Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Standalones » Foto's aan de muur
Standalones
Foto's aan de muur
“Hallo, ik ben Samantha en ik ben zestien jaar. En ja, wat moet ik verder nog over mezelf vertellen. Ik ben blind,”¯ vertel ik in een praat groep. Waarom moest ik hier eigenlijk heen? Ik kan het toch wel alleen af. Ik bedoel, ooit moet ik hier toch weer weg en dan ben ik helemaal alleen. Niemand die er om geeft dat ik blind ben, vooral de jeugd niet. Oké, ik ben zelf ook nog een kind. Maar geef toe, ben ik niet veel volwassener dan die mensen die rondjes rennen en tegen je op lopen? Ja, oké. Ik kan het niet. Ik ben blind. Ik kan alleen schreeuwen, schreeuwen van ellende en verdriet.
“Samantha, meisje. Gaat het wel?”¯ hoor ik een vrouwenstem vragen. Waarschijnlijk kijkt ze me aan, maar ik zie het niet.
“Wat denk je?! Denk je nou werkelijk dat dit helpt? Denk je dat,”¯ gil ik dan, ik hou het hier echt niet meer uit. Ik voel een hand op mijn schouder en sla deze weg. “Laat me,”¯ zeg ik zacht. Ik sta haastig op zodat de stoel om valt en ik draai me om. ‘Ik móét hier weg’ gaat er door me heen. Ik loop, op gevoel naar de deur en draai me dan nog om. “Ik ben hier weg, vaarwel,”¯ zeg ik dan vast besloten. Dan draai ik me om en loop, weer op gevoel de gang op.
Ik weet niet waar ik ben, waar ik heen wil en waarom. Ja, waarom? Die vraag gaat al een tijdje door mijn hoofd. Waarom moest ik blind worden? Waarom ik? Waarom niet iemand anders? Ik weet het, ik ben egoïstisch, maar ik wil dit gewoon niet. Ik wil normí¡í¡l zijn. Volkomen normaal. Ik slof nu al uren door de gangen, lijkt het. Ik kan geen klok lezen, en ik vind de uitgang niet.
“SAMANTHA!”¯ hoor ik iemand mijn naam gillen. Ik hoor rennende voetstappen en dan voel ik twee armen om me heen. Mijn moeder.. Ze is er kapot van, ze huilt steeds en als ze huilt, huilt ze lang en hard.
“Waarom ging je weg?”¯ vraagt ze.
“Mam, ik kan niet bij die praat groep blijven. Het helpt toch niets,”¯ begin ik. Ik hoor haar weer snikken. “Mam.. laat me nou mijn gang gaan. Ik moet er zelf mee leren leven,”¯ zucht ik. Ik haat het, als mijn moeder huilt. Ik haat nog meer, om blind te zijn. Ze pakt mijn hand vast en trekt me mee, ik struikel steeds bijna als we stoepen op en af lopen. Dan stopt ze ineens en trekt ze me terug. Ik hoor een sleutel in het slot van een deur bewegen en ze trekt me mee naar binnen. We zijn thuis, eindelijk.
“Sam, ik ga douchen. Je re-red je hier wel he?”¯ brengt ze dan uit. Ik hoor haar de trap op rennen en ik zoek de bank op. Tring, tring! De bel gaat en ik zucht.
“Verdomme”¯ mompel ik boos, ik sta op en leun met mijn handen op een kast. Dan kom ik stap voor stap dichterbij de voordeur en doe ik open. “Is daar iemand?”¯ vraag ik. Oké, dat heeft er vast stom uit gezien.
“Ja”¯ klinkt er voor me. Er staat een jongen voor de deur. Tenminste.. Het heeft een jongensstem. “MAAAAM, ER STAAT EEN JONGEN AAN DE DEUR”¯ gil ik dan, hopend dat mijn moeder het hoort.
“Het zijn er vier,”¯ klinkt er dan een andere stem.
“OOOH, HET ZIJN ER VIER,”¯ gil ik weer. Ik hoor een paar mensen lachen en ik kijk boos, tenminste, dat dacht ik. Mijn mama komt de trap afgeracet, zoals het klonk. Ze legt haar handen op mijn schouders en houd me de 'jongens' kant op.
“Dat is Bill, Bill geef haar eens een hand,”¯ zegt ze dan. Monique pakt mijn pols en een jongen pakt mijn hand vast, dan laat hij los. Het was een niet al te krachtige hand, maar het gaf me een opgelucht gevoel.
“En dat, is Tom,”¯ hoor ik mijn moeder weer zeggen, ze heeft nog steeds mijn pols vast. Deze 'Tom' pakt ook mijn hand, hij heeft meer kracht als die 'Bill'.
“Deze jongen heet Gustav,”¯ vervolgd ze. Ze laat mijn pols los en mijn arm heb ik stijf naar voren gestoken en die 'Gustav' geeft me een hand, iets minder stevig als 'Tom'.
“En ik ben Georg,”¯ klinkt een best wel zware stem. Hij schud mijn hand snel en als hij me loslaat laat ik mijn arm hopeloos hangen.
“Wat..eh..doen jullie hier eigenlijk?”¯ vraag ik dan.
“Nou..eh..je bent een keer bij ons op concert geweest; Tokio Hotel. En we eh.. hoorden wat er gebeurd was.. En we vonden het zo erg dat we langskwamen.”¯ hoor ik Bill ongemakkelijk zeggen. 'Wat lief.' gaat er door me heen, natuurlijk zeg ik dat niet. Ik moet sterk in mijn schoenen staan. Alles wat ik zeg kan en zí¡l tegen me gebruikt worden. Ik glimlach.
“Dan eh..komen jullie maar binnen,”¯ zeg ik dan ook ongemakkelijk. Ik doe een stap naar achter zodat ik tegen de muur sta en wacht dan even. Dan zet ik zonder op de tijd te letten weer een stap naar voren en knal ik tegen iemand op, ik val op de grond. Diegene waar ik tegen aan botste waarschijnlijk niet want ik hoorde geen knal, buiten die van mezelf.
“Pak mijn hand,”¯ hoor ik Bill onzeker zeggen. Ik graai naar boven met mijn armen, maar nut heeft het niet. Als mijn rechter arm hopeloos omhoog blijft steken pakt hij mijn hand en sta ik op. Ik voel kriebels in mijn buik. Hoe kan dat nou? Ik heb nog geen eens een fatsoenlijk gesprek met hem gehad. Maar ja.. hij is zo..lief. Verdomme, wat zeg ik nu? Hij legt een hand op mijn rechter schouder en duwt me zachtjes de kamer in naar de bank. Hem zou ik wel als persoonlijke begeleiding willen. Nee, dat zou ik helemaal niet willen! Ik weet niet eens hoe hij eruit ziet. Nee, oké, van die 800 foto's van de band weet ik wel hoe hij eruit ziet. Maar ik heb er lang niet naar kunnen kijken. Ik slik een keer. 'Ik ben blind, ik ben gewoon blind!' gaat er door me heen.
“Willen jullie wat drinken?”¯ vraag ik dan. Ik hoor niks.
“Je moet niet knikken, je moet antwoord geven,”¯ hoor ik mijn moeder zeggen. Oké, ze knikten, ze willen wel iets. Alleen..ik zag het niet. Ik voel de tranen branden en wil net opstaan.
“Sammie, blijf maar zitten. Mama doet het wel,”¯ hoor ik Monique zeggen. Ik zak iets in elkaar. Ik ben afhankelijk, ik ben verdomme afhankelijk van iemand anders! Ik graai naar mijn zonnebril in mijn tas en zet hem op, zo zien ze niet dat ik huil. Bill begint enthousiast over de band enzo te praten en ik luister aandachtig. Als ze na twee uur weggaan geven ze me allemaal een knuffel. Ik voel twee lippen die zich op mijn wang duwen en dan fluistert Bill; “We komen snel weer,”¯
Ik glimlach en dan hoor ik een deur dichtvallen.
“Mam?”¯ vraag ik dan. Ik hoor snelle voetstappen en een hand op mijn schouder.
“Wat is er lieverd?”¯ vraagt ze ongerust.
“Zou je me naar boven willen leiden? Ik ben heel erg moe,”¯ zeg ik dan. Eigenlijk schaam ik me best wel. Dat ik m'n moeder om hulp moet vragen. Ze helpt me naar boven en als ze weg is plof ik op bed, ik sluit mijn ogen en val in slaap.
De jongens van Tokio Hotel zijn nog regelmatig langsgekomen en ze zijn heel erg lief. Ik dacht altijd..dat..nja, het egoïsten zouden zijn. Dat zeg ik maar niet tegen ze, haha. Ze konden niet allemaal komen, dus komt alleen Bill. Ik ben hem leuk beginnen te vinden. Hij is zo lief voor me, ik heb zelfs een kus op mijn mond gehad! Misschien wil hij wel..nee, laat maar. Wie zou iets met een blind meisje willen? Dan gaat de bel. oliebol, ik ben alleen thuis. Ik loop voorzichtig naar de deur. Ja.. Het gaat steeds beter. Ik kan nu heel veel al weer zelf. Ik open de deur en voel één paar lippen op de mijne, een korte kus helaas.
“He, Bill!”¯ roep ik opgewekt. Hij gaat met zijn hand door mijn haar en we lopen samen naar de woonkamer. Ik loop door en zie(natuurlijk) niet dat Bill stopt, ik knal tegen hem op en we vallen op de grond. Ik gil. Bill lacht. Hij ligt nu op me, voel ik. Hij is niet zwaar, helemaal niet zwaar. Dan voel ik zijn lippen weer op de mijne, maar deze keer zoent hij me écht. Als hij zijn lippen van de mijne afhaalt voel ik dat hij van me af gaat en ga ik zitten. Hij pakt mijn hand en trekt me omhoog, ik kom in zijn armen terecht.
“Wil je...mijn vriendin zijn?”¯ fluistert hij zacht.
“Ja,”¯ fluister ik bijna niet te verstaan. Hij drukt zijn lippen weer op de mijne en zo staan we een tijdje te zoenen. Dan hoor ik een deur dicht vallen, damn, Monique is terug. Bill laat me los en we gaan snel zitten, zo snel ik kan.
“He, Sammie..en..Bill? Waar is de rest dan?”¯ vraagt ze.
“Euhh, die konden niet,”¯ antwoord Bill verlegen. Aha, of ze wisten gewoon niet waar hij was. Ik hoor voetstappen en hoor niet de hakjes van mijn moeder. Het is Bill.. Bill loopt waarschijnlijk naar mijn moeder en ik hoor wat gefluister, dan hoor ik een gil.
“MAM?!”¯ gil ik. Godver, waarom moet ik op dit moment blind zijn? Ik hoor snelle voetstappen van mijn moeders hakjes en dan word ik omhelst.
“Dus je hebt..met Bill,”¯ fluistert ze giechelend. Ik grinnik.
“Ja, mam,”¯ zeg ik dan blij. Ze omhelst me nog een keer voor ze opstaat en dan hoor ik de deur weer dichtvallen.
“Mam?”¯ vraag ik onzeker. Ik voel dat iemand voor me loopt en naast me neerploft op de bank.
“Ze is weer weg, boodschappen doen,”¯ zegt Bill dan, hij pakt mijn hand. Weer raken zijn lippen de mijne en later liggen we op de bank.
Weken later ben ik nog steeds bij Bill, en hij bij mij. De jongens vonden het leuk dat we een relatie kregen, tenminste.. Dat zeiden ze. Het zal wel zo zijn dan. Maar goed, de jongens komen zo weer! De bel gaat weer, ik zou naar de deur rennen als ik niet blind was. Ik loop weer voorzichtig naar de deur en open deze. Bill vliegt me aan en zoent me, ik zoen terug. Als hij me loslaat geef ik de rest ook een knuffel en dan doe ik wat drinken in, waar ik trots op ben..dat ik het weer kan. Ik voel twee armen om mijn middel en een kus in mijn nek.
“Lieverd?”¯ hoor ik Bill fluisteren.
“Ja?”¯ zeg ik zacht.
“Je blijft niet blind, daar kan ik voor zorgen,”¯ fluistert hij lief. Mijn hart gaat tekeer, dat kan niet. Hij kan me niet helpen, het kan gewoon niet. Ik maak me los en draai me om. Dan begin ik ineens te huilen en pakt Bill me stevig vast.
“Niemand kan me helpen, Bill,”¯ snik ik.
“Operatie,”¯ zegt hij alleen. Ik maak me los en op dit moment..wou ik dat ik hem kon aankijken.
“Maar het geld-“ begin ik. Hij legt zijn vinger op mijn mond en geeft me een zoen.
“Ik betaal het, aangezien ik genoeg geld heb en er een optie is dat je weer kunt zien!”¯ zegt hij met een vrolijke stem. Ik glimlach.
“Ik hou zoveel van jou,”¯ snik ik.
Vandaag is het zo ver. Ik zit in de auto, tegen Bill aangedrukt. Ik ben bang, er kan niets fout gaan. Dat weet ik wel, maar toch. Bill is zo ontzettend lief voor me. Ik til mijn hoofd iets op en tuit mijn lippen. Ik voel zijn lippen de mijne raken en we zoenen. Ik kan moeilijk zelf zoeken, dat loopt uit als een blunder, als eerder. Dan stopt de auto en Bill stapt uit. Hij helpt me met uitstappen en ik hou me stevig vast, aan Bill. Hij sleept me mee naar binnen en dan hoor ik voetstappen.
“Mevrouw Schutsluis?”¯ vraagt een vrouw, wat blijkbaar een zuster is. En ja, ik heb een stomme achternaam, ik weet het.
“Ja, dat ben ik,”¯ zeg ik zacht. Bill sleept me mee en dan word ik opgetild. Ik slaak een gilletje.
“Sssh, Samantha. Je gaat de operatiekamer in. Als je terug komt, ben ik hier lieverd,”¯ fluistert Bill terwijl hij me nog een kus op mijn mond geeft. Dan voel ik een prik en sluiten mijn ogen.
“Samantha?”¯ hoor ik iemand zeggen. Ik doe mijn ogen open, maar dan doe ik ze dicht. Ik ben blind, nog steeds blind. Er rolt een traan over mijn wang.
“Ik ben nog steeds blind,”¯ snik ik.
“Samantha, nee, je bent misschien niet meer blind.. Je ogen moet wennen lieverd. Alsjeblieft,”¯ zegt Bill, bijna smekend.
“Oké, dan,”¯ snik ik nog een keer. Ik open mijn ogen en nog steeds zie ik niets. Ik begin bijna weer te huilen als ik een lichtpuntje zie.
“Bill..help me..ik wil niet,”¯ snik ik.
“Wat is er lieverd?”¯ vraagt hij ongerust.
“Ik..ik..ik zie geloof ik een lichtje. Ga ik dood?”¯ brabbel ik angstig.
“Nee, dat hoort zo. Je gaat weer zien!”¯ zegt hij blij. Ik knipper nog eens met mijn ogen en dan zie ik alles wat helderder worden. Ik kijk opzij. En daar..daar zie ik Bill me lachend aan kijken. Bill..mijn reddende engel.
“Bill,”¯ fluister ik. Ik ga zitten en hij komt tegenover me op bed zitten. Ik buig voorover en voel met mijn vingers over zijn gezicht.
“Droom ik?”¯ fluister ik angstig. Hij schud zijn hoofd en hij kijkt hoe ik reageer. Ik grijns.
“Ik zag je schudden, Bill!”¯ roep ik blij. Ik laat me voorover vallen en val in Bill's armen. Hij geeft me een kus op mijn kruin en ik glimlach. Ik kijk in zijn..bruine ogen en dit keer zoen ik hem, de eerste keer dat ik deze vind zonder een blunder te begaan. Hij kijkt me aan en dan ga ik staan, hij gaat naast me staan. Hij is best wel groot.. Kom ik aan, met mijn 1.62. Ik laat mijn wijsvinger langs zijn slaap naar zijn kin lopen en dan zoen ik hem weer.
“Ahum,”¯ hoor ik dan. Ik kijk op.
“MAM!”¯ gil ik dan. Ik laat Bill meteen los en ren op haar af, ik spring haar om haar nek en knuffel haar plat.
“Je ziet weer!”¯ roept ze blij. Ik begin te huilen.
“Wat is er Sammie?”¯ vraagt ze. Ik kijk haar aan door mijn betraande ogen.
“Ik..ik ben zo blij!”¯ roep ik. Ik kijk naar de ingang en daar zie ik de rest staan; Tom, Georg en Gustav. Ze staan daar te grijnzen. Ik ren er heen en als eerst spring ik Tom om de nek en geef hem een kus op zijn wang, bij de rest doe ik hetzelfde.
“Jullie zijn prachtig!”¯ zeg ik zacht. Bill komt naast me staan en slaat een arm om me heen.
Ik ben nu al een paar dagen op het ziekenhuis. Vandaag mag ik naar huis! Ik open mijn ogen en glimlach. Ik ben zo blij dat ik weer kan zien! En dat alles..door Bill, mijn vriend en mijn engel. Hij komt er glimlachend aangelopen en geeft me een knuffel. Ik zoen hem.
“Vandaag eindelijk naar huis,”¯ zeg ik grijnzend. Hij kijkt blij.
“Ja! Eindelijk!”¯ roept hij gelukkig. Hij trekt me het bed uit en sleept me mee naar de auto.
“Wow, je hebt een nieuwe auto mam!”¯ roep ik opgewekt. Monique grijnst trots en de auto begint te rijden. Als we er bijna zijn krijg ik ineens een blinddoek en schrik ik.
“Waarom?!”¯ vraag ik angstig.
“Ssst, rustig. We hebben een verassing voor je,”¯ zegt Bill gerustellend. Ik ontspan me en stap de auto uit als deze gestopt is. Bill pakt mijn hand en trekt me mee naar boven. Daar aangekomen haalt hij mijn blinddoek weg en wat ik daar zie is gewoon te mooi om te beschrijven. Daar..daar staat mijn bed, er is een rood gordijn om gehangen. En er staan kastjes, lichtbruine kastjes met rode kaarsen, Bill steekt ze aan en kijkt me aan. Hij loopt naar me toe en sleept me mee naar de andere kant van de kamer. De gordijnen van het raam zijn ook rood. Hij wijst naar de muur en als ik daar kijk schrik ik heel erg.
“What the,”¯ begin ik, mijn mond valt open. Daar hangen allemaal foto's.. Foto's die ik nooit gezien heb. Bill en ik, hij geeft me een kus op mijn wang, ik draag een zonnebril. Zoals bijna altijd. Op een andere zit ik op de bank, samen met Bill, Tom, Georg en Gustav. En op weer een andere liggen ik en Bill op de bank te zoenen. Ik loop er heen en ga met mijn vingers langs elk foto, ik ga de omtrek van de mensen die erop staan langs. Dan draai ik me om naar Bill.
“Je..ik..ik hou van je,”¯ zeg ik zacht. Ik loop op hem af en zoen hem. Hij trekt, al zoenend de gordijn van het bed open en trekt me op bed. Dan schuift hij de gordijnen dicht.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.