet staan, ‘w…wie bent u?’ stamelt hij. Ik kijk hem met een scheef hoofd aan, ligt het aan mij of weet deze man wat ik ben? Het ziet er uit of hij in zijn leven meer vampiers heeft gezien. Maar in het belang van Luna zeg ik niks, ik schuif haar naar voren, ‘haar ouders zijn helaas op tragische wijze om het leven gekomen, we zijn erachter gekomen dat u familie van haar bent. Zou u de zorg voor haar op zich willen nemen?’
De man kijkt nu naar Luna, ‘Luna!’ roept hij, hij zakt op een knie en omhelst haar. Ik draai me om, maar bedenk me dan iets, ‘we houden u in de gaten. In uw eigen belang, zou ik maar goed voor haar zorgen.’
Dan ben ook ik verdwenen.
Achossie wat cute.
xxx