Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Wearing My Scars » 07. I've learned to live half alive.
Wearing My Scars
07. I've learned to live half alive.
Hoewel ik gedacht had dat het opnieuw moeilijk zou zijn mijn bed uit te komen, viel het mee.
Ik kwam mijn bed uit, deed wat er van me gevraagd werd en ging weer naar bed. Ik praatte tegen haast niemand, behalve als iemand rechtstreeks iets aan me vroeg. Er was niemand die er wat over zei. Iedereen liet het uit zijn of haar hoofd om de namen ‘Embry’ of ‘Paul’ in mijn bijzijn te gebruiken. Ik zag beide jongens ook niet, vermeed ze zorgvuldig en zorgde dat mijn leven verder ging om hun levens heen. Met een wijde boog. Ik leerde te leven zonder écht te leven. Zonder dingen in me op te nemen, me aan iets te ergeren of überhaupt enige emotie te voelen.
Het was makkelijker deze manier van leven. Maar het was moeilijk. Want ’s avonds, wanneer ik in mijn bed lag en de duisternis me omringde, kwamen alle emoties terug.
Alle pijn en wanhoop kwam in hevige vlagen terug en overspoelde me. Ik wist niet hoe ik er mee om moest gaan; ik kón er namelijk onmogelijk mee omgaan. En misschien wilde ik er ook wel helemaal niet mee omgaan.
Ik haatte mijn gevoelens.
Ik hield nog steeds van Embry. Elke keer als ik naar de foto op mijn nachtkastje keek, barstte ik in tranen uit. Ik kon het niet aan om ons zo intens gelukkig naar elkaar te zien kijken. Het deed teveel pijn om hem met zijn voorhoofd tegen het mijne te zien leunen, het warme gevoel in zijn bruine ogen te zien en te weten dat ik hetzelfde voelde.
Ik was nog steeds hopeloos verliefd op hem en was er niet overheen dat hij het uitgemaakt had.
Maar dan was daar Paul. Dan was er het hevige gevoel dat ik voelde. Of het liefde was, wist ik niet. Maar er was een deel van me dat naar hem hunkerde, dat hem miste en hem wilde zien. Dat zijn stem wilde horen en hem wilde aanraken.
Ik probeerde mijn gevoelens tegen te gaan, wilde niet toegeven aan het gevoel dat zich langzaam meester van me maakte en mijn gedachten overnam. Het was één van de vele redenen waarom ik hem niet wilde zien en zijn naam niet wilde horen. Ik was te bang dat het dan officieel zou zijn. Dat ik dan verliefd op hém zou zijn, mijn leven met hém wilde delen en niet langer met Embry. Dat idee was nog steeds ondraaglijk.
Ik liep de keuken binnen, ging aan de eettafel zitten en werkte langzaam mijn kleine beetje avondeten naar binnen.
‘Hoe is het, Alison?’ vroeg Sue plotseling bezorgd.
Verward keek ik naar haar hand die op mijn arm lag en fronste. Het duurde de laatste tijd even voor woorden écht tot me doordrongen. Ik keek naar haar op.
‘Goed,’ antwoordde ik. Ik besefte hoe doods mijn stem klonk.
Ik zag Sue een blik wisselen met haar andere twee kinderen. ‘Eet je nog wel genoeg?’
Wat een rare vraag. ‘Ja,’ zei ik gelijk.
Weer die blikwisseling. ‘We maken ons zorgen om je. Je moet met ze gaan praten.’
Sue vermeed zorgvuldig hun namen, maar ik wist waar het over ging. Ik richtte mijn blik op mijn bord.
‘Je moet het oplossen, liefje. Dit gaat zo niet langer.’
‘O.’
Ze besloot het hierbij maar te laten. Afwezig luisterde ik naar de opgewonden stem van mijn jongere broertje.
‘Mag ik van tafel?’ Het was het eerste wat ik sinds tijden uit mezelf gevraagd had.
Het viel doodstil aan tafel.
‘Ja, tuurlijk. Ga maar,’ zei Sue snel, dankbaar dat ik iets zei uit mezelf. Ik stond op en slofte naar mijn kamer. Toen ik de deur achter me op slot gedaan had, liep ik naar de spiegel.
Ik opende langzaam mijn gesloten ogen. Het meisje wat ik in de spiegel zag, herkende ik in eerste instantie niet als mezelf.
Haar gezichtje was een tikkeltje ingevallen, haar donkere ogen lagen diep in hun kassen en stonden afwezig. Alle gezonde kleur was uit haar getinte gezicht; de donkere kringen staken er fel bij af. Mijn spiegelbeeld knipperde met haar ogen.
Toen realiseerde ik me dat dit niet langer kon. Ik besefte me dat ik de mensen om me heen pijn gedaan had door ze ongerust te maken. Het volgende wat ik realiseerde was dat ik het inderdaad goed moest maken met Paul en Embry. Dit kon zo inderdaad niet langer, Sue had gelijk gehad.
Met aarzelende passen liep ik naar mijn cd-speler. Mijn vinger bleef trillend bij de aanknop hangen en toen drukte ik hem langzaam in.
De muziek van mijn iPod vulde mijn kamer langzaam. Het deed pijn om muziek te horen, want het was één van de dingen die ik zonder pardon uit mijn leven verwijderd had. Maar het voelde als een overwinning op mezelf.
Het was een stap in de goede richting. Ik graaide in de la van mijn bureau en viste er pen en papier uit.
Ik ging op mijn bed zitten en schreef twee brieven. De eerste gericht aan Embry, de tweede aan Paul.
Reacties:
wow....
Ik voel bijna de pijn.
Ze moet hier iets aan doen, ze mag niet opgesloten blijven
dat vind ik zo zielig, ik zou echt gek worden als zoiets me overkwam
ga maar snel verder, maar school gaat voor
mooi!snel verder
xxxshauny