Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » You Can Run, But You Can`t Hide » Chapter One - Flashback
You Can Run, But You Can`t Hide
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
29 nov 2011 - 14:48
Aantal woorden:
805
Aantal reacties:
8
Aantal keer gelezen:
450
Chapter One - Flashback
Chapter One - Flashback
Onrustig draaide ik rond in mijn bed en opende mij oceaanblauwe ogen. Zuchtend zat ik op en keek de tent rond.
Aan de overkant van mij bed lagen Harry en Ron diep te slapen. Een glimlach verscheen langzaam op mij gezicht, terwijl ik naar hun vredige gezichten keek.
Op dit soort momenten lijkt het net alsof er helemaal geen oorlog is, maar jammer genoeg is dat niet de waarheid.
Zo traag als een slapende hypogriff stond ik op, deed voorzichtig mijn schoenen aan en liep stilletjes naar buiten.
Hermelien zat bij het kampvuur diep in haar eigen gedachtes. Het leek net alsof ze bijna in slaap zou vallen en als je goed keek zag je dat ze dikke wallen onder haar ogen had. Blijkbaar heeft ze slaap te kort of ze is echt dood moe van het reizen.
Glimlachend ging ik rustig naast haar zitten en ze werd uit haar gedachten gehaald.
Ze glimlachte vermoeit terug en begon opnieuw naar het vuur te staren. "Ga maar slapen, Hermelien. Ik neem je nachtdienst wel over." fluisterde ik zachtjes.
Ze keek me geschokt aan voor een seconde en wou gaan protesteren, maar ik hield mij hand omhoog.
"Het maakte me echt niet uit. Kan toch niet slapen vannacht." zei ik kalmpjes, maar toch zachtjes om de jongens niet wakker te maken.
Haar harde ogen verzachte zich en ze knikte. Ze wreef haar handen over haar ogen en stond moeizaam op.
"Dank je, Veronica." en ze liep de tent binnen.
Nog steeds glimlachend staarde ik net als Hermoine naar het vuur, in een soort trans.
Mijn oceaanblauwe ogen en bleke huid lichte op in het licht van het vuur. Ik werd uit mij trans gehaald toen ik een tak hoorde kraken alsof hij kapot werd getrapt.
Fronsend stond ik langzaam op en luisterende aandachtig. Voetstappen en stemmen, dat steeds dichterbij kwamen. De richting van onze tent.
Langzaam liep ik naar de richting van de fluisterende stemmen en voetstappen toe. Wat ik ook nog hoorde was het gebonk van mijn doorgeslagen hart dat zo wat in mij keel bonsde.
Goed luisterend keek ik rond het bos in en keek of ik iemand zag.
Niks.
'Hmmm... Dat is raar. Ik zwoer dat ik echt iets hoorde.' dacht ik verward en wantrouwig.
Van rechts hoorde ik een paar takken kraken en keek er snel naar die richting toe.
Ik stopte met ademhalen toen ik zag wie het was of beter gezegd wie waren. Een groep mannen kwamen mij kantop en ze droegen mensen bij zich. Het waren Snatchers.
Doodstil bleef ik staan en keek hoe gewoon voorbij liepen. Gelukkig hebben ik en Hermoine bescherm spreuken uitgesproken, anders was ik nu echt de klos geweest.
"Wacht eens even..." zei een van de mannen dat achter liep en ik verstijfde.
De man draaide zich op en keek mij richting op. Mijn hart stopte met kloppen van angst. 'Hij kan mij niet zien! Dat is gewoon onmogelijk!'
Langzaam kwam hij naar mij toe gelopen en stond voor mij. De man had bruin haar, donker groene ogen en had een rode sjaal om. Het leek net alsof hij precies in mij ogen keek en wist dat ik hier stond.
Ik haalde mij adem in en wachtte af.
"Wat is dat... voor geur?" vroeg hij blijkbaar aan niemand of hij vroeg het meer aan zichzelf.
De Snatchers dat de personen droegen liet ze op de grond vallen alsof ze oud vuil waren. De man keek hun kantop en keek hen kwaad aan.
"Wat doen jullie nou?" vroeg hij. "Ze zijn zwaar..." zei een van de Snatchers gewoontjes.
"Ooohh... Moet ik hem soms voor je dragen?" vroeg de man sarcastisch, terwijl hij naar hun toe liep en ze begonnen te ruziën. Opgelucht haalde ik diep adem en voelde me gelijk rustiger. Ze liepen allemaal weg, helemaal vergeten waarom ze gestopt waren.
"Snatchers..." zei ineens een stem van achter me, ik sprong letterlijk zo wat uit mij vel en draaide me snel om. Gelukkig, het was Harry maar.
"Ik kan zien dat jullie spreuken goed werken." zei opgelucht en te vrede. Ik knikte en was met hem eens, behalve over een ding.
"Hij rook het..." begon ik en Harry keek mij fronsend aan. "Hij rook mij parfum." zei ik met een bibberige stem. Glimlachend sloeg Harry zijn armen om mij middel heen en drukte mij lichaam tegen zich aan. Ik sloeg mij eigen armen om zijn nek heen en hield hem stevig vast.
Hij wreef zachtjes met zijn hand kalmerend over mij rug heen.
"Rustig maar. Ze zijn weg. Ze kunnen je niks maken zolang als ik bij je ben." fluisterende hij geruststellend, ik knikte en glimlachte te vrede naar hem. Samen in hand in hand liepen we terug naar de tent. Harry bleef speciaal voor mij wakker en we praatte zachtjes tegen elkaar de rest van de nacht met zijn armen om mij heen. Nu voel ik me echt veilig, maar waarom krijg ik toch het gevoel dat we die Snatchers weer terug zullen zien?
Super hoofdstuk!!
Ik ben echt benieuwd hoe het verder gaat(eigenlijk hoor ik nu gedichten te schrijven...)
Ik ga snel verder lezen