Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Unexpected Friendship » 77. Isn't it obvious?
Unexpected Friendship
77. Isn't it obvious?
Yvonne's P.O.V.
‘Ah, Yvonne. Je bent wakker.’
Een stem die me vaag bekend voor kwam zorgde ervoor dat ik mijn ogen opende. Het felle daglicht zorgde er uiteindelijk ook weer voor dat ik ze meteen weer sloot.
Volgens mij was madame Plijster net bezig mijn kussens goed te doen, want ik lag met mijn hoofd plat op het bed.
‘Hoe voel je je?’ Vroeg ze terwijl ze de kussens weer onder mijn hoofd schoof.
‘Ik weet niet…Leeg misschien? Ik heb hoofdpijn,’ zei ik.
‘Dat is niet zo raar gezien de omstandigheden… Professor Gibbson zei dat je van de trap was gevallen. Kun je je er nog iets van herinneren?’
Met mijn hand ging ik over mijn voorhoofd en ik voelde er een flinke bult op zitten.
‘Nee,’ zei ik. ‘Maar aan die bult te voelen moet het een flinke val zijn geweest.’
‘Jazeker, je bent blijkbaar gestruikeld toen de trappen op de tweede verdieping wisselden. Je viel helemaal de trap omlaag en belandde met je hoofd tegen het schilderij van de heks in de wei. De twee kaartspelende tovenaars zijn kennelijk zo boos geworden dat ze naar een andere lijst zijn verhuisd. De heks heeft gelukkig niets, ze is alleen wat geschrokken. Je hebt geluk dat professor Gibbson je heeft gevonden. Als Vilder je zo had gezien was hij woest geworden.’
Nu ze er iets over zei, ik kon me wel herinneren dat mevrouw Gibbson me naar boven had gedragen.
‘Je vriendin Lili is trouwens ook nog even hier geweest. Ze was geraakt door de beukwilg, en helemaal de kluts kwijt. Arm kind…’
Nog voor ik kon vragen hoe het met haar was kwam er een bekende naar binnen gelopen.
‘MONIKA!’ Riep ik blij.
‘Yvonne! Hoe gaat het? Wat is er gebeurd?’
In twee stappen stond ze bij me en ik legde haar uit waarom ik op de ziekenzaal lag.
‘Professor Gibbson heeft je naar de ziekenzaal gedragen? In haar eentje?’
‘Zeg Monika, zó zwaar is ze nu ook weer niet,’ zei madame Plijster lachend.
‘Dat bedoel ik niet, maar-‘
En op dat moment kwam ook Anderling de ziekenzaal binnen gestormd.
‘Yvonne, ik heb gehoord wat er is gebeurd,’ zei ze overstuur. ‘Ik heb al zo vaak gezegd dat ze die trappen wat veiliger moeten maken… Het was een kwestie van tijd voordat het fout zou gaan. Een eenvoudige netspreuk zou al voldoende zijn…’
‘Professor, met Yvonne gaat het goed, bent u maar niet ongerust. Als ze wilt kan ze nu zelfs al van de ziekenzaal af,’ zei madame Plijster geruststellen.
Ik wreef nog een keer over de bult en keek madame Plijster aan.
‘Dank u wel, ik denk dat het wel lukt nu.
‘Geloof me Yvonne, hier ga ik het niet bij laten. Eerst ga ik naar Perkamentus, maar Argus gaat hier ook nog het nodige van horen. Ik ben blij dat het goed met je gaat, maar het hoeft niet lang te duren voordat dit nog eens gebeurd. Ik ben er zeker van dat Perkamentus me dit keer wél gelijk gaat geven maar het is spijtig dat het zo heeft moeten lopen…’
‘Het is al goed, professor. U had er niets aan kunnen doen. Ik had gewoon op moeten letten. Waarschijnlijk kon ik gewoon de vloer niet zien door al die mensen. Maar als u het niet erg vindt ga ik even met Monika praten. Ik heb haar al een tijdje niet gesproken.’
‘Is goed Yvonne. Je hoort nog van me,’ zei professor Anderling. ‘Ik ga zelf nog even met madame Plijster praten.’
‘Kom,’ zei ik tegen Monika, en toen we buiten stonden begon ze meteen uitbundig te vertellen over hoe haar vakantie was geweest. Ik knikte gewoon ja op momenten waar het klopte en zei af en toe iets, maar stiekem was ik met mijn hoofd bij Lili. Hoe zou het met haar gaan?
‘En toen kreeg ik dus die brief van jou en Madame Plijster. Zeg, luister je wel?’
‘Jaja, het is alleen…Hoe zou het nu met Lili zijn?’
Monika keek me verbaasd aan.
‘Lili? Wat is daarmee dan?’
‘Heb je het niet gehoord? Ze is geraakt door de Beukwilg!’
Monika’s ogen werden groot, en ik trok de conclusie dat ze het nog niet gehoord had.
‘Professor Anderling zei het vlak voordat je de ziekenzaal binnen kwam. Ze is heel even langs geweest, maar verder zal het vast wel goed gaan. Anders zou ze nu nog wel op de ziekenzaal liggen.’
Monika stopte opeens met lopen. Een paar meter verderop kreeg ik het pas door.
‘Monika, gaat het wel?’ Vroeg ik bezorgd toen ik het besefte. Ze gaf geen kik.
Opeens liep ze weer verder, maar in de tegengestelde richting, terug de trap op.
‘Hé! Waar ga je heen? In de ziekenzaal is ze toch niet meer!’
‘Ik moet even iets aan madame Plijster vragen. Ga maar vast. Ik kom zo wel na.’
‘Nee, ik wil weten wat er aan de hand is. Ik ga mee.’
Ik zette het op een drafje en binnen een paar tellen stond ik weer naast haar.
‘Wat jij wilt,’ zei Monika, maar ik zag dat ze er haar bedenkingen bij had. Samen liepen we de trappen op. Monika opende de deur van de ziekenzaal en ik stond achter haar. Vastberaden liep ze naar het gordijn waar madame Plijster achter stond.
‘Eeh, Madame Plijster?’ Vroeg ze voorzichtig, en vrijwel onmiddellijk kwam haar hoofd achter het gordijn vandaan. Van schrik deed Monika een stap achteruit.
‘Wat is er Monika?’ vroeg madame Plijster
Blijkbaar was ze nu al zo vaak in de ziekenzaal geweest dat ze Monika’s naam had onthouden.
‘Nou, ik wilde het eigenlijk even over Lili hebben,’ zei Monika alsof ze helemaal niet was geschrokken. ‘Hoe zag ze eruit? Ik bedoel, een klap met een Beukwilg is wel heel erg. De meeste mensen overleven dat niet eens…’
‘Tsja, Monika, daar geef ik je gelijk in. En even tussen ons: Ze had geen schrammetje. Ze was alleen helemaal in de war. Ze zal wel net ontkomen zijn maar met haar hoofd op iets zijn gevallen of zo. Eerlijk gezegd verdiep ik me nooit in de oorzaak. Soms wíl je niet eens de waarheid weten.’
‘Maar hoe kon je haar zo snel al de ziekenzaal uitsturen? Zelfs al was ze er goed aan toe, moet je haar dan niet ter observatie laten liggen of zo? Het is wel de Beukwilg waar we het over hebben!’
De Beukwilg was een torenhoge, dikke boom die er al sinds mensengeheugenis stond. Het had de vreemde gewoonte om mensen die dicht in de buurt kwamen met zijn takken te slaan. Deze waren echter zo dik dat één klap op de goede plaats al voldoende zou zijn om iemand te vermoorden. Het was niet gek dat Monika zo bezorgd was.
‘Denk je echt dat ik dat zou doen?’ Vroeg madame Plijster. ‘Ik heb gedaan wat ik kon. Ik heb haar een drankje gegeven waardoor ze haar geheugen terugkrijgt. Ik kan niet garanderen dat ze zich het hele voorval herinnert, maar ze zal in ieder geval na een tijdje weer weten wat ze überhaupt bij die boom deed. Je moet echt gek zijn wil je daar voor de lol rondlopen.’
‘Is het niet gevaarlijk om haar rond te laten lopen terwijl ze de helft niet meer herinnert?’ Kwam ik tussenbeide, en het leek alsof madame Plijster me nu pas opmerkte.
‘Nou,’ begon ze voorzichtig, ‘het vreemde van alles is dat ze zich alleen maar het ongeluk zelf niet meer herinnert. Toen ik haar vroeg hoe ze heette, en wat ze eergisteren had gegeten, kon ze me dat allemaal vertellen. Maar toen ik wilde weten waarom ze gisteren naar de Beukwilg ging en wie ze allemaal gesproken had, wist ze dat niet meer.’
Nu ze het zei…Ik kon me eigenlijk ook niet herinneren wat ik op de trap te zoeken had…
‘En ik, madame Plijster? Was ik ook zo in de war?’
Madame Plijster glimlachtte.
‘Je was vooral van streek, denk ik. Ik had niet echt het idee dat je zo hard was neergekomen dat je je niets meer kon herinneren. Bovendien geloof ik niet dat je door een val van de trap je geheugen kwijt kunt raken, zeker niet als je vervolgens door Professor Gibbson wordt geholpen. Een klap van de Beukwilg echter…’
‘Hoe weet u zo zeker dat Yvonne van de trap is gevallen?’ vroeg Monika weer. ‘Bij zo’n lange val heb je op z’n minst nog wat blauwe plekken. Volgens mij heeft ze op die ene bult na helemaal niets.’ Monika keek me bezorgd aan. Ik had nog steeds geen idee hoe ik eruit zag maar volgens mij had ik een flink ei.
‘Het lijkt er eigenlijk meer op dat Yvonne haar hoofd heeft gestoten. Of dat iemand haar een klap voor haar hoofd heeft gegeven,’ zei Monika, en madame Plijster keek Monika verontwaardigd aan.
‘Beschuldigt u Professor Gibbson nu van liegen, juffrouw Haex?’ vroeg ze en Monika raakte in paniek.
‘Neenee, dat bedoel ik niet,’ zei ze haastig, ‘misschien heeft ze gewoon niet alles zien gebeuren.’
Terwijl ze dat zei had ik door dat ze Gibbson wel degelijk had beschuldigd van liegen, maar madame Plijster prikte er niet doorheen.
‘Het klinkt inderdaad logischer,’ zei ze kalmer, ‘maar zoals ik al zei: Soms wil je niet eens weten wat er gebeurd is. Ik denk dat we het gewoon op een val van de trap moeten houden. Zolang juffrouw Spee nergens last van heeft is het goed en kan ze binnekort gewoon weer aan de lessen deelnemen. Mocht ze ergens klachten krijgen kan ze altijd bij me terecht, maar zoals het er nu naar uitziet zal dat niet gebeuren.’
Monika en ik keken mekaar even aan.
‘Goed, dank u wel,’ besloot Monika. ‘Dan houden we u niet langer meer op,’ zei ze met oog op de kreunende patiënt die tijdens ons gesprek steeds harder met zijn hoofd in zijn kussens had geslagen. Madame Plijster zuchtte.
‘Slachtoffer van de Wemels. Geen idee wat die twee nu weer van plan zijn maar dit is de zoveelste al die op de ziekenzaal terecht komt. Ik kan er maar niet achterkomen wat deze heeft, telkens als ik vraag waar hij last van heeft gaat hij alleen maar harder kreunen en probeert hij me te slaan. Ik hoop dat het vanzelf overgaat, zoals de meeste van de Wemel’s grapjes. Al had ik laatst een hele reeks eerstejaars die een stoppelbaard hadden waar ze niet vanaf kwamen. Toen heb ik toch wel even de hulp van professor Stronk in moeten roepen.’
Dus Fred en George voerden iets in hun schild? Dat moest ik nog eens na gaan vragen.
De jongen sloeg nu zo hard met zijn hoofd in het kussen dat er een luid geborrel uit zijn keel kwam en Plijster wist niet half hoe gauw ze bij hem kon zijn.
‘Dag madame Plijster, bedankt en tot ziens,’ zei ik nog snel. Ik wilde haar verder niet tot last zijn.
‘Ik hoop dat dat nog even mag duren!’ Riep ze me na, en meteen daarna rende ze naar een kast om ongetwijfeld een van haar smerige maar effectieve drankjes tevoorschijn te toveren.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.