Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen ιn schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Digimon: Revolution. » Proloog: Brand new world!

Digimon: Revolution.

8 okt 2011 - 17:13

2429

0

333



Proloog: Brand new world!

Met een diepe zucht keken de leerlingen naar de klok. Tik tak, tik tak. Hoeveel secondes zou het nog duren? Seconden leken wel eeuwen! Zelfs de leraar had er geen zin meer in. Maarja, dat mocht ook wel, deze persoon gaf al drie uur achter elkaar les aan hen. Op dat moment klonk het geluid van de bel, die in ieders ogen een verlossing was. ''Oké iedereen, ga maar naar huis! Vergeet jullie huiswerk niet voor de volgende les!'' sprak de leraar, maar de leerlingen waren al de deur uitgestormd voordat de laatste zin hun oren kon reiken. School. Ook al was het net weer sinds twee weken begonnen, iedereen smachtten weer naar de vakantie.

''Hé, Robin! Ga je nog iets doen dit weekend?'' Het meisje keek op van de stoep, recht in de ogen van haar beste vriendin, die langs de stoep af fietste. ''Hmm, wat relaxen, denk ik,'' grijnsde ze. ''En jij?'' Haar vriendin haalde haar schouders op, voordat ze een auto moest ontwijken. Rechts rijden was dan misschien ook niet zo'n goed idee als de auto's op de linkerkant van de weg reden. ''Maar, ik moet naar huis. Ik zie je maandag wel!'' riep ze nog naar haar, en racete toen naar de linkerkant van de weg, vlak voor de auto's door. Robin kon zichzelf wel op haar voorhoofd slaan als ze af en toe het gedrag van haar beste vriendin bekeek, maar dan alleen bij het verkeer. Ze grinnikte even in zichzelf, terwijl ze nog net de neiging om zichzelf uit te rekken kon onderdrukken. Het was niet beleefd om dat tussen de mensen te doen, was haar altijd gezegd. Toch kon ze het af en toe niet laten.

Zoals gewoonlijk liep ze naar huis, terwijl ze een vrolijk deuntje neuriede dat in haar hoofd zat vastgeplakt. Soms was het een bestaand lied, een andere keer was het gewoon iets dat in haar opkwam. Dit keer was het een bestaand lied, wel te verstaan. Ze was net op de helft toen ze een raar geluid hoorde. Vlug keek ze om zich heen. Dit was niet echt de drukste stad in Odaiba, dus zou ze het makkelijk moeten spotten, niet? En inderdaad, ze had gelijk. Een groepje jongeren stonden bij elkaar, maar ze leken niet echt lol te hebben. Robin fronste even. Er waren vier jongens. Twee stonden met de rug naar haar toe, dus ze kon niet echt zien wat er aan de hand was. Wel kon ze de twee andere jongens opmerken. Nieuwsgierig als ze was liep ze erop af. ''Oi?'' riep ze uiteindelijk naar ze, wat ervoor zorgde dat de twee zich met hun hele lijf omdraaiden. Nu kon ze zien wat er gaande was. De derde knul had de vierde met zijn rechterhand vast bij zijn kraag. Zijn andere hand was tot een vuist gebald. Het meisje snoof luidt. Freshmen. Zó irritant. Zich meteen storten op de zwakste van de groep, en dat met de rest van die hele groep. Zoiets had ze vorig jaar zelf al meegemaakt. Gelukkig ging dat jaar snel voorbij.

Door haar gesnuif had nu ook de derde jongen haar opgemerkt. Geïrriteerd draaide hij zich om en zag daar de Junior staan. Hij herkende haar door een voorval van vorige week, en zij herkende hem. Ze wierp hem een nijdige blik toe, waardoor hijzelf nu begon te snuiven. Hij draaide zich om naar zijn slachtoffer, wiens blik hij nog maar net kon vangen. ''Tch, je hebt geluk vandaag.'' Vervolgens werd de knul op de harde, stenen stoep geduwd. De drie Freshmen liepen met hun handen in hun zakken weg, de richting op waar Robin stond. De 'stoerste' achterop, natuurlijk. De eerste twee, die met hun rug naar haar hadden gestaan, liepen zonder iets te zeggen langs haar af, haar totaal negerend. De derde, echter, liep express tegen haar op, terwijl hij een klein schouderduwtje gaf. Robin negeerde het gewoon. Ze wilde zich niet zo verlagen door erop te reageren. Ze wist wel beter.

Toen de jongens eindelijk langs haar waren gelopen, liep ze op de vierde jongen af, die probeerde bij te komen van de klappen die hij had gekregen. Hij zat nog op de grond, dus knielde ze naast hem neer, nadat ze haar rok zo had gevouwen zodat je er niet onder door kon kijken. Ze zou zich kapot schamen als dat ooit gebeurde. ''Hé, gaat het wel?'' De jongen keek op, en vong de blik van zijn redder in nood. Meteen keek hij weer weg, maar knikte zachtjes. ''Ben jij niet mijn buurjongen?'' probeerde ze opnieuw. Het werkte, ze kreeg de aandacht weer van hem. ''In dat geval; zullen we samen naar huis lopen? We moeten toch dezelfde kant uit,'' ging ze verder, waarna ze een warme glimlach op haar gezicht zette. Hij leek nog steeds geen antwoord te geven, maar hij stond tenminste al op toen zij dat deed. Uiteindelijk kwam hij achter haar aangelopen toen ze haar weg naar huis weer vervolgde.
''Ik ben thuis~!'' Robin sloot de voordeur met haar rechtervoet, omdat ze in haar ene hand haar tas vast had en in de ander een half ijsje dat langs het stokje naar beneden droop. Vlug duwde ze het eetbare voorwerp weer in haar mond en keek vragend rond. Toen ze geen antwoord leek te krijgen haalde ze haar schouders op. Ze was blijkbaar de eerste thuis. Ze schopte haar schoenen in een hoekje en deed de sloffen aan die bij de voordeur geparkeerd stonden, voordat ze het laatste beetje ijs naar binnen werkte. Onderweg naar huis had ze met Jake, haar buurjongen, een ijsje gehaald. Normaal gesproken was ze niet zo'n voorstander van waterijsjes, maar ze had behoorlijke dorst gekregen. Het had haar trouwens toch nog gesmaakt, dus voor één keer was het niet erg. Ze dumpte vlug haar schooltas op de trap en maakte de strik om haar nek los, waarbij ze de eerste twee knoopjes van haar onderhemd ook losmaakte. Ah, ze kon weer ademhalen. Uniformen waren soms zo stom. Maar ach, na een tijdje raakte je eraan gewend. Uit haar tas haalde ze haar telefoon tevoorschijn, waar een kleine kat als mascotte aan hong. Ze vond hem wel schattig. In één tel had ze haar telefoon open geklapt en had ze het smsje gelezen die ze had gekregen van haar vriendin. Ze lachte even geamusseerd, voordat ze antwoord gaf. Nadat het bericht verzonden was, liep ze naar de keuken toe. Ze had net een ijsje op, maar het was bloedheet, en ze had alsnog een droge keel. Met het glas drinken in haar ene hand, en haar telefoon in de andere (druk smsend), liep ze de trap op. Vervolgens opende ze haar kamerdeur en liep naar haar bureau, waar ze haar computer opstartte. Hij was sloom, maar hij deed het, en dat was het voornaamste. Haar glas zette ze neer op het bureau naast de muis, en legde haar telefoon aan de andere kant naast het toetsenbord, waar ze even later druk op begon te typen. Ah, alleen thuis zijn had zo zijn voordelen.

Realiserend dat ze twee uur van haar vrije middag had verspild aan de computer en haar ouders nog steeds niet thuis waren, ging ze even verveeld achterover in haar stoel zitten, haar hoofd zo gericht dat ze naar het plafond staarde. Had Jake misschien iets te doen? Het was te heet om naar buiten te gaan, maar ze kon hem net zo goed uitnodigen om hierheen te komen, nietwaar? Robin begon na te denken over de vraag of Jake zijn nummer wel had gegeven. De dingen die ze tegenwoordig wel niet allemaal vergat... Ze griste vlug haar telefoon van het bureau en begon druk te zoeken naar Jakes naam op de display. Toen ze hem uiteindelijk zag verschijnen glimlachte ze breed. Dus toch. Ze duwde op het groene telefoontje, wat ervoor zorgde dat het signaal naar Jakes telefoon verzonden werd. Hij ging over, dus hij moest ieder moment opnemen. ''Hé, met Jake,'' hoorde ze uiteindelijk aan de andere kant van de lijn. ''Hé Jake, met Robin. Heb je zin om langs te komen? Ik verveel me dood hier,'' sprak ze, meteen met de deur in huis. Er was een stilte, wat voor Robin een teken was dat hij nadacht. ''Euh, tuurlijk. Mijn ouders zijn toch niet thuis. Wacht, ik ben zo bij je, tot zo!'' Hij legde neer, net als zij deed. Godzijdank. Nu hoefde ze haar vriendin niet op te bellen om te vragen of zij langskwam. Die zou dat hele eind moeten fietsen. Nee, dat deed ze haar niet aan. Niet veel later ging de deurbel. Dat was vast Jake. Met een enorme grijns deed ze de deur open, en zag inderdaad de donkerharige knul voor de deuropening staan. Ze stapte opzij, zodat hij naar binnen kon en deed toen de deur weer dicht. ''Wil je iets te drinken?''

Vermoeid liet Robin zich op haar bed vallen. Het was. Te. Heet. Zelfs om elf uur 's avonds. Die hitte spoorde haar niet echt aan om haar computer nog aan te zetten en tot - god weet hoe laat - op te blijven. Haar ouders hadden net gebeld dat ze later thuiskwamen. Ze zat dus nog steeds alleen. Konden ze niet eerder bellen, ofzo? Ze zuchtte, stond langzaam weer op en liep terug naar de woonkamer. Mooi niet dat ze ging slapen zonder de ventilator op haar kamer te hebben gezet. De hitte daar was ondraaglijk, en ondanks het feit dat ze moe was, zou ze daarin echt niet kunnen slapen. Op een krampachtige manier probeerde ze de trap op te lopen met het gigantische ding, en plofte hem uiteindelijk op de laminate vloer neer op haar kamer. Nu alleen nog aanzetten. Met een kleine grijns duwde ze de stekker in het stopcontact, verwachtend dat hij aanging. Dat deed hij niet. Fronsend staarde ze naar de ventilator. Ze had hem toch nog aangelaten? Ze had alleen de stekker uit het stopcontact gehaald. Langzaam liep ze erop af, maar deinsde terug toen een fel wit licht haar haast verblindde. Vlug deed ze een poging om zich af te schermen van het licht, door haar armen voor haar ogen te plaatsen. Op dat moment voelde ze iets aan zich trekken, richting de ventilator. Snakkend naar adem probeerde ze tegen te werken, maar het was uiteindelijk tevergeefs. Het witte licht had haar uiteindelijk weten op te slokken.

''Hmmn...'' Langzaam, maar zeker opende Robin haar ogen, waar ze meteen spijt van kreeg. Een pijnsteek schoot door haar hoofd heen, die aanvoelde alsof ze een hersenvriezing ontving nadat ze tien ijsjes had opgegeten. Meteen greep ze met haar linkerhand naar haar voorhoofd. Op dat moment schoot een koude rilling over haar rug, wat ervoor zorgde dat ze langzaam rechtkwam. Het duurde niet lang of ze merkte het geknetter dat leek op het geluid als je over sneeuw liep. Vragend keek ze naar de grond. Wacht.. Hè? Was dat nou sneeuw? Opnieuw ging een koude rilling over haar heen. Hier klopte iets niet. Een moment geleden was ze nog op haar snikhete kamer! Dus óf dit was een droom, óf ze was op wereldreis gegaan met haar ouders nadat die haar bewusteloos hadden gemept met een koekenpan. Want zo voelde het wel. Ze zuchtte. Nee, dit moest wel een droom zijn, toch? Zonder ook maar een tweede keer na te denken kneep ze in haar arm. Au. Oh god, het deed pijn. Dit was levensecht! Rillend stond ze op, niet wetend of ze rilde van de kou, of uit angst. Ze wilde naar huis. Dit was absoluut niet leuk. Uiteindelijk besloot ze maar rond te gaan lopen. Punt 1: Ze zou met stilstaan niks kunnen bereiken, en punt 2: op die manier zou ze in een ijsblokje veranderen. In dit geval was lopen dus de beste optie.

''Jezus...'' zuchtte het meisje, niet precies wetend of lopen wel alsnog effect heeft gehad. Opnieuw vermoeid liet ze zich in de ijskoude sneeuw vallen. Wat had het ook nog voor zijn, ze zou hier toch niet meer uitkomen, waar ze dan ook mocht zijn. Eigenlijk interesseerde het haar ook niet meer. Een ijskoude windvlaag streek over de vlakte, die ervoor zorgde dat ze weer de zoveelste rilling kreeg. Op dat moment hoorde ze iets op haar af komen, maar het was klein aan het geluid te horen. Zacht geknetter van de sneeuw, duidde op iets kleins dat erdoor heen liep, toch? Een klein kind? Dan moest die wel door de sneeuw springen en steeds met beide voeten op de grond belanden, want ze hoorde geen ritmische pas. Nieuwsgierig keek ze op toen het geluid was gestopt. Wie of wat het ook was, het stond vlakbij haar. Vlak voor haar neus stond een rare pluizenbol haar ap te gapen. Zijn vacht was bruin met beige, en zijn ogen waren enorm en rood van kleur. Robin opende haar mond om te schreeuwen, maar ze had er de kracht niet meer voor om geluid uit haar keel te laten komen. Opnieuw verscheen er plots een wit licht, dit keer afkomstig van het rare wezentje. Het was zacht, maar er was gemompel hoorbaar. ''Tsunomon digivolved in.... Gabumon!'' Het diertje groeide langzaam en begon van vorm te veranderen. Toen het witte licht was verdwenen, had hij ook andere kleuren gekregen. Als ze niet zo bevroeren was geweest, had Robin verbaasde opmerkingen gemaakt. Wat haar nog meer verbaasde, was dat het wezen haar recht probeerde te helpen. Alsof dat al niet ggenoeg was, begon hij ook nog te praten. Van daarnet was ze niet zeker geweest, maar nu wel. Het beest praatte. Het praatte in haar taal.
Niet precies wetend wat ze zou moeten doen deed ze maar wat het wezen van haar vroeg. Ze wist niet waarom, maar ze vertrouwde hem ergens. Toen ze uiteindelijk was opgestaan en tegen hem aangeleund stond, begon hij te lopen. Ze volgde. Na een tijdje hoorde ze andere voetstappen. Doordat haar energie was weggezogen nam ze niet echt de moeite om op te kijken. In plaats daarvan begroef ze zich in de zachte vacht die het wezen om zich heen droeg. ''Oh.. Heb je een nieuwe vangst?'' Ze kon nog net opvangen wat er gezegd werd. Er werd nog een klein gesprekje gevoerd, maar dat was te ver weg voor haar om te horen. Tenminste, ze hoorde het maar heel zacht, alsof het gefluister was die door een filter werd gehaald. Op dat moment stond ze op het punt om in elkaar te zakken, door de kou en gebrek aan energie. Nog net kreeg ze mee dat ze werd opgetild, voordat het beeld weer zwart werd voor haar.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.