Hoofdcategorieėn
Home » Harry Potter » The goblit of fire together » Theodoor Noot (3)
The goblit of fire together
Theodoor Noot (3)
Liesl zat nog steeds aan de ketens. Iedere keer wanneer ze Theodoor zag brak haar hart. Haar zoon was precies hetzelfde als zijn vader. Net zo kil, net zo vol woede. Toch wist ze dat hij iets minder erg was. Via het raam kon ze het huis van de buren zien, de familie Malfidus. Daar had ze het jaar ervoor Theodoor gezien. Destijds was hij aan het praten met een erg mooi meisje met zwarte haren. Ze wist niet wie dat was, maar het deed haar goed te zien dat hij er normaal mee omsprong. De andere meisjes die hij had gehad, had hij behandeld op de manier dat Leonardo Liesl behandelde.
Een zacht getik deed haar opkijken vanuit haar hoek. Een prachtige goudbruine uil zat voor het raam. Die zo te zien naar binnen wilde. Liesl keek er met grote ogen naar. Ze wist niet wat ze moest doen. Deed ze het raam open om de uil binnen te laten dan zou ze diep in de problemen komen. Riep ze, dan kon het goed aflopen. Mits Leonardo de uil op tijd zag.
“Leonardo”¯, riep ze met krakende stem. Gelijk dook ze in elkaar met haar ogen afgewend.
Er kwam geen geluid, geen antwoord. Er was alleen die verschrikkelijke doodse stilte.
“Theodoor!”¯, riep ze nu. Haar stem was minder krakend. Waarschijnlijk was Leonardo niet thuis, anders zou ze het wel gemerkt hebben.
Een verdieping hoger was een jongen met rode ogen en zwart haar een brief aan het schrijven. Deze was gericht aan Draco, zijn buurjongen en tevens beste vriend. Devon lag op zijn bed te slapen. Zoals vaker was zijn kussen ingepikt door de kat. Het geroep van zijn moeder wekte een woede in hem op. Waarom kon dat mens nou nooit eens normaal doen? Moest ze nou echt iedere keer het bloed onder zijn nagels vandaan halen? Toch stond hij met een zucht op. De ganzenveer waarmee hij de brief schreef stopte hij in het inktpotje. Devon hief zijn kleine kopje op om te kijken wat zijn baas ging doen.
“Blijf maar liggen, ik ben zo terug.”¯
Langzaam liep hij de trap af, naar de woonkamer waar Liesl zat.
“Wat?”¯ vroeg hij agressief. De uil die bij het raam zat was nog niet weg.
Met grote angstige ogen wees zijn moeder met rillende vingers naar het raam. De jongen keek op en zag de uil nu ook . Hij liep naar het raam en liet de uil binnen. Deze liet gelijk een brief vallen, met het wapen van Zweinstein, op de tafel. Dat zou toch de lijst voor het nieuwe jaar zijn, dacht de jongen. Dit zou het laatste jaar worden voor de jongen met het zwarte haar, daarna zou hij vrij zijn om te doen en laten wat hij wilde.
“Eigenlijk zou ik je moeten straffen,”¯ zei de jongen rancuneus. “Je bent ongehoorzaam geweest.”¯
“Nee, nee. Alsjeblieft, Theodoor”¯, smeekte de vrouw. Ze pakte smekend de zoom van zijn broek vast. De ketens rinkelde door de bewegingen.
“Blijf van me af vuile teef”¯, snauwde de zoon. Theodoor, die onlangs zeventien was geworden, pakte zijn toverstok en richtte hem op zijn moeder.
“Crucio.”¯ Kwam het dodelijk kalm uit zijn mond. De hand liet zijn gewaad los en begon te schokken. Tranen van verdriet stroomde over haar wangen. Gillend riep ze wat. Het was niet te verstaan. Theodoor ging door totdat ze bewusteloos op de grond lag.
De brief op tafel was niet vergeten. Theodoor had hem meegenomen naar zijn kamer waar hij het achteloos open maakte. Niet wetend dat de gevolgen van deze brief zijn leven zou veranderen.
Verrast keek hij naar de brief die inmiddels open was. Het was niet de boekenlijst zoals hij verwachtte. Het was een brief van Perkamentus, maar wat zou die hem te schrijven hebben? Na een blik geworpen te hebben op zijn kat, die nog steeds lag te slapen op zijn kussen, las hij hem door.
Geachte heer Noot,
Theodoor trok een wenkbrauw op. Heer nog wel, dacht hij.
Er zijn bepaalde zaken waar ik het met u en juffrouw Griffel over wil hebben.
Griffel? De gezichtsuitdrukking van Theodoor veranderde in een walgende blik waar haat in te lezen was. Bij iedere zin die hij las werd de walging erger.
Daarom wilde ik vragen of u op 24-08 naar het Nest, het huis van de Wemels, zou kunnen gaan. In deze brief zit een liniaal wat een viavia is naar het desbetreffende huis.
Theodoor pakte de brief op. Er zat inderdaad een liniaal in.
Met vriendelijke groet,
Professor Albus Perkamentus, schoolhoofd van Zweinstein hekserij en hocus pocus
Ps. Ga je niet naar de Wemels dan zal je per direct van school gestuurd worden. Nog een fijne dag verder.
“Wat?”¯ brulde Theodoor tegen de muren. Geen haar op zijn hoofd die eraan dacht om naar die bloedverraders te gaan. Wie dacht die oude gek wel niet dat hij was? En waarom moest die vent met hem en Griffel praten? Het sloeg nergens op. Voor zover hij wist had hij Griffel nog niets aangedaan. Er was niets wat je tussen hem en een modderbloedje in verband kon leggen. En het ergste was nog wel dat hij dan in de buurt van een modderbloedje zou moeten verkeren. Wie weet hoe lang dat zou duren.
Draco hoorde de deurbel. Hij gaf een van de huiselven de opdracht open te maken en te vertellen wie het was. De huiself boog erg diep, de mislukte neus raakte bijna de grond aan. Zijn kleine voetjes repte zich weg naar de deur.
Niet veel later was de huislef weer terug. Hij boog weer erg diep en begon toen te spreken.
“De jongenheer Noot staat aan de deur.”¯ De stem van de elf klonk erg trillerig. Hij was als de dood voor Theodoor.
“Piep niet zo”¯, snauwde Draco, “ga maar eten klaarmaken.”¯
De elf boog weer diep en verliet haastig de kamer. Draco keek de huiself na. Het waren wel handige bediendes, maar veel te bang. Hij stond op en liep naar de deur, waar Theodoor ongeduldig zat te wachten.
“Dat duurde lang.”¯
Draco grijnsde. “Huiselven wat heb je eraan.”¯ De twee vrienden keken elkaar aan en barstte in lachen uit. Je kon zien dat, dat zinnetje een oude grap tussen de twee was. Toen ze uitgelachen waren nam Draco Theodoor mee naar zijn kamer.
“Is er een reden waarom je bent gekomen?”¯ vroeg Draco na een tijdje. De twee vrienden hadden al wat langer lopen praten, maar de eigenlijke reden waarom Theodoor was gekomen, was nog niet ter sprake geweest.
“Eigenlijk wel ja. Moet je dit lezen, belachelijk gewoon.”¯ Theodoor gaf de brief aan Draco, die hem meteen begon te lezen.
Uiteindelijk was hij klaar. “De Wezels?”¯zei hij walgend. “Dit is toch een grap. Zeg me dat het een grap is.”¯
Theodoor schudde zijn hoofd met net zoveel walging op zijn gezicht als Draco.
um...heet die kat nou drake of devon?
trouwens ik d8 dat teodoor zijn moeder niet wou mishandelen, maar dat zijn vader hem dwong, daar lijkt het niet op