Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » The Eyes of a Stranger » Lost

The Eyes of a Stranger

17 juni 2011 - 0:51

1115

6

746



Lost

Stranger. Bill. Wie was hij? Zover ik hem kende was hij een jongen die allergisch was voor het uitspreken van woorden. Zij kenden hem als de jongen in de krant; een zelfzekere jongen met een blik die ieders hart sneller deed kloppen. Nu wist ik dat hij dit effect ook op mij had, maar dit kwam door een totaal ander factor.
Maar wie was hij nog meer? Hoe zag het leven van de jonge ster eruit? Genoot hij van elke minuut? Of vraten de tikkende seconden hem juist op?
Onbewust begon ik hem naar mijn eigen te schetsen. Als een jongen die samen met zijn vrienden een band vormde, wat buiten hun verwachtingen om ontzettend populair raakte. Te snel belandden ze in het meest besproken wereldje wat hun eigen werd. Er werd van hen verwacht bij elke stap te lachen tot hun oor het kussen raakte, maar niet meer konden slapen door de pijn in hun kaakspieren. Het management vormde hen tot de perfecte mensen waar iedereen van droomden. Knap, beroemd, grappig, altijd vriendelijk en met veel geld. Geluk en liefde pasten niet in die droom, waar de jongens erg naar snakte, waar Bill naar snakte. Er ontstond een klein gaatje binnenin zijn lichaam, wat uitgroeide tot een groot, zwart gat die de jongen opslokte. De wereld passeerde hem. Hij zat vast aan de zware ketens van zijn wurgcontract.
Het enige wat hem nog in stand hield was zijn familie, zijn vrienden, aan alles en iedereen waar hij zijn liefde nog in kwijt kon en waarvan hij wist dat zij dit zouden reflecteren op hem. Het klonk cliché, maar een sprenkeltje liefde op zijn tijd hield hem op de been. Hij was dan ook ontzettend dankbaar dat zijn broer altijd aan zijn zijde stond, en dan vooral wanneer het zo nodig was.
Waar ik dit op baseerde? Ik baseerde dit verhaal op wat zijn ogen mij tot nu toe hebben verteld, wat hij letterlijk gesproken had en wat de krantenknipsels en foto’s mij uitlegde wanneer ik voor het eerst in zijn huis kwam. Of dit alles precies klopte kon alleen hij beamen of ontkennen, maar dit was wat mij nog hoop gaf om niet op te geven. Ik kon nu ergens voor vechten -en dat was voor zijn vertrouwen en liefde die ik maar al te graag naar hem terug wilde reflecteren. nu ik wist dat al zijn naasten er niet meer waren om dit voor hem te doen. Zijn broer, zijn moeder en zijn vader, zijn vrienden, allemaal overleden, en volgens zijn woorden door zijn doen. Zoveel jaren alleen met een zware last meedragend. Ik voelde mij genoodzaakt om dit te doen opliften. Op welke manier dan ook.

Dag nummer zoveel. De duisternis liet geen verschil meer zien tussen wakker zijn en dromen. Ik had geen idee meer. Alles leek zich te overlappen. Er was geen vervelende zonnestaal die door mijn lamellen wist te wurmen om op mijn oogleden te brandden, noch het zilveren licht van de maan die mij hielp thuis te komen wanneer ik weer eens niet kon slapen. Ik mistte de warmte van de zon. Ik miste de schoonheid van de maan.
Ik mis Jader..
Zijn aanwezigheid had ik al zo lang niet meer gevoeld. De keer dat ik hem zag met zijn gekneusde lichaam was ook de laatste keer. De man die ons vast hield probeerde op deze manier iets uit mij te wringen, maar de glazige ogen van Jader bleven vastberaden; ik mocht niets zeggen, wat er ook gebeurde.
Het liefst had ik alles eruit geschreeuwd, in de hoop dat de waarheid de druk op mijn hart zou verminderen. Maar ik kreeg niets uit mijn keel. Telkens wanneer ik op het punt kwam dat ze het voor elkaar kregen om mij te laten spreken, kreeg ik geen lucht meer. Keer op keer werd ik met geweld teruggebracht naar mijn raamloze verblijf, terwijl ik uit alle macht uit mijn paniekaanval probeerde te komen.
Mijn oor rustte tegen de muur, in de hoop enig leven van Jader te ontvangen -al was het een kreet. Ik baadde in angst. Hoe langer ik van hem verwijderd was, hoe meer mijn gedachte aan me begon te vreten.
Ik wilde niet toegeven aan wat er waarschijnlijk aan het gebeuren was. Want ik wist van mezelf dat als ik hier aan toe gaf, ik regelrecht naar de deur zal kruipen om met al mijn kracht tegen de deur te slaan met de woorden: “Ik zal je vertellen waar ze zijn..”¯
De woorden lagen op het puntje van mijn tong, klaar om te duiken in het water die de strop niet alleen voor mij om zal doen, maar voor iedereen die maar iets van rebelsbloed had om de regering in de weg te staan. Zoveel bloed zou aan mijn handen kleven.
Met de beelden in mijn hoofd van mijn vrienden die gekleed waren in bloed, rolde ik op mijn zij.
Wat ik ook zal doen, niets komt mij ten goede ..

“Ik houd van je.”¯
“-Ik ook van jou.”¯
Met een gelukzalige glimlach verstopte Lorraine haar neus in de nekholte van Jader, verloor zich in hun innige omhelzing. De warmte liet de jongen echter ook niet koud, want een kleine glimlach sierde zijn gezicht. Hij sloot zijn ogen en rook aan haar rode lokken.
“Weet je waar we gaan wonen als we oud genoeg zijn?”¯ De jongen humde hier vragend op. “Op een grote boerderij met zicht op glooiende heuvels waar een klein beekje doorheen manoeuvreert. De zonsondergang zal altijd adembenemend zijn en wij zullen vanaf onze veranda de zon elke dag welterusten wensen.
“En waar is Silver?”¯ Het kleine hondje keek op vanaf het bed van het meisje.
“Die zal op avontuur zijn in het bos, wat aan de zijkant van ons huis zal grenzen. Hij is niet voor niets een wolf.”¯
“Daar zit wat in. Maar zijn we dan getrouwd?”¯ Lorraine verbrak de constante warmte om hem aan te kijken.
“Wil je dat dan?”¯
“Nou.. komt het samenwonen daar niet uit voort?”¯
“Ik heb eigenlijk niet verder gedacht dan dat. Kunnen vrienden niet samenwonen?”¯
“Jawel.”¯
“-Dan zullen wij de eerste zijn! Twee beste vrienden die niet meer zonder elkaar kunnen en dus besluiten om samen te wonen, zodat ze continu bij elkaar zijn. Stel je voor! Elke avond laat opblijven om naar elkaars verhalen te luisteren. Elke ochtend spelen in de heuvels tot dat onze magen beginnen te knorren.
Oh, Jader.. ik kan niet wachten!”¯
De blonde jongen keek haar vertederd aan. Toch knaagde er iets aan zijn hart wanneer hij een lok achter haar oortje plaatste en twee groene ogen hem stralend aankeken.


Een knal tegen de deur gevolgd met een stem haalde me uit mijn droom: “Het spijt me! Ik wist echt niet dat ze bij jou hoorde!”¯


Reacties:

1 2

xNadezhda zei op 17 juni 2011 - 10:14:
Die laatste zin! o.o
En die droom!

Damn.

Ik ben weer even helemaal sprakeloos. Hoe je Bill beschrijft aan het begin... Wauw. Ik kan het niet uitleggen maar jouw manier van beschrijven krijgt me altijd stil.

<3