Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Friend or Foe? * EPILOOG TOEGEVOEGD AFGEWERKT* » True feelings?
Friend or Foe? * EPILOOG TOEGEVOEGD AFGEWERKT*
True feelings?
Felix PoV
Met opgetrokken knieën zat ik tegen een boom. Al een paar dagen waren we onderweg, naar de Cullens. Demetri wees de weg, Hij was de beste spoorzoeker van het westelijk halfrond, en waarschijnlijk ook van het oosten. Maar snel gingen we niet, volgens Aro was dat voor vampiers van “onze stand”ť niet gepast.
Ik hoorde schuifelende voeten en angstkreetjes. Ons eten werd het kamp binnengeleid, waarschijnlijk door Chelsea, en geïnstalleerd bij een knappend en heerlijk ruikend vuur. ‘Je mag zo weer.’ zei de stem van Demetri naast me. Ik haalde mijn schouders op. Hij grinnikte, ‘ik had niet gedacht dat je het vol zou houden, dat niet praten van je.’ Ik snoof. Zuchtend plofte hij naast me neer, ‘ik begin je ironie en sarcasme bijna te missen.’
Ongewild moest ik toch glimlachen. Toen trok een andere stem mijn aandacht. De stem van Aro, hij riep me. Ik stond op, klopte mijn broek af en liep moeiteloos naar hem toe.
‘Ben je klaar?’ Ik knikte. Ik voelde hoe zijn fluwelen handen mijn huid raakten bij het afdoen van mijn blinddoek. De prooien werden voornamelijk voor mij bij elkaar gesprokkeld, ik was een zogenoemde “nieuwgeboorne”ť en ik leek gewoon 24/7 honger te hebben. Maar ik wist dat de anderen ook weer moesten eten. De zachte handen verdwenen, net als mijn blinddoek. Meteen draaide ik me naar het vuur. God wat roken ze allemaal lekker…
Ik had inmiddels nog maar een tel of drie nodig om iemand over te laten gaan op smeken. Hoe was ik toch zo gevaarlijk geworden? Mijn blik gleed langzaam naar een in elkaar gedoken meisje.
Een, twee, drie. Telde ik in mijn hoofd, toen begon het gejammer. Ruw trok ik haar overeind en beet. Oh de voldoening! Ik kon niet meer stoppen, zelfs niet toen ik geen hartslag meer voelde en hoorde. Opnieuw zachte handen, en het werd weer donker voor mijn ogen.
Waar kwam de drang zijn handen te pakken vandaan? En waar was mijn gevoel voor haat jegens hem gebleven?
In een impuls pakte ik een van zijn handen. Kijk in mijn gedachten, beantwoord mijn vragen alsjeblieft!
Heel licht streken zijn vingertoppen over mijn wang, ‘begin je je een van ons te voelen?’ vroeg hij zacht.
Daar zei hij wat. Misschien wel ja.
‘Ik ben blij enige verandering te bespeuren.’ Ik hoorde de glimlach in Aro’s stem. Ik glimlachte flauwtjes terug. Toch handig, dat communiceren via gedachten.
‘Mag ik daaruit opmaken dat je ons nog steeds niet wilt verblijden met een echt gesprek?’ Ik schoot prompt in de lach. Echt in de lach, een lach zoals ik weken niet meer had gelachen! Maar de formaliteit waarmee Aro kon praten was soms gewoon zo lachwekkend.
‘Ik ben blij dat ik je amuseer.’
Opnieuw een lachstuip. Toen realiseerde ik me dat ik zijn hand nog steeds vast had, en ik trok hem terug.
‘Gevraagd wat je wilde vragen?’
Ik knikte en liep weg van het vuur zodat zij ook konden eten. Waarom ging mijn dode hart zo tekeer?
‘Het is gevaarlijk weet je.’
Felix ging naast me zitten. Ik gaf geen antwoord, ik had ook geen flauw idee waar hij het over had.
‘Fel, het is gevaarlijk om verliefd te worden op Aro. Hij heeft al een vrouw. Niet dat hij veel met haar spreekt, maar ze kennen elkaar al duizenden jaren.’
Ik keek hem, voor zover dat ging dan, aan. Ik verliefd op Aro? Nee, dat kon niet.
Blijkbaar hoefde Felix mijn ogen niet te zien om te weten wat er zich in mijn hoofd afspeelde want hij zei, ‘ik zag jullie net, Felix. Je haat hem minder dan je dacht hè?’
Ik keek weer voor me, en negeerde het gegil om ons heen. Ik wist niet wat ik moest denken van Felix’ woorden, Was hij bezorgd om me? Jaloers misschien?
Ik voelde hoe zijn hand de mijne zocht. Voorzichtig vlocht ik mijn vingers tussen de zijne. ‘Je kan ook bescherming van mij krijgen.’
Zijn stem klonk zacht, maar ik had hem verstaan. Meende hij dat nou? Zelfs zwijgend wilde hij me nog? Ik boog mijn hoofd, verscheurd in tweestrijd. Ja, ik begon gevoelens te krijgen voor Aro, maar met Felix had ik het altijd goed kunnen vinden. Ik kon met hem lachen, hij was sterk, dus ja. Inderdaad hij kon me beschermen…
‘Kon ik nu maar gedachtes lezen!’ hij wreef met zijn knokkels over mijn hoofd, en weekte daarmee weer een glimlach van oor tot oor los.
Ik hoorde hem opstaan, op pesterige toon zei hij, ‘Ik hoor wel van je wat je beslist.’ Toen liep hij bulderend van het lachen weg om voor zichzelf nog een maaltijd te scoren.
Ha ha ha, dacht ik sarcastisch bij mezelf. God echt, net als je dacht dat hij serieus was, kwam hij weer met een grapje. Nu wist ik weer niet zeker of hij het gemeend had ja of nee.
Aro PoV
Ze zag er zo kwetsbaar uit, zittend tegen die boom. Al de hele nacht had ik zo nu en dan naar haar gekeken. Wat was er met me? Waarom fascineerde dat meisje me zo?
Was het het feit dat ze geen woord sprak en toch overduidelijk wist te verwoorden wat ze bedoelde? Was het de stille spontaniteit die ze niet verloren was? Het feit dat ze mijn hand onverwachts pakte. Ze had geen idee wat ik voelde toen ze dat deed.
Sensatie…dat het misschien meer was dan sensatie durfde ik nu nog niet toe te geven. Ik glimlachte, zij maakte mij kwetsbaar, week. Ik had niet gedacht dat dat mogelijk was bij een vampier…
Ik zuchtte diep, wat moest ik hiermee? Ik kon haar niet zomaar toelaten in mijn leven, dat was praktisch onmogelijk. Ik had een reputatie hoog te houden. Bovendien, hield ik onvoorwaardelijk veel van mijn vrouw.
Ik draaide me om en liep in tegenovergestelde richting. Ik wreef vermoeid over mijn voorhoofd, ik moest nadenken.
Ze moest beschermd worden, maar ze kon ook beschermen, want ze was op haar manier krachtig genoeg om vijanden te slim af te zijn.
Ik schudde mijn hoofd, maar haar aanstellen als mijn tweede lijfwacht, was niet zonder risico’s, ik zou niet voor mezelf in kunnen staan als de…gevoelens die ik voor haar begon te krijgen teveel werden. Zou ik haar moeten vernietigen? Me houden aan mijn eigen oorspronkelijke plan en alles wat ze had uit haar vingers laten glippen?
Lichte voetstappen trokken me uit mijn overpeinzingen en ik draaide me om. Daar kwam ze aangelopen. Voor me stond ze stil, haar hoofd een tikje schuin.
“Waar denk je aan?”ť leek ze te vragen, daar had ik haar hand niet voor nodig. Ik glimlachte, ‘als ik dat zou zeggen…’ ik draaide me om. ‘Misschien moesten we verder gaan. Ik voel dat we in de buurt komen.’
Haar koele kleine hand pakte de mijne, oh god nee, ze was zo bloedeerlijk. Pakte zonder vrees mijn hand. Liet het niet merken als ze al beschaamd was over wat ik allemaal te zien en te horen kreeg. Het enige dat ze wilde weten was of ze iemand pijn moest gaan bezorgen. Hoe kon ik haar weerstaan? Hoe?
Ik werd naar haar toe gezogen, en zij duidelijk ook naar mij. Alsof we magneten waren.
Dit keer trok ik terug, ‘ik weet het nog niet. Er zijn een aantal zaken die ik eerst op een rijtje moest zien te krijgen.’ Heel even draaide ik me naar haar om, en liep toen naar mijn broeders die stonden te wachten en zich afvroegen wat de plannen waren.
Lust. Dat is wat ik voelde. En ik haatte het. Verachtte het. En kon en wilde er niet aan toegeven!
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.