Kaiya

Hoofdcategorieën

[complete lijst]

Nu on-line: (0)

[complete lijst]

Home » Naruto » Kaiya » Hoofdstuk 9: Gelogen

Kaiya

Geschreven door:

BornThisWay

Onderdeel van:

Kaiya

Laatst bijgewerkt:

29 nov 2011 - 16:35

Aantal woorden:

1280

Aantal reacties:

Aantal keer gelezen:

427

Hoofdstuk 9: Gelogen

Onderweg wordt team 7 aangevallen door Chuunin van het dopr verborgen in de mist. Blijkbaar heeft de man die zij moeten beschermen iets verzwegen.

We ontmoeten de bruggenbouwer in een café vlakbuiten ons dorp. Kakashi doet de deur van het café open en stapt het café binnen. In een hoekje aan de linkerkant van het café zitten dronken mannen. Ik loop langs hun tafel. ‘Hey, lekkertje.’ begint een van de mannen. Ik negeer ze en loop achter Kakashi aan gevolgd door Naruto en Sasuke. De man vindt het duidelijk niet leuk dat ik hem negeer. Dronken komt hij aangewaggeld. Als hij naast me staat, pakt hij een plukje haar en doet het achter mijn oor. ‘Blijf van me af.’ beveel ik. De man komt steeds dichterbij met zijn mond. Hij ruikt naar bier en andere alcohol dranken. In een flits pak ik mijn Kunai en houd het tegen zijn keel aan. ‘Laat me met rust.’ zeg ik woedend. De man begint te lachen. ‘Een meisje met pit.’ zegt hij geamuseerd. Ineens staat Kakashi voor hem. ‘Laat haar met rust.’ zegt hij. De man schrikt en gaat mopperend terug naar zijn tafeltje. Ik stop mijn Kunai weg. Een man komt naar ons toe. ‘Dus jullie moeten mij komen beschermen?’ vraagt hij ongelovig. Kakashi knikt. De man zucht en drinkt uit zijn glas. Fijn, weer een dronklap. ‘Die kleine.’ begint de man. ‘ik geloof niet dat jij een ninja bent.’ Naruto begint te lachen en kijkt mij aan. Ik schud mijn hoofd. Naruto stopt een beetje met lachen en kijkt naar Sasuke. Sasuke schud ook zijn hoofd. Dan krijgt Naruto de hint door. De man bedoelde hem. Sasuke is groter dan Naruto en ik, maar ik ben groter dan Naruto. Naruto wordt boos en vliegt bijna de bruggenbouwer aan. Kakashi houd hem tegen. ‘Naruto, beheers je.’ beveelt hij. ‘Ik ben Tazuna.’ begint de bruggenbouwer. ‘Ik ben Kaiya.’ stel ik mezelf netjes voor. ‘ik ben Naruto Uzumaki.’ zegt Naruto met tegenzin. Hij mag de man duidelijk niet. Sasuke houd zijn mond. ‘Dat is Sasuke.’ zeg ik. De bruggenbouwer doet een stap naar voren zodat hij vlak voor ons staat. ‘Ik verwacht veilig terug te keren naar mijn dorp. Zelfs al moeten jullie je leven geven.’ Dat is gewoon het leven van een ninja. Je leven staat continu op het spel. We verlaten het café en gaan op weg naar het dorp van Tazuna.

Tazuna bekijkt Naruto van top tot teen. ‘Ik geloof nog steeds niet dat hij een ninja is.’ zegt hij humeurig. Naruto stopt met lopen en keert zich woest om. Zijn ogen spuwen vuur. ‘Je mag ninja’s niet beledigen en ik ben toevallig wel Naruto Uzumaki en ik wordt ooit hokage en dan kijk je tegen mij op. Onthoud dat!’ roept hij nog een beetje beheerst. Tazuna neemt nonchalant ene slok van zijn glas. ‘Een hokage is wijs, jij bent een dwaas.’ Dat was een harde opmerking. ‘Kop dicht!’ roept Naruto en flipt helemaal. Kakashi houd hem tegen door zijn rugzak vast te pakken. ‘Ik heb het nog verteld: Je moet onze klant beschermen, niet aanvallen.’ zegt hij streng. Naruto negeert hem en als een woest beest slaat hij met zijn armen en benen. Ik heb ineens een raar gevoel en ik kijk naar een boom in de buurt. Ik zie niets. Het zal vast wel een beest zijn. We lopen verder en ik heb steeds het idee dat iemand of iets ons in de gaten houd. Ik ruik zijn of haar bloed. We komen bij een riviertje en steken een klein bruggetje over. Uiteindelijk staan we op een klein openplekje in het bos. Kleine plasjes water liggen verspreid. Ik vertrouw de zaken niet. ‘Kakashi-Sensei.’ begin ik. Kakashi kijkt me vragend aan. ‘Ik vertrouw het niet zo. Ik heb het idee dat we worden gevolgd.’ Op dat moment springt er iemand achter ons om ons aan te vallen. We kijken om en zien twee mannen. Uit hun armen komen kettingen die om Kakashi vastbinden. Ze trekken de kettingen aan en ineens verdwijnt Kakashi. Alles gebeurde in een seconde of twee. ‘Kakashi-Sensei!’ roept Naruto. Plotseling verschijnen de twee mannen achter hem. ‘Het is nu jouw beurt.’ zegt een van de mannen. Sasuke en ik komen tegelijkertijd in actie. Ik neem de linkerman te grazen door zijn kettingen tegen een boom te nagelen. Sasuke had hetzelfde idee, maar dan met de rechter. De twee mannen kunnen zich niet meer bewegen. Sasuke geeft ze nog een trap in hun gezichten. Naruto staat met open mond naar ons te kijken. De mannen lozen hun kettingen en stormen op Naruto en Tazuma af. Ik spring voor Tazuna en sta klaar om aan te vallen. De man die op mij afkomt strekt zijn arm uit, maar ik verkoop hem een trap op zijn kaak en schop hem van me weg. De andere man komt ook op mij afgestormd. Ineens staat Kakashi voor me en houd zijn arm tegen de keel van de man. De mannen geven zich over. ‘Haai.’ zegt Kakashi nonchalant. Ik glimlach. Dat had ik echt niet verwacht. Naruto begrijpt het niet. ‘Maar…hij.’ zegt hij en kijkt achter zich. Er liggen stukjes hout op de plaats waar Kakashi door de mannen werd aangevallen. Tazuna haalt opgelucht adem. Hij is toch wel blij met ons, alleen wil hij het niet toegeven. ‘Goed werk Sasuke en Kaiya.’ complimenteert Kakashi. Ik glimlach. Mijn eerste C-rank missie en ik heb het al goed gedaan. Sasuke staat neutraal voor zich uit te staren. Dat complimentje blijkt hem niet te boeien, tot grote ergernis van Naruto. ‘Je bent toch niet gewond? Bang katje.’ vraagt Sasuke arrogant en gemeen. Sasuke kan soms echt gemeen zijn. Naruto wordt rood van woede. ‘Sasuke!’ roept Naruto woedend en wil Sasuke aanvliegen. ‘Naruto!’ roept Kakashi hem terug. Naruto kijkt geërgerd naar Kakashi. ‘Deze ninja’s hebben gif op hun klauwen. Je moet niet te veel gaan bewegen, anders verspreid het gif zich.’ Naruto verstijfd van angst. ‘We moeten het uit je lichaam halen.’ vervolgd Kakashi. ‘En meneer Tazuna.’ Tazuna schrikt. ‘Ja, wat is er?’ vraagt hij zenuwachtig. Dat maakt hem verdacht. Slecht geweten, misschien? ‘We moeten praten.’ zegt Kakashi streng. Schijnbaar vertrouwd Kakashi hem ook niet helemaal. Kakashi bind de twee mannen vast aan een boom. ‘Dit zijn Chuunin van het dorp verborgen in de mist. Zij blijven vechten. Het maakt niet uit wat er allemaal voor opgeofferd moet worden.’ zegt Kakashi. De mannen kijken hem vuil aan. ‘Hoe wist je eigenlijk van onze hinderlaag?’ vraagt een van de mannen. ‘Een plasje water, op een zonnige dag terwijl het dagen niet heeft geregend. Dat is nogal verdacht.’ zegt Kakashi. ‘In dat geval, waarom liet je het gevecht over aan de Genin?’ vraagt Tazuna. ’Ik kon ze zo verslaan, maar als ik dat deed, leerde ik niets van ze.’ legt Kakashi uit. ’Ik moest weten wie hun slachtoffer was.’ Kakashi kijkt Tazuna wantrouwend aan. Tazuna slikt even. Ik wist dat die man niet te vertrouwen was. Ik voelde het al aan. ’Wat wil je ermee zeggen?’ vraagt Tazuna geïrriteerd. Kakashi wend zich naar Tazuna. ’Ik wilde weten of ze achter ons aan waren.’ het blijft even stil. ‘of achter jou. Toen je je verzoek deed, vroeg je om een standaard bescherming tegen rovers of ander gespuis. Je hebt niet gezegd dat er ninja’s achter je aanzaten. Als we dit wisten, dan had het een B-rank missie of hoger geweest. Onze taak was om je veilig naar je bestemming te brengen en je te beschermen terwijl jij je brug afmaakt.’ Tazuna kijkt naar de grond. Dit is best schokkend. Kakashi gaat gewoon door. ‘Als we hadden geweten dat er ninja’s in het spel waren, dan hadden we rekening gehouden met een B-rank missie. Blijkbaar heb jij je redenen daarvoor, maar tegen ons liegen is niet acceptabel. We mogen nu deze missie niet meer uitvoeren.’