Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » The Eyes of a Stranger » Unforgotten

The Eyes of a Stranger

13 dec 2011 - 17:21

1503

4

453



Unforgotten

Ik had het altijd al vreemd gevonden hoe de omgeving kon reageren op iets ongewoons. Zij paste zich altijd aan op wat er gebeurde. Hij was stil gevallen na zijn openbaring en ik was sprakeloos. Er was geen zuchtje wind te bespeuren in de gure seizoen waarin we nu zaten. Alleen een vreemde sfeer hing in de lucht die ik nog geen benaming kon geven.
“Waarom vertel je mij dit?”¯ Venon had zijn schouder tegen de deurpost gedrukt, probeerde er zo nonchalant mogelijk uit te zien. Hij kon de rest misschien van alles wijsmaken, maar mij kon hij er niet inluizen.
“Het kwam er uit zonder er echt erg in te hebben.”¯ Met zijn handen in zijn zakken haalde hij zijn schouders op. “Moet jij niet naar huis, popje?”¯ De bijnaam die alleen hij gaf deed me ongemakkelijk voelen. Hij wist dit, want die vermakelijke grijns lag terug op zijn lippen. Ik beval mezelf dit te negeren.
“Wat is er met je moeder gebeurd?”¯ Het hekje viel terug in het slot. Twee stappen was ik dichter bij Venon. Zijn lichaam reageerde op mijn toenadering. Hij leek meer op een plank die tegen de deurpost wachtte om mee genomen te worden. De eerst zo zekere grijns begon ook meer te verdwijnen.
“Niets interessants..”¯ zei hij afwezig, zijn hand wreef over zijn blote arm. Hij stond al die tijd in zijn bokser, maar dit leek hem niet te deren, en mijn aandacht had het ook niet.
“Waar is je vader dan? Je hebt het nog nooit over hem gehad.”¯ Er volgde voorzichtig nog een paar stappen zijn kant op. Vanaf hier kon ik zijn kaken op elkaar zien klemmen.
“Er zijn geen woorden voor mijn vader.”¯ Hij vernauwde zijn ogen en keek naar de grond.
“Als er niets over hem te zeggen valt, waarom zie ik dan een groot schild voor je staan? Voor wie schiet je in de verdediging?”¯ Ik was mij er erg van bewust dat ik een lijn aan het overschrijden was. Achter die lijn lagen de emoties en opgekropte woede van Venon. Hoe hij ging reageren was mij een raadsel en daar was maar op één manier achter te komen.
“Rain, houd je hier buiten,”¯ verhief de jongen zijn stem. Ik kwam nog dichter bij. “Ik waarschuw je!”¯ Zijn loze dreigementen kwamen niet aan bij mij. Het enige wat ik nog zag was een jongeman die geen uitweg meer zag en als zijn wapens op mij afvuurde.
“Heb je het ooit aan iemand kunnen vertellen?”¯ Paniekerig schoten zijn ogen verscheidene kanten op om mij te ontwijken. “Venon?”¯ Hij keek op.
“Ik heb jou niet nodig. Ik heb niemand nodig! Net zoals ik het al die jaren zonder mijn ouders kon!”¯ Nervositeit trok in zijn gezichtspieren. Zijn borstkast ging heftig op- en neer en ik was nog maar een paar stappen van hem verwijderd. Ik kon zijn hartkloppingen bijna horen.
“Ik wil je helpen..”¯ Ik had zijn hand bereikt. Hij rukte zich los om een ferme tik uit te delen op mijn wang. Mijn gezicht bewoog naar links. Verontwaard van zijn actie en mijn hand op mijn gloeiende wang keek ik hem terug aan. Woede en verdriet stond in zijn ogen, een traan lag op zijn wang. Bezorgd ontfermde ik me over hem. Mijn lichaam drukte ik tegen hem aan om hem iets van warmte en geruststelling over te brengen. Hij duwde deze omarming weg en veegde vluchtig zijn traan weg.
“Laten we maar naar binnen gaan.”¯ Venon schraapte zijn keel om het schorre geluid eruit te krijgen en liep toen naar binnen. Zwijgzaam volgde ik.
Aangekleed was de jongen aan de andere kant van de eettafel gaan zitten. Ik had mezelf voorzien van een kop thee en blies erin, wachtend tot hij zijn moed had verzameld.
“Ik was zeven toen ik mijn moeder verloor,”¯ fluisterde hij net hoorbaar. “Zij is altijd mijn witte engel geweest in de moeilijke tijden. Ook al deed ik iets fout, zij wist altijd iets goeds in mij boven te brengen, in tegendeel tot mijn vader. Hij was compleet het tegenovergestelde als wat mijn moeder vertegenwoordigde. Ik kon niets goeds in hem vinden en mijn moeder probeerde dit altijd goed te praten, al werd ze continu in elkaar geslagen. Zij was mijn levende schild tegen hem, anders was ik het slachtoffer geworden van al zijn frustraties.
Op een avond wanneer ik allang hoorde te slapen trok het geluid van een ruzie mijn aandacht. Onhoorbaar was ik de trap afgeslopen om door het sleutelgat van de woonkamerdeur te kijken. Ik kon de rug van mijn vader zien en alleen de stem horen van mijn moeder. Ze bleef zeggen dat hij wat zachter moest zijn of anders werd ik gewekt. Geen één vuil woord sprak ze over mijn vader, terwijl hij alles ongeremd over zijn tong liet rollen.
De ruzie duurde slechts minuten toen het escaleerde. Ik hoorde hem iets binnen zijn bereik grijpen. Het enige wat ik kon zien was een zwaaiende arm van hem en mijn moeder die met een gesmoorde kreet neerviel. Een angstaanjagend geluid ging door het huis, wat ik eerst niet kon plaatsen. Later begreep ik dat het mijn moeders nek was die brak wanneer ze tijdens haar val op het randje van de salontafel belandde.
Die avond heb ik alleen maar kunnen huilen. Mijn vader had de volgende dag gezegd dat ze ons had achtergelaten en nooit meer terug zou komen. Ik wist dat ze ons had achtergelaten, maar niet op de manier als hij het bedoelde.
Een paar dagen daarna was ik hem gevolgd toen hij naar zijn werk ging. Hij werkte voor de regering, dat voorzag mij van al die luxe. Maar die wilde ik niet meer. Ik wilde niets wat van hem af kwam. Ik wilde van hem af. Zulk soort gedachtes hoorde niet in een hoofdje te zitten van een zevenjarige, maar aan de andere kant was ik een zoon van een psychopaat, raar was het dus niet.
Ik had de grootste keukenmes gepakt die er te vinden was en liep hem geruisloos achterna. Het was herfst, net zoals nu. De ochtends waren grauw, niemand die mij zag wanneer ik mij verstopte in het steegje.
Wanneer ik eindelijk mijn moed had verzameld om toe te slaan en uit de schaduw stapte, werd mijn vader aangevallen. Het ging zo snel. Het was een donker figuur die regelrecht naar zijn keel had gegrepen. Eén hand doorboorde zijn borstkast en trok zonder moeite zijn hart eruit. Ik wist niet wat ik zag. Mijn vader werd verslonden door wat op een jongeman leek, maar hoe hij opereerde was het eerder een beest.
Mijn mes viel uit mijn gevoelloze hand, het liet de jongen opkijken. Ik herinner mij nog een bleek gezicht en zijn mond was rood van het bloed van mijn vader. Hij liet hem los en keek mij nauwlettend aan. Ik wist mij niet te bewegen, maar ervoer wel een ongekend gevoel. Het was de zoette smaak van wraak.
Ik had hem bedankt en liep zonder omkijken weg. Hem had ik nooit meer gezien en hij had het lichaam van mijn vader meegenomen. Sinds dien veranderde mij leven volkomen. Berlijn werd een stad met mogelijkheden. Ik leerde haar op mijn duimpje kennen en zette zo mijn eigen bende op. Als mijn moeder er nog was had ik dit nooit gedaan. Ik had zo nooit mijn emoties uit kunnen zetten.
En dat brengt mij hier, met jou. Jij bent de eerste die mij weer zo doet voelen als wat mijn moeder met mij deed. Ik zie de consequenties terug in, weet wat ik fout doe en hoe ik goed moet doen. Maar ik ben bang dat het allemaal te laat is. Er kleeft zoveel bloed aan mijn handen.”¯
Mijn gezicht lag verstopt achter de dampende theemok wanneer ik alles probeer te situeren. Dat zijn vader één van die vuile mannetjes was bij de regering wist ik, maar dat hij bij thuiskomst net zo slecht was, had ik nooit durven denken. Arme Venon. Hij opende voor mij een heel nieuw beeld van hem. Voor mij was hij niet meer een harteloze jongen die het leven zuur maakte van andere. Ik zag hem nu eerder als een autistische jongen die niet wist hoe hij met zijn emoties om moest gaan en besloot om alles maar zwart-wit te zien.
En hoe kon het mogelijk zijn dat Stranger overal in elk verhaal opdook? Eerst bij Kira en nu bij hem. Hij had de vader van Venon vermoord. Vermoord. Het was dan geen goede burger, maar zo bruut vermoorden onder de ogen van een zevenjarig kind? Venon vertelde het dan koel, traumatiserend had het zeker geweest moeten zijn.
“Hoe voel je je nu?”¯ Zachtjes wreef ik over zijn hand die op tafel lag.
“Alsof er een ton van mijn borstkast is verwijderd, dankje..”¯ Vertederd door zijn woorden kwam er een klein glimlachje op mijn lippen. Hij had zijn het-doet-mij-niets gezicht weer herpakt, maar ik zag dat hij nog steeds het beeld van zijn moeder voorhield. Voorzichtig kuste ik zijn hand.
“Ik beloof dat we in een betere wereld zullen leven. Let op mijn woorden.”¯


Reacties:


Evatjeu
Evatjeu zei op 18 dec 2011 - 21:01:
Super mooi deeltje! :o
Man ... er zijn echt nog maar weinig goede verhalen!
Dit is echt wel het beste ooit! ^^
Snel verder? x)

xX


xNadezhda zei op 16 dec 2011 - 14:27:
Hartkloppingen. Wat een heftig verhaal. & die laatste zin is ... daar werd ik stil van.

<3


AppleSauce
AppleSauce zei op 15 dec 2011 - 18:13:
O gelukkig ik dacht al dat stranger er vandoor gaat XD ik kom echt alleen maar hier om jou verhalen te lezen zo XX SUKI


inke
inke zei op 13 dec 2011 - 17:31:
is het jullie al eens opgevallen dat ik heel slecht ben in het schrijven van leuke reacties?
sorry daarvoor.
ga je snel verder??
krijg in misschien een nieuw stukje voor mijn verjaardag donderdag??
xx