Hoofdcategorieën
Home » Pokémon » Densetsu no Akio. » Reckless Shuu; Bad standard?!
Densetsu no Akio.
Reckless Shuu; Bad standard?!
''Pap, ik heb pijn aan mijn poten~,'' jammerde Shuu. Normaal gesproken had hij nu een opmerking teruggekregen van Jiro of Nana. Iets in de trend van 'aansteller', maar toen de Arcanine achterom had gekeken, zag hij dat ook zij een pijnlijk gezicht trokken. ''We zijn net pas voorbij Hearthome!'' riep de gestreepte hond verontwaardigd, terwijl hij zijn pups nogmaals bekeek. ''Ja, met een omweg,'' antwoordde Shuu mopperend. Kenshin snoof en stopte abrupt met lopen. ''Best, een pauze dan maar,'' mompelde hij en rolde met zijn ogen toen hij het gejuich hoorde.
De Arcanine lag lang uitgerekt op de grond, zijn ogen gesloten. Hij sliep niet echt, dus was zich bewust van gevaar, of wat er gewoon om hem heen gebeurde. Nana was tegen hem aangekropen. Zij had blijkbaar geen zin gehad om met haar broers te ravotten, alhoewel Jiro ook op de grond lag te genieten van de zon. Shuu was echter nergens te bekennen. Tenminste... ''Hebbes!'' De kleine Growlithe kwam uit het hoge gras gesprongen, bovenop zijn kleine broertje. ''Waah! Shuu!'' Jiro probeerde zijn broer van zich af te duwen, waardoor een worsteling ontstond, terug het hoge gras in. ''Haha, Jiro is een slappeling!'' Shuu keek hem met een brede grijns aan, waar hij intrapte en nog steeds achter zijn broer aanrende. Deze ging er vandoor, maar doordat hij af en toe achterom keek voor een lange tijd, zag hij niet dat hij regelrecht op een Gloom afliep. Niet veel later vond de botsing plaats. Van schrik besproeide de Gloom Shuu met haar Poison Powder en wist toen niet hoe snel ze weg moest komen. ''Shuu, alles goed?!'' Jiro kwam gehaast op hem afgerend en keek hem bezorgd aan. ''Ja hoor... Alles gaat.. Prima..'' mompelde de Growlithe, probeerde op te staan en zakte toen weer door zijn poten. ''Shuu!'' De Growlithe keek benauwd naar zijn paniekerige broertje, voordat hij probeerde op te staan. ''Ik ga pap halen, blijf hier wachten!'' riep Jiro naar hem. Hij knikte moeizaam en legde zijn hoofd toen op de grond, terwijl hij toekeek hoe zijn broertje er meteen vandoor spurtte.
''Wat?!'' Kenshin sprong op en keek zijn zoon verbaasd aan, net als zijn dochter dat deed. ''Waar is hij?!'' Jiro knikte en rende het gras in, meteen toen die vraag werd gesteld. ''Volg me!'' riep hij over zijn schouder, maar zijn zusje en vader volgden hem al op de voet. Het duurde niet lang of ze waren al op de plek waar Shuu net had gelegen. Er was alleen één probleem: De Growlithe lag er niet meer. ''Ik zweer het, daarnet lag hij hier nog,'' mompelde Jiro weer lichtelijk in paniek. Zijn vader trok een bedachtzame blik. ''Iemand heeft hem vast meegenomen, we moeten hem opsporen,'' sprak hij vastberaden, maar je kon aan zijn stem horen dat hij dit helemaal niks vond. Dat mocht ook wel. Misschien was Shuu wel ontvoerd. Nana gooide haar neus al de lucht in en begon een enorme hoeveelheid lucht op te snuiven. Zij was de beste speurneus van de drie pups, dus voor haar was het vast wel een eitje om haar broer op te sporen. Ondanks het feit dat Shuu's leven hier op het spel stond, liet Kenshin de twee pups geweren, zonder te helpen. Ooit moesten ze zelfstandig worden, zeker voordat hij er niet meer was. Dan kon hij ze niet meer te hulp schieten bij elk probleem dat ze tegenkwamen in hun leven. Dit leek de perfecte kans om zoiets te zien. ''Deze kant op!'' riep Nana plots en ging er vandoor. Jiro en Kenshin volgden haar op de voet. Na wat bochten gemaakt te hebben en hun tempo een paar keer veranderd te hebben, was de geur van Shuu zo sterk, dat hij wel in de buurt moest zijn. De drie kwamen tot stilstand en merkten de kleine Growlithe op. Vol ongeloof staarden ze naar het schouwspel dat recht voor hun neus plaatsvond.
''Wat is..?'' vroegen de twee pups in koor, maar maakten beide hun vraag niet af. Ze keken toe hoe hun broer vertroeteld werd door een meisje met blond haar en rode kleren aan. Bij haar zat een Quilava te genieten van de zon. De kleine Growlithe in haar armen leek al opgeknapt te zijn van de vergiftiging die hij had opgelopen door zijn roekeloos gedrag, waarschijnlijk had het mens hem ervan af geholpen. Toen Kenshin een stap dichterbij het meisje deed, wiebelden de oren van de Quilava, ten teken dat hij het geluid had opgepikt van de Arcanines beweging. Meteen opende de ogen van de Quilava en stond hij op, terwijl hij zich richting de enorme hond en de twee kleinere draaide. ''Wat is er, Burn?'' vroeg zijn trainster, maar merkte bijna meteen dat er drie pokémon naar haar stonden te staren. Kenshin gromde zacht, terwijl hij strak naar de blondine keek. Uiteindelijk leek ook Shuu door te hebben dat zijn familie aanwezig was, en sprong vlug van het meisje haar schoot af. Hij rende door naar zijn broertje en zusje, maar draaide zich toen weer om naar de trainster. ''Bedankt, mevrouw!'' riep hij met een vriendelijke glimlach, maar dat verstond ze vast niet. ''Je familie maakte zich vast zorgen. Zorg dat het niet weer gebeurd,'' mompelde de Quilava. De Growlithe knikte en keek om, naar zijn vader. ''Heb je enig idee hoeveel zorgen we ons hebben gemaakt?! Ik geef jullie een kleine pauze, omdat jullie niet meteen doorwilde naar Solaceon Town, en dan gebeurt er dit!'' sprak deze kwaad. Zijn zoon kromp ineen, waardoor Kenshin zich schuldig begon te voelen.
''Wat moeten jullie in Solaceon Town?'' vroeg de Quilava, die zich in het gesprek probeerde te mengen. ''Waarom wil je dat weten?'' De Arcanine keek fronsend naar de Quilava, die simpelweg zijn schouders ophaalde. ''Mijn trainster en ik gaan daar namelijk ook heen.'' De vier pokémon wisselden onderling blikken met elkaar uit. ''Wij zijn op zoek naar de Lucario die zich niet bij de rest heeft gevormd,'' antwoordde Kenshin toen met een serieuze blik. Hij keek even gauw naar de blondine die met een droge blik naar het groepje pokémon keek. Ze kon er echt geen touw aan vastknopen. ''Rebellen, huh? Ik weet wel waar die Lucario te vinden is. Zijn precieze locatie,'' antwoordde de Quilava. ''Hoe weet ik of je te vertrouwen bent?'' merkte Kenshin meteen op. ''Omdat ik een pokémon in gevangenschap ben en mensen in deze maatschappij onderdrukt worden door de heersers, weet je nog?'' De Arcanine beet op zijn onderlip. Daar had de pokémon gelijk. ''Goed dan,'' zuchtte hij. ''Hoe ga je het je trainster uitleggen?'' vervolgde hij. De Quilava begon te grijnzen. ''Daar weet ik wel wat op.''
o3o ...
geen commentaar ...