Hoofdcategorieën
Home » The Vampire Diaries » Speak || Tijdelijk gepauzeerd » 10.
Speak || Tijdelijk gepauzeerd
10.
" Rust maar even uit, ik ga even wat te eten voor je halen," zei Lize geruststellend. Ze bracht me naar mijn oude kamer waar alles nog goed stond.
" Is ze hier?" Stefans stem weerklonk in de gang. Lize antwoordde iets maar ik kon het niet verstaan. Ik hoorde langzame voetstappen op de gang. Snel deed ik de deur van 'mijn' kamer opslot.
" Mag ik aub binnen Caityn?" vroeg Stefans stem smekend.
" Ga weg monster!" riep ik.
" Je mag me best haten om wat ik ben maar luister aub eerst naar wat ik te vertellen heb. Ik wil je vertellen dat ik anders ben, maar mag ik aub binnen?" vroeg hij opnieuw smekend. Langzaam draaide ik de deur van het slot.
" Vertel maar," zei ik rustig terwijl ik weer op bed ging zitten.
" Voor je ook maar iets van me vind, moet je weten dat ik me niet op mensen voed. Ik ben anders, ik voed me op dieren." zei hij, " ik doe mijn best me aan te passen naar waar ik verhuis. Maar soms, zoek ik ook iemand om mijn leven mee te delen, naar een zielsverwant. Maar telkens ik ergens was, overviel me de angst om diegene pijn te doen en ik kon mijn geheim nergens vertellen. Bovendien, kon ik het nooit, ik maakte nooit vrienden. Maar toen leerde ik jou kennen. Je deed me denken aan iemand uit mijn verleden. Degene die me in een vampier veranderde: Katherine Pierce. Ze was mijn lief, ik dacht dat ze alles was. Maar nee, ze gebruikte mij en Damon. Ze hoopte door haar zelf op te offeren de band tussen mij en Damon weer terug zou komen, het tegenovergestelde gebeurde. Onze band verdween. We hebben elkaar vermoord en daardoor zijn we zelf vampiers geworden. We zijn constant in tweestrijd en sindsdien volgt hij me overal. In jou dacht ik eerst Katherine te zien, maar jij bent niet vals, jij bent lief, bescheiden. Ik moest je wel helpen. Ik werd verliefd op je en het doet pijn dat jij dat ook bent maar niet bij me wil zijn." De tranen sprongen in mijn ogen. In een opwelling gaf ik hem een knuffel.
" Je bent niet alleen. Ik heb je verschrikkelijk gemist," zei ik. Ik loog niet, ik hadf hem verschrikkelijk gemist.
" Je wou niet bij me zijn," zei hij beduusd.
" Dat was een leugen, een verschrikkelijke leugen. Ik was bang. Ik handelde in een opwelling. Dat spijt me zo. Wil je me aub vergeven?" vroeg ik.
" Natuurlijk," zei hij.
" Wil je mijn lief nog altijd zijn?" vroeg ik.
" Als jij dat van mij nog wil zijn," zei hij.
" Ik hou van je, dus ja," zei ik en hij gaf me een kus.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.