Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » The Eyes of a Stranger » Stay with me

The Eyes of a Stranger

27 juli 2011 - 1:17

1492

6

823



Stay with me

Haha, je moet eens voor de grap opletten.. ik upload meestal wanneer het 's nachts is ;] Verder haat ik dit stukje, maar ik kon niet anders..

De deur werd met man en macht opengebroken. Mijn ogen werden aangetast door het licht van buitenaf -die hier totaal onverschillig over leek te zijn. Onbewust was ik verder de hoek in gekropen uit verdediging. Mijn verblindde ogen waren verstopt achter mijn armen en knieën, in de hoop dat wanneer ik niet kon zien, hij mij ook niet kon zien.
“Bitte, laat me gaan.. ik zal haar vrij laten!”¯ Er werd hier op gegromd en een koude windvlaag volgde. Hij is toch voor mij gekomen..
Achter mijn schild vandaan gluurde ik naar de geopende deur. Een opgelucht gevoel vloeide door mijn aderen bij het herkenen van de silhouet van Bill. Er kroop zelfs een kleine glimlach omhoog en verdwaalde tranen sijpelden met de vorm van mijn mondhoeken mee.
Mijn hart werd vertrapt zodat alle beetjes geluk eruit geperst werd bij het zien wat de duistere jongen deed. De man die zojuist om genade smeekte was al die tijd bij zijn strot omhoog gehesen en probeerde met krabben aan Bills hand vrij te komen. Het geluid van iemand die aan het stikken was had een misselijk effect op mij.
"Wat doe je?" Zijn ogen brandden van woeden, ik begon zijn onrust in mijn lichaam te voelen. Hij had de greep om de hals van de man verstevigd. Alles aan hem verraadde dat hij zichzelf met veel moeite in toom moest houden. "-Laat hem gaan, hier bereik je niets mee." Ik dacht terug aan hoe ik mijn verdriet en woede kwijt wilde aan de bewakers door ze te slaan. Het hielp mij niet mijn ouders terug te krijgen en ik kwam zo juist meer in de problemen, tot Stranger mij kwam redden.
"Wat?!" bracht hij brullend uit. "Hij heeft er voor gezorgd dat je in deze staat bent terecht gekomen. Geef mij één goede reden het niet te doen!" Hij begon te trillen. Hij was één stap verwijderd van verkeerde dingen te doen.
"Zoals ik al zei; hier bereik je niets mee. Jij bent niet zoals hen." Deze woorden zorgde ervoor dat de man nog verder de lucht werd opgeheven, zijn voeten trappelden zeker een halve meter boven de grond.
"Waarom zeg je dit steeds? Waarom moet ik mezelf continu uitleggen? Jouw woorden kunnen niet veranderen wie ik ben, hoe vaak je dit ook herhaald. Ik ben een monster! Ik leef van bloed! En ik geef geen snars om zijn zielige mensenleven!"
"Nee!" Een ijselijke gil galmde mee met mijn schreeuw. Mijn onbeschermde ogen hadden alles kunnen aanschouwen. Hoe Stranger - dit kon onmogelijk Bill zijn - zijn vrije arm met een flits bewoog. Hoe zijn hand de borstkast van de man doorboorde. Hoe de man het uit gilde. En hoe nu het zwak kloppende hart in de hand van de jongen lag. Bloed droop over zijn egaal witte pols over zijn zwartleren jack. De man had zijn kin op zijn opengetrokken borst gelegd en liet zijn laatste zucht vrij. Levenloos hing hij in de lucht. Een bloedplas vormde zich onder zijn voeten, er ontstond een constant gedrup wat als geschreeuw in mijn oren klonk. Panisch had ik dan ook mijn armen voor mijn gehoorgang geplaatst.
De wereld begon voor mijn ogen te draaien. De man lag op de grond, Stranger die op mij af kwam. Hij knielde voor mij neer, verdoofd bekeek ik zijn lippen die zo nu en dan verdubbelde. Alles zag ik dubbel. Ik werd misselijk. Geluiden werden vervormd in mijn oren. De zwartgeklede jongen probeerde tot mij door te dringen, maar alles klonk buitenaards uit zijn mond. Even hoorde ik zelfs mijn eigen kinderstem, lachend als hoge, rinkelende belletjes. En het geblaf van Silver. De werkelijkheid was mij aan het ontglippen. De vermoorde man was op de achtergrond allang verdwenen en nu veranderde het bleke gezicht van Stranger in een witte waas tot dat ik niets meer kon onderscheiden.

Met een pijnlijke kreun ontwaakte ik uit mijn slaap. Mijn slapen bonkten en het felle licht wat door mijn wimpers probeerde te wrikken werkte ook niet mee. Ik lag in de armen van Stranger - merkte ik op bij het voelen van zijn koude lichaam - en hij liep met mij weg.
“Waar gaan we heen?”¯ sprak ik zwak. Ik had al in geen tijden gegeten en mijn keel was droog van het dagen schreeuwen om Jader.. “-Waar is hij?!”¯
“Wie?”¯ Zijn kalme stem irriteerde mij mateloos.
“Jader! Wie anders? Waar. Is. Hij?!”¯ Mijn spieren voelden als elastiek wanneer ik uit zijn armen probeerde te komen en ik begon hevig te hoesten door mijn stemverheffing. Stranger reageerde hierop door zijn greep te verstrakken. Hopeloos bleef ik mij verzetten, maar ik eindigde als een lappenpop die panisch om zich heen keek naar enig teken van haar vriend.
“Het is beter als we doorlopen.”¯
“Hoe bedoel je?”¯ Ik begon de omgeving te herkennen. We waren bij het hek met de wachttorens aangekomen. Aan de andere kant was Berlijn te vinden, in dezelfde staat zoals ik haar had achter gelaten. Nog nooit had ik gedacht dat ik dit zo had kunnen missen; de gemaakte zon, wolken en wind.
Er kwam geen response van Stranger en ik keek daarom verontrust op naar zijn gezicht. Hij tuurde voor zich uit en ik zag aan hem dat hij met alles in hem mij negeerde. Zonder eigenlijk goed na te denken greep ik hem daarom met beide handen bij zijn gezicht om in zijn ogen te kijken, hij staakte het verder lopen.
Kou doordrong de poriën van mijn hand tot in mijn cellen. Met een trillende onderlip zocht ik in zijn ogen naar antwoorden. Hij probeerde door mij heen te kijken zodat ik er niets uit kon lezen, maar onze ogen waren al verbonden. Er was woede te vinden maar vooral veel verontschuldiging.
“Je liegt..”¯ uitte ik geschokt. Traag schudde hij zijn hoofd. “Nee.”¯ Trillend gleden mijn handen van zijn gezicht af en stortte neer op mijn buik. Veel besef ging er nog niet door mij heen, maar wanneer hij zei dat het hem speet begon alles te draaien.
“Nee. Nee. Nee! Dit is niet waar! Leugens! Laat me los!”¯ Ik gaf hem een klap in het gezicht wat mijn hand deed brandden maar hem niet liet verroeren.
“Ik kan je dit niet aandoen.”¯
“Je hebt het mij allang aangedaan! Laat me los en breng me naar hem!”¯ Het kon me niet meer schelen hoe erg mijn keel pijn deed en hoeveel ik hem pijn deed. Ik wilde naar Jader.
“Wat wil je jezelf bewijzen? Hij is dood. Niets kan dat veranderen.”¯ Zijn woorden sloegen in als een bom. Dood, dat klonk zo definitief. Het klonk onwerkelijk. Jader was de sterkste persoon die ik kende. Mijn broer. Mijn voorbeeld. Stranger loog, dat kon niet anders.
“Rot op, Stranger. Je hebt niets over mij te vertellen!”¯ En zo werd ik terug op mijn benen gezet. Het voelde als mijn eerste stappen. Met gespreide armen probeerde ik in evenwicht te blijven zodat ik niet op de grond belandde en liep zo voorzichtig terug naar de bunker waar ik dagen had vastgezeten en nooit had gedacht er ooit nog uit te komen, of überhaupt terug naar binnen te gaan.
Geruisloos volgde de jongen die ik had gekwetst. Hij liep als een schaduw achter mij aan, zei geen woord, maar wilde het liefst mij bij de arm pakken en wegtrekken van waar ik heen wilde -zo voelde ik. Wanneer ik door de geforceerde deuren van de bunker ging, hoorde ik zijn smekende woorden om mij te stoppen in mijn hoofd en ik wist dat hij dit luidop wilde zeggen -zo voelde ik. Alles wat met hem te maken had was zo intens aanwezig dat ik stiekem begon te twijfelen in mezelf. Of dit wel zo’n slim plan was. Want wat wilde ik mezelf bewijzen? Dat hij echt loog? Dat Stranger, of Bill, eigenlijk een ontzettende klootzak was en mijn energie die ik in hem stak hij helemaal niet waard was? Natuurlijk hoopte ik dat dit een ontzettend flauwe grap was en ik Jader straks achter de deur vandaan zag springen om “gefopt!”¯ naar mij te roepen met zijn typerende grijns. Maar wanneer ik de deur bereikte waar Jader achter was opgesloten, droop al mijn hoop uit mijn systeem.
“Je hoeft dit niet te doen,”¯ probeerde Stranger voor een laatste keer. “We kunnen nog terug.”¯ Met verbeten tranen schudde ik ruw mijn hoofd. Nee, er was geen terugweg. Heel mijn leven was een hel, dit kon ik ook nog wel aan.
Vastbesloten haalde ik de klink naar beneden. Mijn gehoor stond gereed voor de geringste geluiden, maar vooral voor de stem van Jader die naar mijn naam zou vragen zoals hij de eerste en de laatste keer deed.
Het was even donker als de vorige keer. Vaag licht was in de ruimte aanwezig die een enkele hoek deed ophelderen. Stranger stond vlak achter mij en legde zijn hand op mijn schouder.
“Het spijt me echt,”¯ zei hij fluisterend en kneep zachtjes. Tranen welden op bij het zien van het gezicht die ik zo vaak had mogen zien. Slapend, lachend, huilend, woedend.. en nu dood.


Reacties:

1 2

MyReflection
MyReflection zei op 5 aug 2011 - 21:43:
Dit is alles behalve slecht. Je hoeft dit stukje niet te haten.

x


Evatjeu
Evatjeu zei op 4 aug 2011 - 16:39:
Mmmm... w8 als je dit stukje haat moeten we er dus uit afleiden dat je het slecht vindt? O_o ik kan je 1 ding verzekeren... het is alles behalve slecht!
snel verder?
x


xSoParanoid
xSoParanoid zei op 3 aug 2011 - 16:23:
WHYY WHYYYYYY! ik vergat bijna dat je stranger had gepost raakte al in paniek!
maar god damn ik vond het goed !


xNadezhda zei op 1 aug 2011 - 21:12:
... ik heb nu een enorm brok in mijn keel. Die laatste zin is zó sterk. [& dat stuk waarin Bill die vent vermoord, daar werd ik dus misselijk van. Heel gruwelijk, maar fantastisch geschreven.]

Stranger is het wachten altijd waard. <3


inke
inke zei op 27 juli 2011 - 17:27:
Dit was het wachten zeker waard!
Ga je snel verder??
Xxx