Hoofdcategorieën
Home » Naruto » Kaiya » Hoofdstuk 8: De gevaarlijke missie
Kaiya
Hoofdstuk 8: De gevaarlijke missie
Ik open mijn ogen en ik kijk rond. Ik sta in een kamer gehuld in het duister. ‘Waar ben ik?’ vraag ik. Een gevoel van angst kruipt langzaam omhoog. Ik zet een stap en schrik van het holle geluid die te horen is. Net alsof ik in een ijzeren kamer sta. Ineens zie ik een paar ogen naar mij staren. Zonder te knipperen. Ik wordt er onrustig van. ‘Vuur is zo mooi, maar ook zo dodelijk.’ hoor ik een stem zeggen achter mij. Snel keer ik me om, maar er staat niemand. ‘Vuur is zo mooi, maar ook zo dodelijk.’ hoor ik ineens van alle kanten. De stem blijft het maar roepen en ik raak in paniek. De stemmen galmen door de kamer. De ogen komen dichterbij. Dan verdwijnen ze en is het weer doodstil. Ik haal snel adem. Plotseling verschijnt Zaku uit het duister en staat recht voor mij. Zijn ogen net zo kil en koud als de laatste keer dat ik hem zag. ‘Vuur is zo mooi, maar ook zo dodelijk.’ zegt hij. Ineens staat de kamer in lichte laaien. Ik hoor mijn zusje huilen van angst en daarna weer die pijnlijke stilte. Zaku begint als een gestoorde gek te lachen en geeft mij een duw. Ik val op de grond en kijk angstig naar mijn broer die zijn zwaard optilt en driegend in de lucht houd. ‘Dag, zusje van me.’ zegt hij en steekt mij. Op dat moment schiet ik overeind. ‘Nee!’ schreeuw ik keihard. Naruto slaat een gil van schrik en valt uit zijn bed. Ik haal snel adem en ben helemaal bezweet. Naruto wrijft pijnlijk over zijn hoofd. Ik kijk de kamer rond om zeker te zijn dat Zaku er niet staat en of ik nog in die enge kamer ben. Het blijkt niet zo te zijn en ik haal weer opgelucht adem. ‘Gaat het?’ vraagt Naruto bezorgd. Ik kan even niet antwoorden. De angst heeft mij nog steeds in zijn greep. Naruto staat op om een glaasje water te halen. ‘Hier.’ zegt hij en houd het glas voor me. Ik pak het trillend vast. ‘Het was maar een nachtmerrie.’ stelt Naruto mij gerust. Ik knik. ‘Sorry dat ik je wakker maakte.’ zeg ik langzaam. ‘Geeft niet. We moeten toch opstaan.’ zegt Naruto en strompelt naar de badkamer om zijn tanden te poetsen. Ik zet het glaasje water weg. Tranen springen in mijn ogen als ik terug denk aan de nachtmerrie. Het huilen van Hama zou ik nooit vergeten. Zouden mijn ouders toen al gedood zijn voordat Zaku het huis in brand zette? Ik schud mijn hoofd. Ik wil er niet aandenken. Naruto komt terug en begint zich gewoon aan te kleden. Ik kijk de andere kant op. ‘Ik moet mezelf even opfrissen.’ zeg ik als excuus om de kamer uit te gaan. Naruto haalt zijn schouders op. Snel loop ik de badkamer binnen. Ik hoef niet te zien hoe hij van onderbroek wisselt. Ik staar naar mezelf in de spiegel. Ik plens even water in mijn gezicht. Het voelt verfrissend aan. Ik keer weer terug naar de kamer. Naruto zit aangekleed op zijn bed. Ik schraap mijn kleren bij elkaar. ‘Mag ik?’ vraag ik. Naruto doet een hand voor zijn ogen. ‘Je kan.’ zegt hij. Ik schraap mijn keel. ‘Ik ga al.’ zegt Naruto en loopt de badkamer in. Snel kleed ik me aan. Samen lopen we naar het kantoor van de hokage. We zien Sasuke al staan, maar Kakashi is spoorloos. We hebben twintig minuten op Kakashi staan wachten voordat hij binnen kwam. ‘Sorry dat ik zo laat ben, maar ik moest een kat uit een boom halen voor kleine kinderen.’ zegt Kakashi. Ik rol met mijn ogen. Altijd hetzelfde liedje. ‘Wat is de missie voor vandaag?’ vraagt hij aan Iruka. Iruka bladert tussen de papieren en pakt er uiteindelijk een. ‘Een boer helpen met zijn land.’ zegt hij. Dat is kort en krachtig. Naruto balt zijn vuisten en springt op de tafel voor Iruka. ‘Dat is niet eerlijk! We zijn ninja’s en kunnen heus wel wat hebben, hoor.’ protesteert hij. Iruka en Naruto kijken elkaar venijnig aan. De hokage zucht. ‘Fijn, als je een gevaarlijke missie wilt, dan krijg je er een.’ zegt hij humeurig. Naruto kan zijn oren niet geloven en ik ook niet. Kakashi lijkt het wel best te vinden en Sasuke ook. Naruto begint breed te lachen en wilt niet eens luisteren naar derest van de missie. Als een sneltrein rent hij naar buiten. Ik sla een hand op mijn voorhoofd. ‘Sukkel.’ zeggen Sasuke en ik tegelijk. Als we de missie hebben gehoord, lopen we naar de poort van het dorp. ‘Ik geef jullie een kwartier om jullie spullen te pakken en hier te verschijnen.’ zegt Kakashi. We knikken. Ik loop samen met Naruto mee naar zijn appartement. ’Wat moeten we eigenlijk doen?’ vraagt Naruto. ’We moeten een bruggenbouwer beschermen.’ antwoord ik. Naruto krijgt al een stuk minder zin in de missie. ’Waarom een bruggenbouwer? Wat heb je aan die gasten?’ vraagt hij en steekt de sleutel in het slot van zijn appartement. Ik heb eigenlijk niets om mee te nemen. Ik check wel of al mijn Kunai’s en Shurikans erin zitten. Naruto stopt zijn tas vol met ramen. ‘Wat moet je met een kilo ramen?’ vraag ik. ‘Om te eten natuurlijk.’ antwoord Naruto. Ik schud mijn hoofd. Uiteindelijk vertrekken we naar de poort. Daar staat Sasuke al en tot onze verbazing, is Kakashi er ook. ‘Hebben we alles?’ vraagt hij. Naruto en ik knikken. ‘Dan gaan we.’ zegt Kakashi. De poort gaat open en we gaan op weg naar waar onze missie begint.
Nice ik kan niet wachten tot een nieuw hoofdstuk uitkomt
xxx