Hoofdcategorieėn
Home » Harry Potter » Everlasting Hogwarts » Hoofdstuk 1 - Nine and Three Quarters
Everlasting Hogwarts
Hoofdstuk 1 - Nine and Three Quarters
De mensenmassa leek niet op te houden. King's Cross Station was enorm druk, voornamelijk op de eerste van september. Dit was de enige dag van het jaar dat het hele station vol stond met jongeren van elf tot zeventien jaar oud. Allen hadden ze een karretje met dezelfde hutkoffers met hetzelfde logo erop. Een schild met vier verschillende beesten in een andere kleur. Voor een dreuzel zou dit er vrij vreemd uit moeten zien, maar wist je beter, dan was dit helemaal niet zo raar. Na elven zou het perron er net zo normaal uit zien als normaal, zonder de jongeren, zonder de karretjes, geen vreemde logo's, alleen doodnormale mensen. Dit was het enkel alleen voor de buitenwereld. Er liepen verschillende families bij de jongeren. De ene was enorm en zagen er allemaal bijna het zelfde uit. Zelfde haarkleur, zelfde huidskleur... Maar je had ook families die ongelofelijk klein waren, enkel een moeder en dochter, of een vader en zoon, vader en dochter, moeder en zoon, ga zo maar door. Zo had je ook een familie die over het perron liep, nou ja, familie kon je het niet noemen. Het was een jong meisje, lange zwarte golvende haren die over haar rug hingen. Ze droeg een doodnormale spijkerbroek, met een doodnormaal helderblauw vest en grijze gympen. Achter haar liep een klein jongetje, hij moest rond de elf of twaalf zijn, met kort zwart haar en dezelfde huidskleur en ogen als het meisje. Hij droeg ook een spijkerbroek, maar dan met een bruin shirtje. Hij duwde, net zoals zijn zus, een karretje met een hutkoffer met het vreemde logo.
“Peter, schiet op. Het is al bijna elf uur.”¯ zei het meisje, lichtelijk gestrest. De muur tussen perron negen en tien was druk bezet, maar je knipperde met je ogen en er waren een aantal mensen weg. Het was vreemd, als het je opviel. Maar dat was het nou juist. Het viel je niet snel op. Enkel als je er van wist. “Ga maar door de muur.”¯
“Door de muur? Ben je gestoord?”¯ vroeg het jongetje, nogal angstig. Het idee was dan ook best vreemd. Door de muur.
“Ja, door de muur. Ik weet het. Het is vreemd. Kom, we gaan samen.”¯ Peter keek zijn zus ongelovig aan, maar die keek hem bevestigend aan, waardoor hij knikte en samen namen ze een aanloopje en renden door de muur heen. Angstig had Peter zijn ogen dicht geknepen, bang voor een enorme klap, maar die kwam niet.
“Whoa.”¯ mompelde Peter zacht toen hij de knalrode trein zag. Hij keek achterom, maar daar was echt een muur. Was hij écht door de muur heen gekomen?
“Ik weet het, gaaf vind je niet?”¯ vroeg het meisje glimlachend. “Ga maar kijken of je leuke mensen ziet, ik ga Jason en Sam zoeken.”¯ Peter knikte, hij had geen idee hoe hij dit moest gaan doen. Leuke mensen vinden. Peter herinnerde zich wat zijn zus had gezegd, mensen met zilver-groene stropdassen moet je vandaan blijven. De rest was prima. Hij keek even rond en zag een groepje jongens staan. Hij glimlachte en stapte er op af. Deze jongens leken hem wel goed.
Ondertussen stapte het meisje het perron verder op. Opzoek naar haar vrienden liep ze door de mensenmassa heen, tot ze een tikje op haar schouder voelde.
“Hey Iz!”¯ Achter haar stond een jongen met zandblond haar, blauw-grijze ogen en een vriendelijke glimlach op zijn gezicht. “Leuke vakantie gehad?”¯
“Jason!”¯ Het donkerharige meisje glimlachte en omheslde haar beste vriend. “Ja, prima! Hoe was de jouwe? Ik ben zo jaloers dat je naar Australie bent geweest!”¯
“Tja, Isobel, niet iedereen kan zomaar naar India, dan moet je maar naar Australie.”¯ zei Jason schouderophalend op een plagende toon.
“Hé, ik ga élk jaar naar India. Ik word het nu wel een beetje zat.”¯ Isobel liet haar beste vriend los en keek even rond. “Je hebt Sam zeker nog niet gevonden. Hij zal wel weer eens te laat zijn.”¯ Isobel glimlachte en haalde een hand door haar lange zwarte golvende haren.
“Kijk eens aan wie we hier hebben, een modderbloedje en een dom grifje.”¯ Isobel draaide zich om en keek recht in het gezicht van Hunter Fox, een zwadderaar uit hun jaar. Hij had zwart sluik haar en helderblauwe ogen. Isobel had nog nooit zijn vader ontmoet, maar had horen zeggen dat ze twee druppels water waren. Isobel keek even naar Jason en glimlachte toen triomfantelijk.
“Was dat het enige waar je mee kon komen Fox?”¯ vroeg ze kalm.
“Shut up, mudblood.”¯ beet Fox haar meteen toe.
“Noem haar nog één keer zo en je wil niet weten wat er allemaal met je gebeurt.”¯ siste Jason terwijl hij voor Isobel ging staan.
“Jase, het is niet erg.”¯ Isobel trok hem zachtjes terug.
“Dat is het wel, hij moest eens weten wat zijn vriendjes achter zijn rug om fluisteren.”¯ zei Jason uitdagend. Natuurlijk deden zijn vrienden dat niet, maar het was altijd goed om iemand uit te dagen.
“Ah, jullie zijn echt een leuk koppel hoor, een modderbloedje en een bloedverrader, perfect. Ik hoop voor jullie dat jullie samen lelijke kindjes krijgen met vuil bloed.”¯ zei Fox kil. Hij draaide zich om en liep de trein in. Isobel rolde met haar ogen.
“Watje.”¯ Isobel draaide zich terug naar Jason en zuchtte. “Ik heb zo'n zin om hem gewoon in zijn gezicht te meppen.”¯ mompelde Isobel geïrriteerd .
“Wie? Wie wil je meppen?”¯ vroeg plots een bekende stem. Isobel draaide zich om en vloog de jongen om de hals.
“Sammie!”¯ Isobel glimlachte en liet haar andere beste vriend meteen los. “Oh, ik wil die Fox wel eens meppen, maar goed. Hoe gaat het? Hoe was je vakantie?”¯
“Het is prima, met jullie?”¯ Samuel keek van Isobel naar Jason, die beiden knikten als bevestiging dat het ook met hun prima ging. “Mijn vakanitie was prima. Pa en ma hebben gezellig met Wesley naar draken gezocht in de bossen van Rusland. Ik mocht gelukkig met Phillip en Randall in de tent blijven, want ze kwamen half bevroren terug.”¯ vertelde Sam grijnzend.
“Hoe bedoel je leedvermaak.”¯ Isobel schoot in de lach en keek naar de trein zodra die het alarmerende geluid begon te maken. “Laten we maar gaan.”¯ En zo gingen ze de trein binnen. Opweg naar een nieuw jaar, een jaar dat anders zou worden dan de anderen. Alle drie hadden ze geen idee hoe vreselijk dit jaar wel niet zou worden. Voor alle drie. Stuk voor stuk.
woehoe een nieuwe Malfidus!
dat einde belooft
goed geschreven!!