Hoofdcategorieën
Home » Overige » Strangers in Paradise » 3.
Strangers in Paradise
3.
Dorothy liet haar handen weer langs haar zij hangen en keek naar Rivers gezicht. Hij keek strak voor zich uit, tot hij merkte dat zij naar hem keek en ving toen haar blik op. Ze bleven net zo lang naar elkaar kijken tot River over een steen struikelde en op het strand neerknalde en Dorothy in zijn val meetrok. Ze benutte de kans en ging rechtop op hem zitten, een knie aan elke kant. Ze grijnsde lichtelijk sadistisch en begon hem te kietelen. Hij gierde het uit van het lachen, probeerde kronkelend onder haar uit te komen, maar ze bleef stevig zitten.
‘Genade! Genade!’ riep hij, bijna gillend. Dat was precies wat ze wilde horen, en ze sprong op, om vervolgens triomfantelijk met een voet op zijn lichaam te staan. Zijn buik hief haar voet steeds op en neer.
‘Herhaal je woorden,’ zei ze grijnzend.
River zag echter op zijn beurt zijn kans en kwam met gemak onder haar uit. Dorothy viel op de grond, slaakte een gil en stond toen snel op om weg te rennen. Ze was hem steeds net een beetje voor, tot ze bij de zee aankwamen. River sprong bovenop haar, waardoor ze samen kopje onder gingen. Toen ze weer pruttelend boven kwamen gaf hij haar geen tijd om bij te komen, maar duwde Dorothy gelijk weer naar beneden. Ze trok hem echter meteen mee naar beneden, greep zijn schouders vast en duwde zichzelf omhoog, hem omlaag. Omdat het water zo helder was, keek ze of ze River kon zien. Ze raakte even lichtelijk in paniek omdat ze hem niet zag tot ze opeens uit het water werd getild. Op zijn schouders. Uit schrik klampte ze zich vast aan zijn hoofd.
‘Do!’ Ik zie niks!’ lachte hij. Na even evenwicht zoeken liet ze voorzichtig één voor één haar handen los, al had ze haar voeten nog wel stevig om zijn torso geklemd.
‘En nu?’ vroeg ze, nieuwsgierig naar zijn ideeën.
‘Nu ga je staan,’ improviseerde River.
‘Moet je wel weer onderwater gaan.’
Hij was nog niet half onderwater of ze begon al te klimmen. Het duurde ook niet lang voor ze stond. Oefening baart immers kunst, en dit was niet haar eerste keer.
Dorothy opende haar armen alsof ze een knuffel verwachte en legde haar hoofd in haar nek. Het was een heerlijk gevoel, tot ze achterover het water in klapte. River draaide zich direct om en viste haar uit het water.
‘Gaat het?’
‘Ja. Ik voel niks. Eigenlijk,’ zei ze zelf verbaasd.
Na nog een paar acrobatische pogingen gingen ze het water uit om op het strand van de zon te genieten. Normaal maakte Dorothy haar hele hoofd leeg tijdens het zonnen, maar nu bleef er één vraag rondhangen waarvan ze eigenlijk het antwoord al wist. Maar ze moest het uit zijn mond horen, anders telde het niet. Ze draaide zich op haar zij en keek naar Rivers gezicht. Ogen gesloten en mond een beetje open. Ze zag hem voor het eerst slapen, en draaide zich weer om. Ze wilde hem niet wakker maken.
Na lang draaien en naar River kijken had ze er genoeg van. Ze schreef een bericht in het zand, en stond op. River had geen jas aan, dus ze bedacht dat de sleutels waarschijnlijk nog in de auto zaten.
De truck reed fijner dan ze verwachtte, maar dat kon ook komen door het feit dat er geen verkeer was, en dus ook geen gescheld, getoeter en vooral geen file zoals ze gewend was. Ze drukte de CD-speler aan, en Johnny Cash begon te zingen.
Een halve CD later besloot ze maar weer terug te gaan naar River, hopend dat hij wel wakker zou zijn. De hele tijd waren haar gedachtes ergens anders, maar nu ze terugging moest ze er weer aan denken.
River zat op de weg wat te prutsen met zijn handen toen ze aankwam. Zodra hij het geronk hoorde stond hij op.
‘En vind je ‘m fijn rijden?’
‘Je wist hoe ik heette,’ negeerde ze zijn vraag.
‘Ja.’
‘Hoe?’ Haar stem sloeg over.
‘Ik heb je gezien. Je interesseerde me. Ik heb je gevolgd.’
‘Sinds wanneer?’
‘Weet ik niet, ik houd de tijd niet echt bij.’
Ze bleven stil, en de ongemakkelijkheid steeg.
‘Oké,’ zei Dorothy toen droog.
Plotseling begon het te regenen. Geen wolkje aan de lucht - hoe kan het ook - maar het regende pijpenstelen.
‘Hoe kan het nou regenen?’ vroeg Dorothy geïrriteerd. River haalde zijn schouders op.
‘Laten we maar naar huis gaan.’
Dat liet ze zich geen twee keer zeggen, en ze rende de auto in. River grinnikte en klom ook de auto in.
De gehele reis was Dorothy aan het slapen, het getik van de regen had haar weer rustig gemaakt. De straten waren verlaten, en dat was zichtbaar ook. Misschien was het de regen, maar alles leek net wat zieliger te staan. Heel uitzonderlijk dwaalde er een schim over de straat, verdwaald en verloren. Het was makkelijk om de weg kwijt te raken, zowel letterlijk als figuurlijk. De meesten waren alleen, omdat ze niemand overleefd hadden. Ze waren jong. Er was nergens een rimpel te zien, zelfs geen lachrimpels. Vooral geen lachrimpels.
Aangekomen bij het wrak van een huis weigerde River Dorothy wakker te maken, en tilde haar als oplossing op. Ze werd echter zelf wakker door het water dat in haar kleding probeerde te dringen en over haar gezicht en haren gleed. Bang dat ze te veel moeite op van hem zou opeisen sprong ze op de grond. Ze stonden zo dicht naast elkaar dat zij de adem die hij uitblies inademde. Hij keek neer, zij keek op. Niet veel, maar het scheelde wel.
Hun armen hingen machteloos langs hun lichamen, tot River haar in danspositie trok. En ze dansten. Op muziek die er misschien niet was in de werkelijkheid, maar die ze allebei konden horen.
De regen slaagde erin hen doorweekt te krijgen, maar zelfs dat leken ze niet te merken. Ze waren in trance, ergens anders. Niet op aarde, niet in de hemel. Op een plek waar niemand komt, waar niets verpest is. Waar je alleen komt om nergens te zijn. Waar je alleen komt, als het niet meer uitmaakt waar je bent, maar met wie. Daar waren ze. Daar dansten ze.
Ik ga dit nu serieus voor de derde keer herlezen en een reactie proberen...
Nee.
Sorry.
Het lukt gewoon niet.
En ik zit echt op het randje van huilen.
Maar ik ben sowieso een emotionele trut vandaag.
Dus: ik kan echt niet zeggen hoe mooi ik dit vind, maar hopelijk snap je het wel een beetje door dit gebrabbel. Vast wel.
En hij kijkt naar mij.
Hij. Kijkt. Naar. Mij.
I love you. <3