Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Lost in Harry Potter » Hogwarts school for witchcraft and wizardry
Lost in Harry Potter
Hogwarts school for witchcraft and wizardry
De volgende weken waren vrij rustig. Tot ik op een nacht ruw heen en weer geschud werd. Slaperig deed ik een oog open en zag een donkere figuur staan. Geschrokken wilde ik gillen maar degene duwde zijn hand tegen mijn mond. Ik herkende Sneep vaag in de donkere gestalte. ‘Jezus man, was het nodig me zo te laten schrikken?’ siste ik terwijl ik zijn hand weg trok en overeind ging zitten. ‘Perkamentus heeft me opgedragen je Occlumentie te leren.’ Het duurt even voor tot me doordringt wat Sneep zei, maar dan kijk ik hem aan, ‘wat?’ ‘Hij ziet potentie in je.’ zegt Sneep op sarcastische toon. Ik kreun, ‘goh, wie heb ik dat eerder horen zeggen.’ ‘Je moet mee naar Zweinstein. Dat is de enige veilige plek waar ik het je kan leren.’ Ik kijk hem aan, ‘en wat heb ik daar, behalve les krijgen van jou, nog meer te zoeken?’ ‘Je wordt mijn assistente.’ Ik schiet onwillekeurig in de lach, ‘ik weet niet of je naar mijn verhaal geluisterd hebt Severus. Maar ik ken helemaal geen toverdranken, laat staan dat ik ze kan maken.’ ‘Je kijkt en je leert.’ zegt Sneep lijzig. ‘En nu opstaan en meekomen.’ Hij draait zich om en zijn cape wappert achter hem aan de kamer uit. Ik slaak een luide protestzucht en laat me nog even op mijn kussen vallen. Wat hebben die mensen hier met je midden in de nacht wakker maken voor…het een of het ander. Geheel tegen mijn zin in loop ik niet veel later naar beneden, in mijn nieuwe kleding. Maar ik ben nog niet helemaal benden of ik hoor Sneep zeggen: ‘Heb je je gewaad aan? Ik dacht dat jij en Dolleman die niet voor niks hadden gekocht?’ ‘Jaaa hoor! Heb je laserogen of wat? Kijk jij door die trap heen ofzo?’ zeg ik boos terwijl ik weer naar boven slenter. Weer vijf minuten later kom ik met een rugzak beneden, ‘nee, ik trek hem nu niet aan! We zijn nog niet op Zweinstein!’ zeg ik hooghartig als Sneep zijn mond opendoet om me weer van repliek te dienen. In plaats daarvan hoor ik hem iets mompelen dat verdacht veel lijkt op “Zwadderaar”ť. Ik grijns en loop achter hem aan de koude buitenlucht in. Het heeft tenminste een positief effect, ik ben wakker. Ik pak Sneep bij zijn uitgestoken arm en meteen voel ik de misselijkheid opborrelen als we in het niets verdwijnen. Meteen als we in Zweinsveld zijn vlucht ik een steegje in. ‘Echt, wanneer ga je het nou zonder overgeven doen?’ roept Sneep ongeduldig. ‘Ik heb begrepen dat je ook last hebt van hoogtevrees.’ Oh, en is er ook iets wat Dolleman je níet verteld heeft?’ grom ik terwijl ik naast hem voort draaf. Even kijkt Sneep me zijlings aan, ‘vast.’ zegt hij zonder zijn mond te bewegen. Echt, hoe doet die mand dat toch? Dat wil ik ook kunnen! Maar iets in de toon waarop hij het zegt doet met vermoeden dat Dolleman hem meer verteld heeft dan mij lief is. Echt, kan die ouwe schouwer dan echt niet zijn mond houden. Sneep doet de poorten open en ik waag het op te kijken. ‘Wauw.’ Fluister ik bewonderend. Zweinstein ligt voor ons, ik schat dat we nog een klein kwartier moeten lopen. Maar de kleine lichtjes die overal in het kasteel schijnen geven me kippenvel. Het is enorm! Ga ik er ooit de weg vinden zonder te verdwalen? Of zal zelfs ik geheimen ontdekken die in geen van de boeken werden beschreven? ‘Schiet je op!’ Natuurlijk is Sneep niet blijven wachten tot ik uitgekeken was. Maar als ik het zo bekijk…zou ik kunnen blijven kijken, uren lang, en dan steeds nieuwe detailles ontdekken. Ik glimlach even en ren dan achter Sneep aan die al bijna in het donker verdwenen is. ‘Luister, ik heb geen tijd voor geneuzel. Ik heb wel wat beters te doen!’ zegt hij boos. ‘Ja, en daar heb je volgens Perkamentus mijn hulp voor nodig. Dus, waarom doe je steeds zo boos?’ ik vraag het een tikkeltje te vrolijk, want ik krijg een blik waarvan ik ter plekke dood van zou neervallen als dat mogelijk was. Zijn donkere ogen boren zich in de mijne, ‘heb je enig idee hoe gevaarlijk het is wat wij moeten doen?’ sist hij met zijn gezicht vlak bij het mijne. Van zo dichtbij ziet haar er veel minder vet uit dan het lijkt…ik onderdruk de drang er even met mijn vingers doorheen te glijden. ‘Ja, ik weet dat het gevaarlijk is om en voor Voldie te spioneren en voor Perkamentus.’ zeg ik cynisch. ‘Waarom zou ik dat niet weten? Ik heb je “meester”ť ontmoet, en zodra ik hem zag wilde ik het liefst meteen weer weg. Ja ik weet hoeveel macht hij heeft en nog gaat krijgen. Daar zul jij zelfs verbaasd van staan. Maar dat wil niet zeggen dat er geen ruimte is voor wat…luchtigere onderwerpen.’ zeg ik voor Sneep iets kan zeggen. ‘Luchtigere onderwerpen?’ sist Sneep. ‘Zoals? Aanpappen met Zwarts?!’ ik zie zijn gezicht betrekken als ik grijns, ‘ik wist het!’ zeg ik triomfantelijk. ‘Ik wist het gewoon! Ja, je zult me met hem moeten delen, want ik kan het nou eenmaal goed vinden met jullie allebei. En ja, ik mag jou ondanks je gechagrijn dus ook. Omdat ik weet wie de echte Severus is. En dat is niet degene die nu voor me staat.’ Ik loop hem voorbij, ‘schiet je op? We hebben niet de hele nacht de tijd.’
‘…En dus vraag ik me af in hoeverre ze dit wel serieus neemt!’
Ik zit op een stoel mijn nagels te bestuderen terwijl Sneep tierend door het kantoor van Perkamentus ijsbeert. Die zit achter zijn bureau en volgt met zijn ogen de bewegingen van de professor toverdranken. Zijn vingertoppen drukken tegen elkaar en hij heeft een geduldige blik in zijn ogen. Ikzelf vind deze situatie om te gieren. Ik moet dan ook moeite doen een grijns te onderdrukken. Perkamentus laat zijn handen zakken, ‘ben je klaar Severus? Dan stel ik voor dat je gaat zitten.’ Sneep doet wat hem gezegd wordt, maar tegen zijn zin in, want hij maakt geen oogcontact. ‘Luister, Robin heeft een geheel andere kijk op deze situaties dan wij. Zij kent de situatie van buitenaf, bij gebrek aan een betere uitleg. Zij kent het verleden, heden en de toekomst van Voldemort. Net zoals ze dat van mij kent en die van jou.’ ‘Ze is onuitstaanbaar!’ snauwt Sneep. Ik kijk hem aan, ‘misschien ben ik wel een Zwadderaar die je niet aankan?’ opper ik. Opnieuw moet ik dat bekopen met een dodelijk blik. ‘Kom op Severus! Ik kan van waarde zijn! Trouwens! Je hebt gezegd dat je me zou vertrouwen!’ zeg ik terwijl ik nu opsta. ‘Ik kan jou helpen, maar ik wil ook graag geholpen worden, en ja, ik wil het van jou leren. Jij kent Voldemort beter dan wie ook! Dat ik nou toevallig weet hoe zijn jeugd was en wat er nog met hem gaat gebeuren zegt niet zoveel hoor.’ Sneep kijkt me met een bedenkelijke blik aan maar zegt niks. Het is een begin, een bedenkelijke blik is altijd beter dan een dodelijke, toch? Perkamentus staat op, ‘Severus, je moet haar Occlumentie leren, en niet alleen dat. Je weet dat dit haar eerste toverstaf is, en het is nog een geluk dat ze er überhaupt een heeft, dus ze moet alles leren van de zwarte kunsten en hoe ze zich moet verdedigen mocht dat nodig zijn.’ Sneep kijkt geen van ons aan, uiteindelijk knikt hij, ‘goed, goed! Maar nog een bijdehante opmerking en ik ben weg! Dat zoek je maar een ander om je vuile klusjes op te knappen!’ Sneep heeft het niet tegen mij, maar tegen Perkamentus. Die kijkt hem over zijn maanvormige brilletje kalm aan, ‘je hebt het beloofd, Severus.’ Sneep draait zich om, ‘meekomen!’ snauwt hij naar mij. Ik kijk nog even met een verontschuldigende blik achterom naar Perkamentus en loop dan haastig achter Sneep aan.
‘Hou je klaar!’
‘Doe ik ook!’
‘Waarom kon ik dan steeds je gedachten in!?’
Ik snuif, ‘sorry hoor! Hoe moet ik me klaar houden? Wat moet ik doen om je buiten te houden?’
Sneep kijkt me kil aan, ‘wat dacht je van “occlumens”ť denken of zeggen.’ Ik kijk hem aan, ‘dacht je dat ik dat niet probeerde? Maar mij best, ik zal zien of ik je buiten kan houden.’ Opnieuw richtte Sneep zijn toverstaf op me, ik kneep mijn ogen dicht, ik wist toch wel wat er ging komen… ‘Legilimens!’
Pijn, blauw plekken, bloedspatten op een keukenvloer…en weer terug in de kerkers. ‘En ik dacht dat jouw leven perfect was.’ zegt Sneep sarcastisch. Ik kijk hem aan, ik voel tranen prikken achter mijn ogen, maar die laat ik niet zien. Wat Sneep daar net zag was een van mijn vriendjes die me sloeg. Een tijd die ik achter me had gelaten, dacht ik. De pijn kwam nu in alle hevigheid net zo hard terug als toen ik er middenin zat.
Ik stond op en liep naar zijn kast, ‘niemands leven is perfect, Severus.’ zei ik zacht. ‘zo doe je het wel lijken.’ zei hij terwijl hij me aankeek en tegen zijn bureau leunde. Was hij nou oprecht geïnteresseerd in mijn verhaal? Ik keek weg, ‘zijn er in jou leven nooit dingen gebeurd die je liever achter je laat? Vergeten wilt? Of gewoon…terug zou willen draaien zodat je het had kunnen voorkomen?’ vroeg ik, kijkend naar een hertje op strek water. Ik glimlachte vaagjes, het was een kleine hinde.
Toen ik geen antwoord kreeg keek ik hem aan, hij stond me aan te kijken met een blik in zijn ogen die maar een ding uitstraalden; verdriet. ‘Ja, die heb ik meegemaakt ja.’ zei hij voor zijn doen zacht. Opnieuw stilte, in die stilte leek hij zijn oude doen weer terug te krijgen, ‘waarom sloeg hij je?’ ‘Omdat ik in zijn ogen niemand was. Een stuk vuilnis, iets…dat je kunt behandelen op je eigen manier zonder een kik terug te krijgen.’ antwoordde ik een beetje verbaasd door zijn vraag. ‘Neem dan de woede die je voelde toen je het zat was om mij nu af te weren.’ zei Sneep streng. Ik keek hem aan, toen knikte ik, ‘goed!’
‘Legilimens!’
Ik hief mijn armen op in een poging mezelf te beschermen, ‘occlumens!’ ik besefte niet eens dat ik het hardop riep, ik wist wel…dat er niks gebeurde. Verbaasd keek ik op, Sneep knikte, ‘het is je gelukt.’ ‘Wat. Serieus?’ vroeg ik nog steeds verbaasd, mijn toverstaf was uit mijn hand gevallen, hoe was mij ook een raadsel. ‘Anders zou ik het niet zeggen. Dooroefenen. En je kan het zonder hardop te staan brullen, anders heeft de Heer van het Duister wel heel snel door dat je hem kan stoppen.’ Natuurlijk, toch weer die neerhalende toon van Sneep. Maar daar kon ik mee leven. Ik glimlachte, ‘kunnen we alsjeblieft dooroefenen? Ik wil leren hoe ik alleen de cruciale stukken van het plan aan Voldemort door kan geven, zonder dat hij doorheeft dat ik ook voor Perkamentus werk.’ Hij keek me aan, ‘je hebt wel genoeg gedaan voor vandaag.’ zei hij lijzig. ‘Is dat wat jij ook doet met je Occlumentie? Hem de belangrijke dingen laten weten, maar zonder dat hij doorheeft dat je niet voor hem werkt?’
‘Misschien.’
‘Oke, ik ga al.’ Glimlachte ik toen ik merkte dat hij zich afsloot. Ik pakte mijn toverstaf van de grond en liep naar mijn eigen kamer. Die lag naast die van Sneep. Ik had hem zelf met behulp van een paar simpele spreuken gezellig weten te maken. Per slot van rekening zaten we nog steeds in de kerkers, en die waren over het algemeen toch niet zo gezellig.
Ik liet me op bed vallen, het ging inderdaad zwaarder worden dat ik van te voren had voorzien. Wat als Voldemort er op de een of ander onfortuinlijke manier toch achter zou komen dat ik niet op zijn hand was maar die van Harry? Daar had ik toch een plan voor nodig? Had Perkamentus daar een plan voor? Dat had hij per slot van rekening ook niet bij Sneep. Hij had eigenlijk twee personen vet gemest voor de slacht. Was ik persoon nummer drie? Of was ik gewoon een backup voor als Sneep eerder zou sneuvelen?
Ik draaide me om en staarde naar de groenige muur, kon ik mezelf niet wat spreuken aanleren? Spreuken war niemand iets van hoefde te weten. Ik zou kunnen oefenen in het Verboden bos, daar had ik uitdaging genoeg. Het meer zou ik ook nog als oefenveld kunnen gebruiken, genoeg ongewenste wezens zou ik zeggen.
‘Wat heb je aan?’ Sneep kijkt me van top tot teen afkeurend aan. Ik kijk hem een tikkeltje arrogant aan, ‘gewoon, wat ik lekker vind zitten.’ kets ik terug. Ik heb een spijkerbroek aan waar ik scheuren in heb gemaakt, verder gewoon lekkere warme laarzen en een trui, die me eigenlijk veel te groot is, maar dat kon me niet minder boeien.
Sneep rolt met zijn ogen, ‘Montange, maak je gewoon klaar.’ ‘Ik heet Robin, Severus.’ grijns ik. ‘Maak je klaar!’ snauwt hij.
‘Ben ik.’ Ik hou mijn toverstok gereed. ‘Onthoud, nonverbaal!’ zegt Sneep. Ik kijk hem even aan, ‘ja, ik ga mijn best doen.’
‘Legilimens!’
Ik probeer uit alle macht de tegenspreuk te denken, maar het lukt me niet, en voor ik het weet zie ik alweer beelden voorbij flitsen. Ik knipper met mijn ogen als de kerker weer gewoon kerker is en kijk Sneep aan. ‘Ik had ook niet anders verwacht dan dat het de eerste keer niet zou lukken.’ zegt hij, zijn mondhoeken lijken om te krullen in iets wat een glimlach zou kunnen zijn. Ik trek een gezicht achter zijn rug, ‘waarom beginnen we dan ook niet gewoon met kleine spreuken nonverbaal oefenen?’ zeg ik. ‘Dan kunnen we daarna kijken of ik zo’n tegenspreuk aankan.’
‘Denk je dat je het niet aankan dan?’ Sneep draait zich om. Even is het doodstil en kijken we elkaar recht aan. Geen van ons tweeën is van plan weg te kijken. ‘Ik weet niet of ik het meteen aankan.’ Zeg ik uiteindelijk zonder mijn blik af te wenden. ‘Ik bedoel. Ik heb nog nooit van mijn leven een toverstok vast gehad. Wist niet eens zeker of er wel een voor mij bestemd was. En nu sta ik ineens hier met jou de meest ingewikkelde spreuken te oefenen.’
Over die redenering lijkt Sneep na te denken. Maar dan verdwijnt die blik ook meteen weer, ‘zo moeilijk is hij niet. Gisteren wist je me ook te blokken.’ ‘Ja, maar hardop spreuken brullen is gewoon het makkelijkst, dat weet jij ook. Al doe je het niet. Ik denk gewoon dat ik eerst met iets kleiners moet beginnen.’ ‘Als je wat kleiners wil doe je het toch gewoon met Protego!’ zegt Sneep simpeltjes en met een triomfantelijke ondertoon. Ja, juist. Dat ik daar zelf niet aan had gedacht! Wat stom. Ik knikte bedeesd en hield mijn toverstaf weer gereed.
ik weet niet hoe je het, maar wat je doet doe je goed. Ik snap hoe ze zich voelt met bezems en verdwijnselen en zo. Niet dat ik ooit een van beiden heb geprobeerd. Maar ik heb ontzettende hoogte vrees. En de achtbaan vind ikk al genoeg dus...
Jij moet maar heel snel verder gaan!En zou ik misschien een reactie mogen?