Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Standalones » Keiner mehr da, der mich wirklich kennt.
Standalones
Keiner mehr da, der mich wirklich kennt.
Jij, jij bent diegene die mij dit aan deed. Nee, dat was jij niet. Dat was die verschrikkelijke kanker.
"Ik heb kanker, mischien ga ik wel dood." dat zei je tegen mij. Positiever kon niet hé? Je moet ook wel de waarheid zeggen, maar moest dat dan zo hard overkomen? Tranen vulden mijn ogen, hoe kon dit nou? Jij was toch altijd mijn sterkere, altijd beter in alles en boven al liefste enigste broer? Je lapte alle regels aan je laars, het boeide je niet dat alle mensen die je kenden je player vonden. Het maakte je allemaal niet uit, nooit trouwens. Maar nu, nu ben je zo kwetsbaar, elke aanraking kan je dood betekenen. Je dikke dreads, bijna allemaal verdwenen. Ze vallen allemaal uit, door de chemokuur. Je ziet er dood eng uit, bleek, je lijkt zo ver weg. En eigenlijk ben je dat ook. Je slaapt bijna alleen maar, en als je wakker bent kun je haast niet praten. Je altijd zulke ondeugende ogen staan leeg, ik kan geen enkele emotie meer vinden in die mooie ogen van jou. Ik wil niet dat je me alleen laat, dat je me helemaal alleen laat gaan. Zoals je voor heen altijd deed, je was er voor me. Als die stoere jongetjes me weer wouden slaan, ging je altijd voor me staan. Maar nu, nu zit ik onder de blauwe plekken, de jongens weten dat je niet meer kunt.
Schrei so laut du kannst.
Zij zullen niet zien, dat ik niet meer kan. Zij zullen alleen, mij nog zien. Al ben ik het niet, ze slaan mijn lichaam, maar weet je lieve Tom? Ze raken me niet, ze maken me niet bang. Jij bent diegene die me bang maakt, met de kanker in je lichaam. Je móét beter worden, broer. Ik wil niet mijn ene helft kwijt, mijn zielsverwant en bloed. Je doet me zoveel pijn Tom. Kap daar mee, word beter. Je maakt me ontzettend boos, je móét blijven knokken! Knok zoals je dat altijd voor mij deed, tegen die stoere jongetjes, tegen mijn zieke gedachtes, die ik je toe vertrouwde. Alsjeblieft, je moet voor mij blijven zorgen, je moet mijn zieke gedachtes laten verdwijnen. Ik denk alleen maar aan jou, hoe ik zou moeten leven als je er niet meer bent. Want ik weet, dat het slechts een kwestie van tijd is tot je er niet meer bent.
Ze willen je stekker eruit trekken, maar ik laat je niet dood maken, je blijft knokken, hé Tom? Je snapt het niet he? Kom terug, verdomme, Tom! Ik blijf maar knokken voor je, knok nou eens terug. Ik weet dat je al veel geknokt hebt, maar nog niet genoeg. Ik ben nu zo egoïstisch, maar ik wil gewoon.. dat je terug komt. Voor mij en mama. Voor je fans.
"De stekker moet eruit." zegt de dokter die we hebben genomen, de beste die we konden betalen; De Beste dus. Mama begint hart verscheurend te huilen en het dringt niet echt tot me door, nog niet. Mama valt op haar knieeén en huilt daar verder. Ze gilt. De zusters komen binnen rennen en slepen haar op een stoel. Ik kijk de dokter aan, waarom deed hij dit mama aan? Waarom Tom? "Nee!" schreeuw ik. Ik kruip bij je in bed en kruip tegen je aan. "Je mag niet dood gaan, lieve broer. Blijf alsjeblieft bij me." snik ik in je shirt. Nou ja, Ziekenhuis' kleding. "Laat me niet alleen. Verdomme, Tom. KOM TERUG!" gil ik in je oor. Ik hoop voor je dat je dat niet hoort. Ik word van het bed af getrokken door de dokter himself en hij kijkt me streng aan. "Het spijt me, meneer Kaulitz. Maar het moet gewoon. Hij gaat uiteindelijk toch dood." zegt hij ernstig. "Ja, uiteindelijk! Maar hij kan verdomme tachtig jaar worden! Als jullie verdomme nou eens een keer écht jullie best deden!" gil ik, niet wetend wat ik allemaal zeg. Ik kijk naar mijn voeten en ik begin te beseffen dat Tom nooit meer een verjaardag zal mee maken. Nooit meer gitaar zou kunnen spelen. Nooit meer een meisje zou kunnen bespelen..
"Ik moet hem er echt uit trekken, meneer Kaulitz." zegt de dokter, nu een uur later. Ik knik. Ik pak Tom's hand en wrijf nog even. Ik kijk nog even naar zijn borst, die onregelmatig op en neer gaat, kijk nog één keer naar zijn ogen, even bleek als zijn gezicht. "Ben je er klaar voor?" vraagt hij aan mij. Ik knijp nog wat stevig in Tom's hand. "Alsjeblieft, ik laat je gaan maar beloof me één ding; sta aan mijn zijde. Help mij alsjeblieft met beslissingen maken en laat me vooral niet alleen." zeg ik in zijn oor. Dan word de stekker eruit getrokken. Ik kijk naar zijn gezicht. Zijn ogen openen ineens en sluiten dan weer. Dit was het einde, zoals het altijd ging in verhalen. Ik voel ineens dat er in mijn hand word geknepen. Ik kijk naar mijn hand en dan naar Tom. Hij heeft zijn ogen open, hij kneep in mijn hand. "Tom?" komt er schor uit mijn mond. Dit.kon.niet.waar.zijn. Hij knikt zwak. "Dokter, dokter! Je moet de stekker er in doen! Hij-hij leeft!" schreeuw ik naar achter. De dokter komt naast me staan en hij kijkt met open mond. "Dit - Dit is een wonder.." stameld hij. Ik kijk Tom aan en hij omhelst me, zonder één teken
van zwakte.
I still hear you voice and see your face in my mind.
Ik schrik wakker. Hoe kan dit nou? Waarom droom ik dit steeds weer? Droom je wat je het allerliefste wil? Ik denk het wel, want het allerliefste is..Tom terug. Maar ik weet dat het onmogelijk is. Ik weet dat wij niet onsterfelijk zijn, maar jij hebt eens gezegt; Als niets meer mogelijk is, zal ik een engel zijn. Voor jou alleen. En in iedere donkere nacht voor jou verschijnen. En dan vliegen wij, ver van hier. We zullen elkaar nooit meer verliezen. Denk aan mij en je ziet, de Engel die naast je vliegt. Maar wat moet ik er nou van geloven? Ik heb je lichaam af gestaan aan god, heb gebid dat je lichaam weer leven zou. Heb er zelfs van gedroomt dat je nog leven zou. Maar het is niet zo, het kan niet waar zijn. Want ik heb je al begraven, samen met mama en wat andere vrienden en familieleden. Het was moeilijk, vooral om al die journalisten en camera mensen weg te houden. Maar het is ons uiteindelijk gelukt, nadat ik er eentje ben aangevlogen. Ze moeten verdomme van je af blijven. Lieve Tom, als je dit ooit leest. Laat dan wat van je horen, want zo kan ik niet verder.
Ihr sollt nicht seh'n dass ich nicht mehr kann
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.