Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Anthem of the Angels » 4.

Anthem of the Angels

5 juli 2011 - 18:17

2131

1

442



4.

Het lampje boven zijn deur had in tijden niet meer gebrand. Het betekende dat er iemand voor de deur stond, en dat gebeurde nooit, op die paar keer dat hij via internet een boek had besteld na.
Natuurlijk zou hij het niet horen wanneer er iemand belde of klopte, maar hij kreeg nooit bezoek. Hij kon zich nauwelijks herinneren waarom hij het lampje had aangesloten. Het rode lichtschijnsel deed zijn wenkbrauwen samentrekken, en aarzelend zette hij een stap richting de deur.
Wat was dit? Vrienden, familie, kennissen, werkgevers uit een ver verleden? Paparazzi, die eindelijk had ontdekt waar hij was?
Hij legde zijn hand op de deurklink probeerde zo goed als het ging door het matglas een glimp van de persoon voor de deur op te vangen, maar hij zag alleen ruwe omtrekken die hij onmogelijk kon herkennen.
Tijd om een hap adem te nemen toen hij de deur eenmaal geopend had, was er niet meer. De plotselinge schrik prikte in zijn borst, hij zette een stap achteruit terwijl hij met grote ogen de figuur in de deuropening opnam. Een ietwat aarzelende glimlach op haar gezicht die zei dat ze evenmin leek te weten wat ze hier deed als hij, in een rood doorweekt jurkje en haar zwarte haar in natte pieken om haar hoofd.
Een stamelend geluidje van verbazing ontsnapte aan zijn lippen, en ze keek hem verwachtingsvol aan. De vragen die in zijn hoofd rondspookten kon hij niet stellen, er kwam niet meer uit dan gebrabbel waarvan hij zichzelf niet bewust was.
Morag schudde haar hoofd en legde een hand op zijn arm, haar ogen probeerden hem gerust te stellen, maar de aanraking van haar hand zorgde er alleen voor dat hij nog meer schrok. Meteen gingen haar handen op zoek naar haar kladblok en potlood, en zijn spieren ontspanden ietwat.
Onhandig strompelde hij richting een stoel, zijn vingers gingen naar zijn neusbrug en hij zuchtte diep. Morag kwam behoedzaam op dichter bij en opende haar kladblok, hij zag haar vingers vluchtig over het papier heen en weer gaan.
“Het spijt me, ik weet zelf ook niet goed wat ik hier doe. Ik wist waar je woonde vanwege die tekening, en ik wilde je gewoon weer zien, denk ik,”¯ schreef ze.
“Je hebt je vaak verontschuldigd tegenover mij,”¯ antwoordde hij, en ze glimlachte.
“Mag ik zitten gaan?”¯ vroeg ze, en hij knikte, terwijl hij het tekenblok van haar overnam.
“Wil je wat drinken?”¯ vroeg hij.
Ze knikte en ging aarzelend zitten in de zetel naast hem.
Hij liep naar de keuken en zocht in de kastjes, blij om even aan haar aanwezigheid te ontsnappen.
Voorzichtig keek hij in haar richting, zag dat ze met grote ogen om zich heen keek. Hij sloeg verlegen zijn ogen neer, ging op zoek naar iets te drinken. De angst dat ze weg zou blijven vocht met de angst dat ze hier zou blijven, en zo goed als het ging, met trillende handen, schonk hij twee glazen cola in.
Hij zag het tekenblok verstild in haar schoot liggen en nam een diepe teug adem, niet goed wetend wat te doen. Ze kenden elkaar zo goed als helemaal niet, en toch zat ze hier, deed ze pogingen om met hem te praten, gewoon een meisje dat hij bij het meer had ontmoet.
Ze glimlachte toen ze hem zag, en het feit dat ze oprecht blij leek hem te zien, verwarde hem alleen nog maar meer. Wat was er dat ze de hele tijd zo vrolijk was bij hem in de buurt en onverstoorbaar tot hem door probeerde te dringen?
Ze schoof hem het tekenblok toe, ondertussen had ze alweer geschreven.
“Je hebt zoveel boeken…”¯ stond er, en hij haalde zijn schouders op, trok het potlood en tekenblok naar zich toe.
“Natuurlijk, ik heb niets anders. Zonder te horen kan je veel minder dan iedereen lijkt te denken.”¯
Ze schudde haar hoofd, beet op haar onderlip. “Ik heb je toch gezien, ik snap het,”¯ antwoordde ze, en hij haalde nogmaals zijn schouders op, zo onverschillig als de situatie hem toeliet.
Ze nipte van haar cola en liet haar ogen nog eens door de ruimte gaan. Praten ging niet makkelijk wanneer je elkaar nauwelijks kende en daarom snapte hij ook niet goed waarom ze hier in de kamer zat en zijn boeken bekeek.
Langzaam stond ze op uit de stoel hij zag haar smalle vingers ongevraagd langs de rug van zijn pockets gaan. Een glimlach verscheen op haar lippen wanneer ze iets herkende, en of hij het wilde of niet, hij kon niets anders dan haar bewegingen volgen.
Het was zo vreemd om haar bezig te zien, Morag, die plotseling daar geweest was, als uit het niets, maar hij wilde haar niet anders dan bij hem in de buurt. Hij kon het gevoel geen naam geven, die was er niet.
Ze draaide zich plotseling om, één van zijn pockets in haar handen, een fonkeling in haar ogen. Meteen greep hij naar het tekenblok, wetend dat hier nog meer verhaal lag te wachten. Ongewild glimlachte hij bij de blik op de voorkant van de pocket. Sense and Sensibility.
Ze zonk naast hem neer in de stoel waar ze eerst ook nog had gezeten en sloeg het boek open. Hij kon niet zeggen of haar lippen de woorden mompelden die ze las of dat ze zichzelf voorlas.
Hij sloeg zijn ogen neer, liet het kleine potloodje gedachteloos langs het papier gaan. “Ik snap het niet.”¯
Voor hij zich er compleet bewust van was stonden daar die vier woordjes en schoof hij ze naar haar toe. Ze trok geen wenkbrauw op, leek niet verbaasd, wist precies wat hij bedoelde. Legde het boek gesloten naast zich neer.
“Ik ook niet,”¯ antwoordde ze, en hij zag aan de stand van haar lippen dat ze zuchtte. “En ik snap jou niet,”¯ ging ze verder. “Je kan niet je gehoor verloren zijn op een manier waarop je niet meer leven wilt. Je kan niet zodanig gepijnigd zijn dat je hier zit, en niet meer spreekt.”¯ Hij sloeg zijn ogen neer en beet op zijn onderlip.
Het bloed trok weg uit zijn gezicht, de plotselinge scherpe blik in zijn ogen deed haar schrikken. Hij wist dat ze dit uiteindelijk zou gaan vragen, en hij wist niet of hij kon antwoorden. Hij zag haar woorden op het papier, ze vormden een denkbeeldige stem in zijn hoofd, die hij bij Morag vond passen en die hij nooit zou kunnen controleren.
Wanneer hij haar vaker wilde zien, en zich meer met haar wilde verslingeren moest hij op een gegeven moment antwoord geven, en het leek zo simpel om dat nu meteen te doen zodat hij er vanaf was, en zo lag het niet.
Hij zag haar ogen. Fonkelingen van bruin die probeerden hem over te halen te vertellen, maar toen hij eindelijk het tekenblok pakte, stond er alleen: “Dat kan ook niet.”¯
Ze zocht in zijn ogen naar antwoorden en vond alleen pijn, die niet vertelde dat hij van plan was haar te schrijven waar het probleem lag.
“Ik wil je begrijpen,”¯ schreef ze, en hij lachte, zonder het schampere geluid te horen.
Hoe kon hij haar vertellen hoe hij in elkaar stak als hij zichzelf niet eens begreep? Want dat deed hij niet. Hij begreep niet waarom ze hier zat, waarom hij dat allesbehalve erg vond, en waarom ze hier samen cola dronken en alles veranderde.
“Het ligt ingewikkeld. En ik wil ook niet dat je hier bent omdat ik doof ben, of omdat het ingewikkeld is, of omdat het is zoals het is,”¯ schreef hij, en ze fronste haar wenkbrauwen. “Houd je het voor jezelf?”¯
Ze knikte, en hij wist dat ze doorkreeg dat ze hem had bereikt, voor zover als het kon.
In twee keer haar gezicht zien en de enige zijn om moeite te doen om met hem te spreken lag de mogelijkheid verborgen om hem zover te krijgen heden en verleden met elkaar te verbinden. Om na al die tijd het hoofdstuk van zijn leven dat Tokio Hotel heette opnieuw te lezen en alle beelden opnieuw voor ogen te halen, om meer te horen dan ooit…
Zijn potlood ging langs het papier zonder woorden te maken, hij zocht ze eerst in zijn hoofd, of hij wilde nog altijd nadenken over het waarom. Hij wist het zelfs nauwelijks.
De eerste letters brachten evengoed schrik in haar ogen als in die van hem, allebei hadden ze de stem van grafiet niet verwacht.
“Je weet dat ik niet altijd doof was, en vroeger kon ik praten. Maar alles is gezegd nu ik niets meer hoor. Twee jaar geleden kreeg ik een ziekte, in de tijd dat muziek mijn leven was. Mijn gehoorzenuwen verdwenen als volledig en er was alleen stilte. Dat is zo goed alles wat er is, en toch is het zo veel meer.
Ik kon niet meer horen wat mijn passie was, verloor de mogelijkheid om te doen wat ik wilde, terwijl ik alles had wat ik wilde. Ik was drummer van Tokio Hotel, precies genoeg fans om een redelijk rustig bestaan te leiden, ontmoette beroemde mensen en kreeg geld voor wat ik het liefst van alles deed. Ik hoefde geen meisje, muziek was mijn grote liefde, en ik verloor het allemaal. De roem miste ik niet, maar ik zou alles geven om weer te kunnen horen.
Ik raakte in depressie. Denk ik. Verdween, raakte onherkenbaar omdat ik niet meer de moeite nam om me te scheren of mijn haar te knippen. Er was alleen niets. Tot jij er was sprak ik met niemand, kwam niet onder mensen, begroef mezelf in stilte met de constante herinneringen aan alles. En de drumstokken kreeg ik thuis gestuurd.”¯
Ze las, haar ogen vlogen langs de haastig neergekrabbelde woorden, alsof het hem minder pijn zou doen wanneer hij snel schreef.
Langzaam opende haar mond in verbazing, een blik die zei dat ze iets had verwacht dat hier niet bij in de buurt kwam.
Hij gromde, ongewild, en stond op uit de stoel, zijn ogen gleden langs de kasten, boeken, plaatjes en één dvd vingen zijn blik, maar het was niet wat hij zocht.
Zijn handen gingen naar de la met het ebbenhouten handvat, het gepiep van het openschuiven hoorde Morag alleen en de geur van verleden drong zich naar buiten. De geur van stil gestane lucht en stof.
Hij wist bijna zeker dat hij wilde dat ze naast hem zou komen staan, of ze was nieuwsgierig. Ze volgde hem, aarzelend, en keek toen over zijn schouder in de lade. Er lag alleen een cd, St. Anger van Metallica, en twee drumstokjes, alles begraven onder een laag stof. Ze klemde het tekenblok in haar hand, niet-begrijpend wat er in hem omging. Was het af te lezen aan het wegslikken van zijn emoties, wilde hij niet dat ze iets zag, ook al wist ze nu alles?
Zijn vingers gleden liefkozend langs de cd terwijl Morag zonder vragen de drumstokjes pakte. Hij keek haar weemoedig aan en liet zich opnieuw in de zetel vallen.
De cd sprong open onder zijn vingers, ze zag het zilverkleurige schijfje dat hun gezichten weerspiegelde en het cd-boekje dat open werd gemaakt. Net als zij eerder had gedaan vormden zijn lippen de woorden van de lyrics, en daarmee ontstonden klanken in zijn hoofd die hij niet echt hoorde. Alleen een herinnering.
Voor het eerst waren er weer tranen, prikkend achter zijn ogen, en hij hoopte vurig dat Morag ze niet zou zien.
Te laat.
Tranen vonden het zwarte papier van het cd-boekje, en hij bracht zijn handen naar zijn voorhoofd. Alweer zo'n plotselinge uitbarsting, pijn in zijn hoofd, een explosie van verdriet. Morag legde haar handen op zijn schouders, hij voelde haar zachte aanraking maar het hielp niet.
De tranen bleven komen en trokken stroompjes pijn over zijn wangen, en wat kon ze doen? Ze sloeg haar armen verder om zijn schouders, hij voelde haar warmte.
Hij kneep zijn ogen stijf dicht, probeerde verwoed alle sporen van pijn weg te wissen, tevergeefs.
Heel even drukte Morag zijn lippen tegen zijn slaap, zo kort en zo licht dat het nauwelijks merkbaar was, en zijn hart sloeg een tel over, een dof gevoel in zijn maag. Alsof hij er zo van schrok dat de tranen spontaan opdroogden.
Hij ontspande, maar kon nog altijd niet voorkomen dat er verdriet en pijn was, altijd geweest en altijd zou zijn, hoe plotseling en welkom Morag er ook was om hem af en toe te laten glimlachen.
Haar lippen bewogen tegen zijn slaap, en een huivering leek zijn rug uiteen te scheuren. Ze fluisterde, hij voelde aleen de ademtocht van haar woorden...



Ja, het zijn. vrij lange stukjes denk ik. Maar dat komt omdat ik het met de hand schreef, en mijn handschrift is onmogelijk klein. Ik wist niet dat ze zo lang zouden worden :3


Reacties:


xNadezhda zei op 5 juli 2011 - 17:24:
Een ietwat aarzelende glimlach op haar gezicht die zei dat ze evenmin leek te weten wat ze hier deed als hij, in een rood doorweekt jurkje en haar bruine haar in natte pieken om haar hoofd.
De beschrijving van haar glimlach vind ik leuk. ^^ Maar ze had toch zwart haar?
Sense and Sensability.
Even een mierenneuker-opmerking. Het is 'Sense and Sensibility'.
Ze trok geen wenkbrauw op, leek niet verbaasd, wist precies wat hij bedoelde. Legde het boek gesloten naast zich neer.
Ik vind het leuk dat je hier dat 'Ze' niet herhaalt; dat de tweede zin dus begint met de persoonsvorm. Ik kan niet uitleggen waarom, maar I like. Zo is het veel meer één geheel, op een bepaalde manier.
Maar alles is gezegd nu ik niets meer hoor.
Wauw. Hier hapte ik gewoon naar adem.

En dat het lange stukjes zijn vind ik absoluut niet erg. Want het zijn ook hele móóie stukjes. Lange stukjes met weinig inhoud zijn niet te doen, maar in dit stuk - in elke zin zit inhoud, achter elke zin lijkt een diepere betekenis verborgen te zitten. Dus maak je geen zorgen over de lengte, en schrijf meer! <3