Hoofdcategorieėn
Home » Harry Potter » Another fight against evil - complete » Hoofdstuk 12: Het feestmaal en een geheime gang
Another fight against evil - complete
Hoofdstuk 12: Het feestmaal en een geheime gang
Aan de poort van Zweinstein stond Vilder al klaar om iedereen te controleren. Hij controleerde Fred, George, Sam en Leo extra grondig maar vond tot zijn spijt niet direct iets wat hij in beslag mocht nemen. Fred nam opgelucht adem.
“Dat scheelde maar een haartje, hij had bijna onze fopartikelen ontdekt!”¯
“Och man, onze geheime verstopplek zal niemand vinden!”¯
“Ja, maar toch, hij zat er heel dichtbij!”¯
“Maar hij heeft niets gezien, toch? Dus stop maar met je zorgen te maken!”¯
Iedereen zat druk te praten toen professor Anderling binnen kwam met achter haar een lange rij eerstejaars. Ze gingen in een grote groep voor de sorteerhoed staan. Er werd druk gefluisterd.
“Hoe kan zo'n oude hoed ons nu deftig indelen?”¯
“Kan die hoed praten?”¯
“Die hoed gaat ons opeten!”¯
“Ik hoop dat ik bij griffoendor kom!”¯
“Stel je voor dat die hoed me nergens indeelt!”¯
“STILTE! Ga allemaal in een rij staan, ik roep jullie één voor één af, als je je naam hoort zet je de sorteerhoed op je hoofd en ga je op het krukje zitten, zodra je je afdeling weet ga je aan je afdelingstafel zitten. Begrepen?”¯ zei Anderling met luide stem.
Alle eerstejaars knikten braafjes van ja. Professor Anderling begon luid en duidelijk de namen te zeggen en één voor één zetten de eerstejaars de sorteerhoed op hun hoofd die dan HUFFELPUF, RAVENKLAUW, ZWADDERICH of GRIFFOENDOR riep.
“Ooh, nu komt ons broertje!”¯ zei George.
“Wemel Ron!”¯
Ron schuifelde voorzichtig naar voor, zette de hoed op zijn hoofd en ging op het krukje zitten.
“Hmm, een wemel hè, hmmm, nou ja, natuurlijk, GRIFFOENDOR!”¯
Ron glimlachte breed. De tafel van Griffoendor applaudiseerde luid en Ron ging aarzelend naast zijn broers zitten.
“Phoe, ik had even schrik dat ik niet bij Griffoendor zou worden ingedeeld.”¯
Op dat moment vlogen de geesten binnen, Haast Onthoofde Henk scheerde over de tafel van Griffoendor. “En, zijn er veel eerstejaartjes bij ons ingedeeld?”¯
“We mogen niet klagen hè Henk.”¯ antwoordde Fred
“Aha, nog een Wemel zie ik.”¯
“Wie ben jij?”¯ vroeg Ron.
“Heer Hendrik van Malkontent tot Maling, tot uw dienst.”¯ sprak Henk keurig.
“Bent u niet Haast Onthoofde Henk?”¯
“Heer Hendrik van Malkontent tot Maling, vind ik beter klinken.”¯
“Hoe kunt u nu haast onthoofd zijn!?”¯ riep een brutale eerstejaars.
“Welja, op deze manier.”¯
Henk nam zijn hoofd vast en trok. Zijn hoofd viel op zijn schouder. Een paar meisjes begonnen te gillen, Henk zette zijn hoofd terug op zijn nek en lachte. “Spectaculair, niet?”¯
Niemand antwoordde. “Achja, ik ga maar eens naar de andere kant van de tafel, tot nog eens.”¯
En na een buiginkje draaide hij zich om en begaf zich naar de andere kant van de tafel. Toen alle eerstejaars waren ingedeeld sleepte Perkamentus zijn stoel naar achteren, schraapte zijn keel en zei met krachtige stem: “Welkom iedereen! Ik wil eerst en vooral de eerstejaars hartelijk welkom heten en ik hoop dat ze gaan genieten van hun tijd hier op Zweinstein, voor de rest heb ik niet zoveel toe te voegen, dus laten we maar beginnen met eten!”¯
Iedereen applaudiseerde luid voor hun schoolhoofd en toen het applaus wegstierf vulden de schalen zich met eten. Ron keek met grote ogen naar al dat lekkers en begon snel zijn bord te vullen. Ook Sam en zijn vrienden vielen direct aan. Percy daarentegen nam voorzichtig een stukje vlees en begon keurig te eten. Fred en George rolden met hun ogen toen ze dat zagen en begonnen met hun handen te eten omdat ze te lui waren om hun eten netjes te snijden. Toen iedereen volzat kwam het dessert.
“Wie maakt al dit eten eigenlijk?”¯ vroeg Ron.
“Huiselfen, ze vinden het superleuk,”¯ antwoordde Fred.
Na het eten ging iedereen naar hun eigen afdelingszalen. Percy vervulde zijn rol als klassenoudste meteen: “Kom eerstejaars, volg mij, de trappen kunnen bewegen, maar geen paniek, volg mij alstjeblieft!”¯
Ron en de andere eerstjaars volgden hem gedwee. Fred, George, Sam en Leo liepen helemaal achteraan de stoet leerlingen die de trappen op liepen naar hun leerlingenkamers. Toen ze op de tweede verdieping aankwamen liepen ze plots een andere richting uit.
“Dit is het beeld waar ik het vorig jaar over had, volgens mij zit er een geheime gang achter,”¯ zei Sam.
“Staat hij op de sluipwegwijzer?”¯
“Nee.”¯
“Hoe weet je dat dan?”¯
“Mijn vader heeft ook op Zweinstein gezeten, en hij was ook niet altijd even braaf,”¯ grijnsde hij.
De vier jongens liepen naar het beeld. Ze keken goed naar links en naar rechts of meneer Vilder of één van de leekrachten niet afkwam en schoven het beeld toen opzij. Het stond op een luik. Sam ging op zijn knieën zitten en probeerde het te openen.
“Dat zit stevig vast!”¯
Plots hoorde Leo, die op wacht stond, voetstappen.
“Vlug, er komt iemand aan.”¯
Sam stond vlug recht en de jongens schoven het beeld weer op het luik. Professor Perkamentus kwam voorbij.
“En, wat doen jullie hier jongens? Moeten jullie nu niet normaal in jullie slaapzaal zijn om je koffers uit te pakken?”¯
“Euhmm, de trappen waren verschoven meneer,”¯ antwoordde Leo.
“Hmmm,”¯ zei Perkamentus terwijl hij naar het beeld keek “ik zal jullie maar geloven zeker?”¯
Hij keek nog één keer van hen naar het beeld en terug en liep toen weg.
“Phoe, dat was close!”¯ zei George.
“Heb je gezien hoe hij naar het beeld keek? Hij weet natuurlijk dat hier een geheime gang is en hij denkt waarschijnlijk dat wij dat ontdekt hebben!”¯
“Niet overdrijven hè Sammieboy,”¯ zei Leo.
Ze liepen terug naar de trappen en gingen op weg naar hun slaapzaal.
Reacties:
Leuk verhaal alleen hoe kan Ron eerst zijn mond vol hebben terwijl het eten pas later komt?
Mag ik een reactie
o o dit is spannend! Snel verder!