Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Lord of the Rings » Boombaard's verhaal » Een terugkeer van een oude vriende

Boombaard's verhaal

21 juli 2011 - 23:19

914

1

380



Een terugkeer van een oude vriende

Voor de mensen die geen idee hebben wat Midde-Aarde is , of voor de toevallige mensen die hier per ongeluk op klikten, ik raad jullie aan om een kaart op te zoeken. En wel een Nederlands talige als het even kan. Ik ga er geen link neer zetten, want er zijn vele te vinden.

De harde wind overnam de natuur. Bomen lieten de bladeren vallen en de dagen werden donkerder en kouder, Boombaard had gelijk; winter kwam eraan. Alle dieren zochten naar voedsel, wat in deze dagen nog maar slecht weinig te vinden was. Een eekhoren probeerde zijn winter door te komen door genoeg voedsel op te slaan in zijn hol, vaak ergens in een boom. Ze kijken eerst goed welke boom ze uitkiezen, meestal een oude verrotte waar ze makkelijk in kunnen. Hij had er een gevonden en ging er voorzichtig naartoe. Nu moest hij er nog op komen, en uitkijkend voor andere dieren. Eenmaal boven had hij een goede plek gevonden, tenminste dat dacht hij. De eekhoren schok zich wild van het lawaai, de boom bewoog. ‘Boeraroem! Vroeger hadden dieren nog enig aanbied voor de oudsten onder ons. Verdwijn klein beest, zoek een warme plek voor de winter. Zoek een plek die je beschutting zult vinden tegen de kou, maar niet hier.’ De eekhoren vloog letterlijk naar een andere boom. Boombaard was ontwaakt.

‘Een lange reis in het vooruitzicht, misschien een hopeloze reis. Uren heb ik nagedacht, de hobbits hadden het lang geleden over bomen. Ze beschreven hun land al bloeiend..’ Boombaard dacht diep na. ‘Boeraroem, het lied bracht mij in een andere stemming. Ik was haastig, de laatste keer had ik geluk gehad. Maar nu zou het mij ook geluk brengen, de Hobbits hadden het over bomen bij hun land, ze hadden ruzie met de bomen zeiden ze. Bomen die hun weg versperden, klinkt als Fangorn..’
Boombaard keek voor de laatste keer achterom en verliet de bos grens van Fangorn, om via Isengard om de Nevelbergen heen te gaan, richting de Gouw. Hier was de kans het grootst. Vroeger, era’s geleden, gingen de enten op pad richting het noorden, richting de eenzame berg. Alleen haat en bijlen werden er tegen hun gebruikt, dwergen werden boos op hun en draken vlogen in de lucht. Nee, dat was geen goede daad dacht Boombaard. Zo ver hadden ze niet moeten uitwijken.

‘Je kan zien..’ begon Boombaard weer tergen zichzelf ‘Als een entvrouw iets aan de natuur veranderd heeft’ even bleef hij stil. Het zware gedreun van voedstappen was duidelijk te horen in de omgeving. ‘Boeraroem! Geen mens zou het verschil zien, zelfs de elfen uit de oudste tijd niet. Maar enten wel. Wij mannen houden meer van het planten en verzorgen van bomen, het creëren van bossen en het aanleggen van rivieren. De entvrouwen houden van tuinen en bloemen. Tuinen en bloemen!’ Boombaard zuchtte diep. ‘Hoe heeft het zo ver kunnen komen’ Stevig liep hij door, het woud liet hij achter zich en de grote uitgestrekte vlaktes lagen voor hem. Hij zou nog dagen door moeten lopen voor het volgende bos.

Boombaard liep door de Enedwaith, een uitgestrekt land tussen de rivieren Grijsvloed en de Isen, ongeveer ten westen van Hithaeglir. Boombaard wist wat hier vroeger gebeurd was. In de Tweede Era kwamen hier de zeevaarders aan land van Numenor. Ze kapten alle bomen om en namen het mee terug naar hun land, om te gebruiken voor oorlogsvoering. Vele jaren later woonden er Donkerlanders in het oosten van de Enedwaith, maar na de strenge winter van het jaar 2911 van de Vierde Era zijn ze allemaal verdwenen. Alleen wonen er nog een paar Wozens, een vissenvolk met donkere ogen.
‘In de Tweede Era kwamen vele enten naar Fangorn toe met het nieuws van deze verschrikking, hun huizen werden gekapt en in brand gestoken. Ze konden in Fangorn blijven.’ Boombaard zuchtte nogmaals diep. Hij bleef een tijd staan, keek voor zich uit, en liep weer verder. De reis ging vooruit, in een land waar geen levende ziel te bekennen was. Mijlen had hij gelopen, het hout begon te kraken maar een rivier was in zicht; en water betekende alles.

Misschien duurde het wel dagen, misschien wel uren. De zon ging onder en kwam weer op. Boombaard dronk en dacht na. ‘Deze weg is oud. Ik zie dat het gemaakt is door enten, lang geleden. Het is veranderd en vergroot door water, mensen hebben hier ooit geleefd. Lang geleden, misschien wel in de laatste grote winter.’ Met twee grote passen stapte hij de rivier over en liep verder, tegen de begin van de 14e dag. Het was die dag mistig. Boombaard had geen idee waar hij heen ging, geen idee welke kant hij op ging. Het duurde nog twee dagen voordat hij aangekomen was waar hij wou zijn; hij was bij Mitheithel. De rivier die ontspringt in de Nevelbergen. Het moest era’s geleden zijn dat een ent hier over gestapt had. De dag was aan zijn einde en de zon ging onder, Boombaard besloot de rivier over te steken en wat te drinken, en te wachten.

Boombaard tilde zijn been op, maar op de helft stopte hij. Hij haalde zijn been weer naar beneden en stond weer stil. Er klonk een lange mí¡í¡r vloeiende stroom muzikale geluiden, de taal van de enten. Hij hoorde het en stond stil. ‘Boeraroem! Wie spreekt hier als een kennis van mij? Als een persoon die mij kent’ Zijn laatste woord bleef in een echo door gaan.
‘Boombaard’ klonk een luide en oude stem ‘Fangorn roept jou’ Boombaard negeerde de stem. Totdat er iemand aan kwam. Een persoon. Een persoon op een wit paard. ‘Boeraroem! Een persoon? Maak je bekend, Boombaard herder van Fangorn spreekt!’ Het paard stopte en paar meter voor hem. Boombaard trok zijn ogen open en keek nogmaals duidelijk. ‘Vergeef mij,mijn oude vriend’


Reacties:


Kahlan
Kahlan zei op 17 aug 2011 - 20:38:
Is dit Gandalf?
Oké, nu heb je mijn nieuwsgierigheid echt wel gewekt.
Meld je als je verder gaat?