Hoofdcategorieėn
Home » Harry Potter » Another fight against evil - complete » Hoofdstuk 18: Kerstvakantie deel 2
Another fight against evil - complete
Hoofdstuk 18: Kerstvakantie deel 2
De vier vrienden liepen stilletjes door de gangen van Zweinstein. Sam en Leo liepen voorop. De stilte die tussen hen inhing was geladen met spanning en de meisjes keken steeds nerveus om zich heen. Na wat wel een eeuwigheid leek stonden ze eindelijk stil voor het beeld van een eenogige heks.
"Hier is het,”¯ fluisterde Leo. Hij haalde zijn toverstok uit zijn zak mompelde 'dissendium'. Het beeld schoof opzij en een lange tunnel werd zichtbaar. De meisjes keken met grote ogen de tunnel in en aarzelend volgenden ze Sam die al een eind verder was. Ook Leo stapte de tunnel binnen en het beeld schoof weer op zijn plek. Toen ze in de kelder van Zacharius kwamen openden ze heel voorzichtig het luik en kropen naar boven. De stem van Ambrosius klonk luid en duidelijk door de vloer heen: "Ik ga rap eventjes zoetstokken halen in het ruim beneden, ik zie dat ze op zijn!" De vrienden verstopten zich snel achter een stapel dozen en hoopten vurig dat ze niet gezien zouden worden. Tot hun opluchting kwam Ambrosius niet hun kant op en toen ze er zeker van waren dat hij terug boven was kwamen ze achter de stapel dozen tevoorschijn en liepen voorzichtig de trap op. Sam opende de deur op een kiertje en keek of er vlakbij mensen waren. Dat was echter niet het geval dus hij opende snel de deur en liep de wnikel in. Ze gingen op in de massa en vulden alle vier een grote zak vol snoep. Ze rekenden af en liepen terug naar buiten.
“Dat ging vlotjes, smakelijk iedereen!”¯ zei Sam
Terwijl ze allemaal van hun snoep aan het genieten waren gingen ze op weg naar De Drie Bezemstelen. Ze gingen ergens vanachter in een hoekje zitten en gaven Madame Rosmerta een extra grote fooi zodat ze hen niet zou verklikken. Na nog een tijdje in Zweinsveld hadden rondgelopen en midden op straat een verjaardagsliedje hadden gezongen voor Sam en daar ook wat geld mee hadden verdiend, besloten ze om terug te keren naar Zweinstein.
“En wat doen we nu? We hebben nog twee uur voordat we moeten gaan eten,”¯ zei Sandra.
“Ik stel voor om de fopartikelen van Fred en George uit te proberen,”¯ antwoordde Leo.
Ze gingen richting de slaapzalen, namen het doosje van Sams bed en gingen op zoek naar onschuldige leerlingen om de fopartikelen op uit te proberen. Al snel vonden ze een onschuldig eerstejaartje die de weg kwijt was.
“Willen jullie mij helpen? Ik weet niet meer naar waar ik toe moet,”¯ snikte ze.
“Zeker,”¯ zei Leo “Maar eerst moet je voor ons een snoepje proeven, wil je dat?”¯ Leo duwde een braakbabbelaar onder haar neus. Het meisje nam het aan, bekeek het aandachtig en stopte het toen in haar mond. Plotseling begon ze hevig over te hevig en snikkend liep ze weg, op zoek naar een wc. Sam en Leo barstten in lachen uit. “Dat hebben Fred en George weer goed gevonden!”¯
Sandra en Katja keken hen echter boos aan.
“Dat meisje moet nu wel constant overgeven hè, en dat vinden jullie grappig?”¯ zie Katja.
“Och, Katja, dat gaat wel over!”¯ zei Sam en nam een ander snoepje, de ‘ton tong toffee’, uit de doos. Ze liepen verder en kwamen een wat dikkere vierderjaars tegen.
“Heej! Wil je eens iets voor ons doen?”¯
De vierdejaars kwam dichterbij.
“Wil je voor ons eens dit snoepje proeven? Het is echt lekker!”¯ verzekerde Sam hem.
De jongen nam het gretig aan en stopte het in zijn mond. Zijn tong begon onmiddellijk te groeien en Leo en Sam lagen weer plat van het lachen. Maar toen Sandra hem boos aankeek nam Sam het briefje met de tegenspreuk ‘Normaal zou deze moeten werken’ en sprak hem uit. De tong begon meteen weer te krimpen. De jongen keek hen met grote ogen aan en vluchtte toen weg. “Dí t is pas een zalig snoepje!”¯ zei Leo. “Ik vind die fopartikelen maar dom hoor,”¯ zei Sandra. “Och, Sandratje toch, die snoepjes zijn de intelligentie zelf! Zo’n braakbabbelaar bijvoorbeeld, die kun je perfect gebruiken om te doen alsof je ziek bent. En die Ton Tong Toffee is om je gewoon ziek te lachen, zie je Sneep misschien al met een tong die blijft groeien? Of een van die vuile zwadderaars?”¯ “En toch blijven ze dom.”¯ Leo zuchtte en draaide zich naar Sam.
“Op naar de volgende Sammieboy! Wat heb je daar nog allemaal in je doosje zitten?”¯
Sam haalde een neusbloednoga tevoorschijn.
“Dit is de laatste, hiermee moet je normaal gezien een bloedneus krijgen,”¯ zei Sam.
“Cool!”¯ Leo nam het snoepje uit zijn handen en liep naar een zwadderaar toe.
“Hé, jij daar, kom eens!”¯ De zwadderaar keek wantrouwig naar het groepje Griffoendors maar kwam toch dichterbij. Leo legde een arm om zijn nek.
“Heej vriendje, wil je voor ons eens dit snoepje proeven? Als je dat doet dan zullen we je niks doen maar anders…”¯ De jongen keek met bange ogen naar Leo, nam het snoepje en stak het in zijn mond. (De zwadderaar was nog maar een eerste jaar en had van ander zwadderaars een aantal verschrikkelijke verhalen gehoord over Griffoendors dus...) Zijn neus begon onmiddellijk te bloeden en hij drukte verschrikt zijn hand tegen zijn neus. Hij keek hen met een bange blik in zijn ogen en aan en vluchtte toen weg, met tranen in de ogen. Leo en Sam lagen weer plat van het lachen en bij Sandra en Katje vormde zich ook een glimlach.
“Haha, zalig, heb je zijn blik gezien? Hilarisch gewoon!”¯ lachte Leo.
“Kom op Sam, geef de volgende maar.”¯
“Dat was de laatste Leo, sorry.”¯
Leo trok een pruillip. “Wat doen we nu dan?”¯
“Geen idee, we zouden naar het meer kunnen gaan en nog wat schaatsen of we kunnen in de leerlingenkamer zitten en wat toverschaak spelen ofzo,”¯ zei Sam.
“Ik heb echt veel zin om te gaan schaatsen!" antwoordde Sandra.
"Dan gaan we dat toch gaan doen?" zei Sam.
Ze liepen terug naar beneden en kwamen even later aan het grote meer waar ook al andere leerlingen aan het schaatsen waren. Professor Anderling stond erbij om toezicht te houden en gaf hen allemaal een paar schaatsen. De vier vrienden deden wedstrijdjes over wie het snelst kon schaatsen en wie het hoogste kon springen en nog wat van die dingen. Ze amuseerden zich kostelijk. Op een gegeven moment kwamen er ook een aantal leerkachten buiten en gingen ook het meer op. Professor Anderling had een radiootje mee en zette het aan. Iedereen begon op de muziek te schaatsen. Af en toe ging er iemand tegen de grond en dan schoot iedereen in de lach. Het was supertof. Maar plotseling slaakte Sandra een gil en zakte door het ijs. Iedereen stopte onmiddelijk met schaatsen en keken met bange ogen toe. Sam was de eerste die zich herstelde en schaatste snel naar Sandra toe, trok haar op het ijs en schaatste zo vlug mogelijk naar de overkant.
Professor Anderling ging Madame Plijster halen nadat ze een droogheidsspreuk over Sandra had uitgesproken, die hevig rilde en klappertandde, en Katja ging achter dekens. Sam gaf Sandra zijn eigen jas en Sandra sloeg hem over haar heen bovenop de andere kleding. Dat hielp een klein beetje. Maar ze rilde nog altijd van top tot teen en haar gezicht zag blauw. Madame Plijster kwam eraan en zonder zich te generen zette ze Sandra in haar ondergoed met een zwiepje van haar toverstok. Katja hing de dekens om haar heen en ze brachten Sandra naar de ziekenzaal. Daar kreeg ze een warm kopje thee met honing. Madame Plijster stopte haar in een warm bed en mompelde een paar spreuken en na tien minuten ging het al heel wat beter. Na een kwartiertje had Sandra haar normale kleur terug en Sam zuchtte opgelucht.
mooi geschreven, arme Sandra.
Zelf zag ik ook hoe iemand door het ijs zakte. Dat was op een meetje, ik schaatste ook maar waar diegene schaatste was het ijs heel dun.
Sorry ik dwaal een beetje af
Alleen kleine opmerking: het is niet "van kop tot teen" maar "van TOP tot teen."
Sorry voor het commentaar mag ik graag snel een reactie voor de volgende?