Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijd » De vermoorde onschuld
Schrijfwedstrijd
De vermoorde onschuld
Regen jaagt omhoog tegen de verweerde ramen, kust smalle riviertjes in een dikke laag condens. Het meisje dat tegenover hem zit, is aan hem voorgesteld als Lynn. Een Engelse vlag van T-shirt spant verticaal om haar bovenlichaam, haar bijna oranje haar vloekt bij het blauw.
Zelfs als het felle licht van de tl-buizen haar gezicht niet tot een helwitte vlek had gemaakt, zou hij had hij gezien dat ze zich ongemakkelijk voelt. Sporen van kippenvel tekenen haar huid, hoewel het in zijn cel niet warm en niet koud is. En dat is niet ongewoon. Hij heeft bijna nooit een buitenstaander ontmoet die zich niet ongemakkelijk voelde op deze plek.
Bij het horen van zijn naam kijkt hij op, plichtsgetrouw, want hij wil zijn blik niet losscheuren van het meisje dat tegenover hem zit. Ze intrigeert hem. Is ze hier tegen haar zin of niet? Hij weet het niet.
Ze maken een reportage, gaat de verzorger verder in zijn verhaal dat hij niet gehoord heeft. Alsof hij nu pas binnenkomt in een bioscoopzaal waar de film al heel lang draait. Maar het is niet moeilijk om te begrijpen waar het om gaat.
Over psychiatrische patiënten. Ze vinden jouw verhaal blijkbaar zeer interessant. Sergei werkt voor Moscow Times, hij neemt het interview af. Zijn dochter Lynn neemt het op met haar videocamera, je krijg het artikel te lezen en Lynn stuurt het uiteindelijke filmpje naar je op.
De verzorger wijst eerst op de lange man met het zwarte haar en de lichtjes kromme neus, dan op het meisje met het haar dat bijna oranje is. En hij knikt.
Ik ben Alan, hoort hij zichzelf zeggen. Uit gewoonte schudt hij hen allebei de hand, en precies op het moment waarop hij Lynns huid op die van hem voelt, ziet hij hoe een aarzelend trillende glimlach haar lippen vangt. Het bloed stijgt naar haar wangen, lichte blosjes van rood.
En opeens is het tien graden warmer, hij kan bijna de geur ruiken van haar bloed dat zich zo dicht onder haar huid voortbeweegt.
Warm bloed. Helderrood. Hij kan het bijna onder zijn vingertoppen voelen
Zijn huid hult zich in een laag kippenvel als de mensen tegenover hem, hem nieuwsgierig en lichtelijk nerveus aankijken. Zijn eigen woorden gaan langs hem heen, hij is er zich nauwelijks van bewust dat hij ze uitspreekt. Hij ziet alleen die angstige verwachting in de donkere ogen van het meisje.
Het was geen lustmoord. De woorden die de poort zijn naar een andere wereld. Zijn ogen kijken naar Lynn maar zien iets anders.
Zijn hart bonkt zo fel tegen zijn borstbeen dat hij bijna zeker weet dat het zijn huid uitelkaar zou kunnen rijten, een gat produceren tussen zijn tepels. Met elke slag voelt hij adrenaline, tintelende champagnebubbels doorheen zijn hele lichaam die op het punt staan uit elkaar te spatten.
Haar wangen zijn warm, haar ogen zijn felle spleetjes woede, hij voelt haar hete adem langs zijn kin strijken. Zijn vingers zijn verwrongen van emotie wanneer zijn vingers in zijn zak glijden, het ijzer voelt koud tegen zijn vingertoppen. Een felle pijnscheut trekt door zijn hand, een siddering trekt koud langs zijn rug wanneer het tot hem doordringt hoe scherp het is.
Hij klemt het handvat tussen zijn handpalm, voelt het tegen de ondiepe snee drukken die hij per ongeluk in zijn hand heeft gekerfd. Zijn naam kleeft rood en stroperig aan het bewijsstuk. Zijn lot is bezegeld.
Het mes tekent een streep verminkt vlees over haar wang, hij hoort hoe pijn haar lichaam in kreunen verlaat. Bloed welt op in de opening op haar gezicht. De zilte, roestachtige geur maakt hem duizelig, hij voelt de champagnebubbels in zijn lichaam openspatten.
Hij recht zijn rug, voelt zich gesterkt wanneer de vloeistof die haar lichaam altijd levendig heeft gehouden op zijn hand druppelt. Warm bloed. Helderrood.
Het smaakt naar ijzer en pijn, hij proeft haar verdriet op zijn tong.
De tekening van kapotte huid strekt zich telkens verder uit over haar, nu naakte, lichaam, krijgt steeds meer betekenis, hij ziet haar ineenkrimpen, maar ze is te verzwakt om te gillen. Om hulp te roepen. Hij voelt haar sidderen onder zijn aanraking en glimlacht lichtjes. Zijn lippen zijn rood.
De teint van haar huid staat gruwelijk in contrast met de lichaamsvloeistof die daar overheen sijpelt. Vannacht zal hij niet slapen. De rest van zijn leven zal bepaald worden door schuldgevoel en de aanblik van de verminkte vrouw. Heerlijk, pijnlijk en brandend schuldgevoel waar hij de rest van zijn leven niet meer vanaf komt.
Hij had wel gemoeten.
De mogelijkheid creëren om in het holst van de nacht wakker te schrikken en te schreeuwen om die nachtmerrie die hij zelf heeft veroorzaakt. De rest van zijn leven van zijn harde schijf verwijderen. De nachtmerries en geesten uit zijn verleden vervangen door de aanblik van haar voor altijd kapotte lichaam, omkranst door strengen bloed. Gestorven onder zijn handen.
Hij had wel gemoeten. Nachtmerries vervangen. Telkens opnieuw. Hij had moeten moorden. Schuldgevoel creëren.
Een doffe plof, de luchtbel waarin hij zich bijna zonder wetenschap had begeven, knapt. Hij ziet dat haar camera de grond heeft geraakt, het beeld op het schermpje is zwart geworden. Kapot.
Haar handen trillen, hij ziet hoe angst achter haar pupillen kolkt, haar ogen zijn wijd opengesperd van schrik. Alsof ze niet iets gruwelijks had verwacht. Een man die iemand had neergeknald met een pistool. Geen freak. Niet iemand die bewust moordt vanwege het moorden. Niet iemand als hij.
Ze is als een standbeeld en ziet dat de ogen van haar vader Sergei haar verwrongen gelaatstrekken bezorgd in zich opnemen.
Hij glimlacht wrang: de wereld is niet onschuldig, de maatschappij is ziek.
Moordenaars die mensen kapot maken om wraak te nemen bestaan nagenoeg alleen in boeken. Bovendien belanden die niet in inrichtingen als deze. Ze had zelf moeten bedenken hoe ziek je moet zijn om hier te geraken. Hoe anders je dan bent, hoe je verschilt van de rest van een ras dat al zoveel anders en zieker is dan de rest van de mensheid.
En ja, het spijt hem dat hij haar met de neus op de feiten heeft gedrukt. Maar hoe geestesziek hij ook mag zijn, liegen heeft hij nooit gedaan. Hij vertelt zijn verhaal aan mensen die het willen horen, omdat hij een van de weinige mensen hier is die dat kan. En omdat hij er zich niet voor schaamt. Hij deed alles voor zichzelf.
Het meisje staat op. Rent weg van de werkelijkheid. Hij weet dat ze het niet langer aankan om met hem in een kamer te zitten. Hij ziet het in haar schichtige manier van bewegen, de manier waarop ze haast in woede de deur naar buiten openrukt. Niet dat ze daar veilig is. Het is moeilijk om aan de werkelijkheid op te ontsnappen
Hij richt zijn blik op de filmcamera en grinnikt, zich nauwelijks bewust van de verzwaarde ademhaling van de mannen in de kamer. Hij heeft hen gekwetst, maar het maakt hem weinig uit. Hij kent groter schuldgevoel dan het kwetsen van mensen.
Als hij de barst in het schermpje ziet merkt hij nuchter, maar lichtelijk teleurgesteld op: Er wordt nu zeker geen filmpje meer naar mij gestuurd?
Reacties:
Hoe heb je het verzonnen? o:
Woah. Maar het is stiekem wel cuwl. Is het raar dat ik het cuwl vind? Naja. Ik vind 't leuk gedaan. (:
Een beetje "gatver", maar echt zeer veel "WAUW".
Hoe verzín je zoiets? o.o
En "nachtmerries vervangen" klinkt echt heel mooi.