Hoofdcategorieėn
Home » Vampire Knight » Hunter's Princess » Contrasting feelings
Hunter's Princess
Contrasting feelings
Zero pov
Warm bloed loopt langs mijn keel naar beneden, het agressief bijtende vuur wat zich in mijn aderen heeft genesteld langzaam dovend. Eindelijk houdt het trillen op, als bittere beloning. Walgend van mijzelf, lik ik de laatste druppels donkerrood bloed van mijn lippen. De ijzerachtige smaak maakt me misselijk. Terwijl ik Artemis's bewegingsloze lichaam voorzichtig in mijn armen neem, voel ik het gewicht van mijn vampierwerend wapen,Bloody Rose tegen mijn heup drukken. Het voelt als een herinnering dat ik een mislukkeling ben, een sadistische grap van de Hunter’s Society. Gefrustreerd loop ik richting het hoofdgebouw, waar Kaname al staat te wachten, Zijn blik ontwijkend en zijn beschuldigende lichaamshouding negerend, loop ik hem voorbij. “bloedzuigers huh?”¯ hoor ik Takuma fluisteren. De kracht die ik gekregen heb van Artemis haar bloed, doet mijn vingers jeuken. Ik voel de verandering door mijn lichaam razen, mijn zintuigen op scherp gesteld. Gefocust op Artemis's gezondheid zet ik stap voor stap verder.
Het voelt alsof onzichtbare blikken in mijn rug branden, terwijl er geeneens studenten meer in het hoofdgebouw zijn. Als ik bij de schoolarts kom, wacht Kaien Cross al op me. “leg haar maar op het bed. Ze is gebeten”¯ legt hij aan de arts uit. Ze knikt ”¯ik begrijp het”¯. ik leg Artemis op het bed, ze is nog even slap en weerloos. Ik probeer me onzichtbaar te maken in een hoek, het gevoel krijgende dat er een enorme pijl op m'n hoofd gericht staat. “Zero? Waarom neem je niet wat rust? Je hebt goed geholpen”¯ stelt directeur cross me op mij gemak. Geruisloos loop ik de steriele kamer uit. Met elke stap merk ik hoe mijn zintuigen meer oorverdovend scherper worden…
Artemis pov
Met een schok schiet ik overeind. Hoe kom ik hier? Tal van slangetjes staan onder spanning als ik me omhoogwerk, meetapparatuur begint onrustig te piepen. Ik zie hoe een aantal personen geïnteresseerd rechtop gaan zitten. “ah, artemis! Je bent wakker”¯ zegt directeur cross opgewekt. “kan je je nog herinneren wat er is gebeurd?”¯ vraagt Kaname met zijn mysterieuze stem. Ik knik. “ het is niet zomaar iets wat je vergeet...”¯ reageer ik verdwaasd. Ik voel aan mijn nek, waar een klein vierkant gaasje de gaatjes netjes verhult. “dat snap ik, maar hij wordt op gepaste wijze gestraft”¯zegt Kaname. “gestraft?!”¯ reageer ik geschokt. “dit mag niet weer gebeuren, de levens van onschuldige studenten staan op het spel”¯ zegt Kaname alsof het niets is. “ Ik ben de enige die hem geholpen heeft!”¯ ik kijk hem ongelovig aan. Hoewel ik diep respect heb voor deze vampier, kan ik niet geloven wat hij zojuist gezegd heeft. “Bloed is wat hij nodig heeft, geen gezeur over de veiligheid van de studenten. Hij zal ze nooit aanvallen!”¯ hoewel ik Zero pas een paar weken ken, Weet ik hoe zijn diepgegronde haat voor vampieren als een aura om hem heen hangt, als een tweede huid. Hij zou ze nooit kwaad doen, hij zou nog reder zichzelf doden. "je kunt hem bloed blijven voeren, maar hij zal steeds meer nodig hebben. Ik hoop dat je dat begrijpt" zegt Kamame rustig. Verward schudt ik mijn. "nee..?"vraag ik, bang voor de serieuze toon in zijn stem. "ik heb je veel uit te leggen. Je kunt vanmiddag langskomen als je wilt." zegt Kaname, waarna hij zich omdraait en met lichte tred de witte steriele kamer uitloopt. Weifelend kijk ik hem na. "wil je antwoorden?" vraagt directeur cross, terwijl hij me doordringend aankijkt. Twijfelend probeer ik een afweging te maken. "Ik... Ik denk het..." ik heb zo'n vermoeden dat ik niet zeker weet of ik die antwoorden wel zo graag wil weten. "praat met hem, misschien geeft het rust." hij glimlacht naar me. "maak je geen zorgen, hij zal je niets doen. Hoe voel je je?" "goed, ik heb nergens last van" zeg ik terwijl van het verhoogde bed afstap. Mijn benen voelen loodzwaar als ze mijn volledige gewicht opvangen. "Daarnaast wil ik je nog wat laten zien, loop je mee?" ik knik en loop achter hem aan. We gaan naar buiten, waar het nog warme oktober zonnetje ons tegemoet straalt. Lang kan ik hier niet van genieten, het dichte bos verderop lijkt onze bestemming te zijn. Als we onder het groene bladerdak van de reusachtige bomen zijn, verwonder ik me over het schouwspel van groene lichtstipjes die de grond bezaaien. "Zo, daar zijn we dan" glimlacht directeur Cross. Hij wenkt naar een schaduw die op lijkt te gaan in de schaduw van de boom achter hem. Onwillekeurig hou ik mijn adem in als Zero verschijnt. Zijn blik ontwijkt me, angstig alsof hij bang is dat ik hem alsnog aanval. "zoals je ziet, Zero, is ze een sterke meid. Ze is er alweer bovenop, na nog gee dag. Maak je dus geen zorgen, ze is de perfecte prefect-partner voor je. Ze zal je door de moeilijke momenten helpen "zegt hij opgewekt, terwijl de sfeer alleen maar verslechterd. Voorzichtig haalt hij een klein doosje uit zijn zak. "beloof me, dat je deze altijd zul dragen" zegt hij serieus. Ik knik, maar kijk hem vragend aan. Hij geeft het donkerblauwe doosje aan mij."toe maar, maak open" gebaart hij ongeduldig. Ik klap het deksel open, en er ligt een prachtige zilveren armband in het zwarte satijn. Het heeft dezelfde vorm als Zero's tatoeage en er bekruipt me een ongemakkelijk gevoel. "Dit zal zal Zero uitschakelen wanneer jij een gevaar in hem ziet"zegt hij triomfantelijk, alsof dit zijn levenswerk is. Opgelaten kijk ik naar Zero, die nog steeds zijn blik afwend. Tegen wil en dank doe ik het zilverwerk om. "nou?" zegt Cross gretig. "Het is prachtig..."niets hiervan was gelogen, maar toch voelde ike verplicht om hem te bedanken voor dit eigenaardige cadeau. "mooi, test hem maar uit. Nou, waar wacht je nog op? Hou hem tegen zijn tatoeage!" gebaart hij ongeduldig. Schuldbewust en met loden voeten loop ik naar Zero, die nogal niets gezegd heeft. "het spijt me" fluister ik. Een plotselinge, vernietigende blik doet me nog meer aarzelen. Zijn helder paarse ogen doorboren die van mij. " Kom op zeg. Je gaat hem niet vermoorden!" grinnikt directeur cross. Nog steeds niet helemaal overtuigd, hou ik de armband tegen zijn tatoeage. Angstig scherm ik mijn gezicht af, het embleem van de armband begint namelijk te gloeien alsof een bloedheet vuur hem van binnenuit verhit.dan bevrijdt het zichzelf envloeit door de lijnen van zero's tatoeage, vreemd koel blauw en roze licht verplaatst zich geruisloos door zijn aderen. Via zijn armen en benen werkt het zich rechtstreeks naar zijn handen en voeten, het is een intrigerend spektakel. Er ontstaan tentakels van hetzelfde licht vanuit zij ledematen en ik kijk machteloos toe hoe Zero op de grond gewerkt wordt door het mooie maar angstaanjagende licht. Eenmaal op de grond, ontstaan er rijkelijk versierde pijlen van het licht en gaan dwars door zijn handen en voeten, de grond in. Ik zie hoe hij op zijn lip bijt van machteloosheid. In minder dan 20 seconden, is het dus mogelijk om een sterk iemand te vloeren met mijn armband. "geweldig hè? Wat vind je ervan?" vraagt de directeur vrolijk. "wreed" mompel ik, terwijl Zero nog steeds op de grond ligt."wat zei je?" vraaghij. "inventief" reageer ik dan maar. De directeur glimlacht breed. "doe nou hetzelfde, dan bevrijdt je hem weer " ik loop naar Zero en kniel naast hem neer. Nog altijd ontwijkt hij mijn blik, als ik dichterbij zijn nek kom , deinst hij onwillekeurig terug. Behendig houdt ik het armbandje tegen de plek aan en al het licht lost op alsof het er nooit is geweest. Met een soepele beweging staat Zero op en kop weg. "Ik hoop dat je begrijpt dat dit voor je eigen bescherming is, je moet het gebruiken als je weer bedreigd wordt" Zegt hij ineens erg serieus. Ik knik en bedank hem nogmaals voor het armbandje. Dan lopen we terug, waarbij jij me op hart drukt met Kaname te gaan praten. Het klinkt als vrij dringend, de directeur blijft maar door gaan over dat ik meer moet weten...
Na het avond eten in mijn eentje te hebben verorberd aan de ronde tafel in de keuken van het huis van de directeur verzamel ik mijn moed en loop richting de night dorm. De Avond begint te vallen en besef dat ik laat ben. Ik duw met al mijn gewicht tegen de zware houten deuren. De donkere hal met zijn twee grote trappen is schaars verlicht met prestigieuze kandelaren. Plotseling voel ik een licht briesje langs mijn Blote armen strijken. In minder dan een seconde pak ik min. Boog en span hem strak. "waag het" sis ik tegen de persoon die nu plotseling voor me staat. Bleek, lang, blond haar hangt langs het prachtige gezicht van de gekwelde jonge vrouw. "wat doe je hier?" fluistert ze gealarmeerd. " ik ben opzoek naar Kaname" zeg ik, mijn boog nog steeds op haar gericht. Haar gezicht verstrakt. "wat kom je doen?" vraagt ze terwijl ze verdedigend haar tanden ontbloot. " Ruka, geef onze gast eens een beetje vertrouwen" klinkt een plotselinge mysterieuze stem. Ze schrikt en knikt nederig."Maar natuurlijk kaname-Sama" Zegt ze met tegenzin. Kaname wenkt me. "kom, dan gaan we naar boven, het is daar rustiger en gezelliger" zegt hij met een knipoog. Ik stop mijn boog weg, en volg hem de grote trap op. We gaan een kamer binnen, en ik net een glimp op van Ruka's ontzette blik. "ga lekker zitten, ik zet thee" zegt Kaname terwijl hij naar de keuken van de gigantische kamer loopt. Het is een groot appartement, met een balkon dat uitkijkt over het geweldige park met bomen dat bij de Cross academie hoort. Ik ga in een tweezits bank zitten en bekijk de kamer, waaruit meteen opvalt dat het een karakteristieke en klassieke uitstraling heeft. In de hoek staat een prachtige donkerhouten vleugel en zware gordijnen sieren de ramen. Nog voordat ik mijn oog heb kunnen laten gaan over al het stijlvolle meubilair, komt kaname terug met een dienblad met heerlijk geurende thee. Er jaagt een vlaag van zenuwen door mijn maag als Kaname zijn blik langs me laat gaan. Ongemakkelijk kijk ik naar de grond. Het is een tegenstrijdig gevoel, ik zit hier met een van de gevaarlijkste wezens van de academie, mijn vijanden. En toch, ben ik niet bang. "Dat is omdat je weet dat je min nie aankunt. Althans, nog niet" zegt Kaname met een flauwe glimlach. Een vlaag roodmakende warmte schiet langs mijn kaken. "hoe...?" kijk ik hem verbijsterd aan. " Gokje. En gewenning. Dit is wat de meesten opmerken als ze bij mij in de buurt zijn, maar dat is wat hen zwak maakt" zegt hij grinnikend. "maar jij niet, zeker niet zwak. Je bent speciaal. En dat weet je...”¯ hij kijkt me indringend aan. Opgelaten strijk ik over mijn rokje. ‘’Ik zou niet weten waar je het over hebt. Ik doe mijn werk, dat is alles’’ mompel ik. Kaname trekt een wenkbrouw op. ‘’Ze hebben je het nooit verteld…’’ gaat hij in gedachten op. ‘’Je bent erg speciaal. Het is nog niet duidelijk, voor jou evenmin als voor ons. De Hunter Society heeft desondanks grote plannen met je, plannen die ons ook nog niet zijn verteld’’ hij pauzeert even. ‘’Wacht even, wie is ons?’’ vraag ik achterdochtig. ‘’Kaien Cross en ik. Dit moet de rede zijn waarom hij je zo graag op de academie wilde hebben, weg bij de mensen die niet weten hoe ze je moeten beschermen nog begeleiden.’’ Zegt hij peinzend. ‘’Ho eens!’’ Roep ik een beetje beledigd. ‘’Deze mensen hebben geweldig voor me gezorgd, ik kwam niets tekort, zelfs toen mijn ouders net vermist waren hebben ze me de steun geboden die ik nodig had!’’ Dit is een steek recht in mijn hart, ik hou nog steeds erg veel van mijn pleeg ouders.’’Het spijt me als ik je beledigd heb,dat was niet de bedoeling’’ Zegt Kaname verontschuldigend. Ik schud mijn hoofd. ‘’Nee, sorry. Het is mijn fout, het spijt me. Ik moet begrijpen dat dit waarschijnlijk het beste voor me is’’ verontschuldig ik me voor mijn onbeschofte gedrag. Kaname glimlacht warm. ‘’Maak je geen zorgen,je bent hier altijd welkom. Je beledigt me niet door je gedachten uit te spreken, hoor’’ Onzeker veeg ik een plukje van mijn haar achter mn oor. Kaname zucht. ‘’Zo onschuldig…’’ zijn bruine ogen ontmoeten die van mij. ‘’Pas alsjeblieft op jezelf, de Hunter Society zal je niet zomaar sparen voor hun doelen’’ zegt hij serieus. Ik snuif. Ik vertrouw de Hunter Society voor geen goud, ze hebben de zaak van mijn ouders als een baksteen laten vallen toen bleek dat hun lichamen niet gevonden werden. ‘’Als er maar iemand op Zero past, dat is belangrijker’’ Kaats ik terug. Kaname zucht zo mogelijk nog dieper. ‘’Er is iets met Zero, dat moeilijk opgelost kan worden’’ Hij staat op en loopt naar het raam. ‘’Zero is op jonge leeftijd aangevallen door een Pureblood, zijn bloed is vervuild. Diezelfde Pureblood heeft ook zijn ouders vermoord. Hij heeft toegegeven aan zijn drang, en is dus teruggevallen. De Level-E’s waar je op hebt gejaagd, zijn ook ooit vrije geesten geweest. Als eenmaal de eerste druppel is gevloeid, is heersen helse pijnen over hem en zal hij steeds verder afzakken…’’ Kaname draait zich om en loopt naar de bank waar ik verstijfd van ongeloof op zit. Hij gaat naast me zitten. ‘’Ik weet dat dit moeilijk voor je is, maar je moet het loslaten’’ Ik schud mijn hoofd. ‘’Er is dus een oplossing?!’’ Kaname knikt. ‘’Maar het is niet voor niets dat zoveel Level-E’s het leven laten…’’ Ik kijk naar de grond en laat de loodzware informatie op me inwerken. Zachtjes pakt Kaname mijn kin en dwingt me om hem aan te kijken. ‘’Luister naar me’’ Zegt hij terwijl de zweem van nervositeit terug komt en door mijn maag raast. ‘’Je mag je niet laten afleiden. Je bent speciaal, weet je nog? Je kunt je niet druk maken om een verloren geval’’ Geschokt trek ik me terug. ‘’Verloren geval?! Het enige wat hij nodig is, is bloed! En ik kan hem dat geven!’’ Zeg ik ontzet. Kaname kijkt me doordringend aan. ‘’Hij zal steeds meer nodig hebben. Het is niet aan jou, laat het gaan.’’ De dwingende toon en de geringe afstand tussen ons maakt dat ik me ongemakkelijk voel als een verliefd schoolmeisje. ‘’Het geeft niet, ik kan het hem geven, hij is ook lid van de Hunter Society. Zo hoeft hij zich niet te verantwoorden!’’ Zeg ik in het nauwgedreven. ‘’En wat zal de Hunter Society zeggen als hun voornaamste Hunter een avondmaal is voor waar ze normaalgesproken op jaagt?’’ zegt hij. Hij strijkt met zijn hand langs mijn gezicht en stopt een plukje van mijn haar achter mijn oor. Ik houdt mijn adem in, verlamd door de intimiteit en zachtheid waarmee hij mijn huid aanraakt. Blozend wil ik mijn gezicht afdraaien, maar zijn prachtige bruine ogen houden me gevangen. ‘’Laat ik het anders zeggen’’ Zegt Kaname terwijl hij de ruimte tussen ons nog kleiner maakt en ik zijn zware parfum ruik. Hij houdt zijn gezicht vlak langs dat van mij en fluistert in mijn oor : ‘’Ik verbied het je, je kostbare bloed aan een verloren geval te geven…’’ Ik versteen als zijn koude adem langs mijn wang strijkt…
Ik hoop dat jullie het leuk vonden, en ik zou graag willen weten wat jullie er van vinden. Feedback & of reacties zijn altijd welkom!
Reacties:
Oeh, spannend, ik heb hier geen woorden voor, alleen:
Snel verder...
Gr. Iloveanime
oeeeeeeeeeee spannen
ddoor