Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » I Remember You (BK) » 91
I Remember You (BK)
91
Met gesloten ogen leg ik de gsm af en kijk naar Bill die met een hand onder zijn hoofd door het raam staart. Hij kijkt suf voor zich uit, hij heeft maar vluchtig iets aangetrokken, zijn huid ziet er ongezond uit, hij is een puinhoop. Ik voel me niet op mijn gemak, net of dit alles nog altijd niet voorbij is. Ik draai mijn haar vluchtig op en snuit mijn neus voor de tigste keer. Momenteel zitten we in het ziekenhuis, het is nu 5 uur 's morgens. We kregen een slaapplaats aangeboden, maar ik kan nergens anders naartoe, dan hier wachten op enig teken van leven. De anderen denken er ook net zo over. Politie agenten lopen nog steeds rond, af en toe stellen ze ons wat vragen. Ik voel me slaperig maar ik kan gewoon de slaap niet vatten, hoe dik en rood mijn ogen ook zitten. Georg komt erin met een pallet koffie en dankbaar nemen ik en Bill er 1 af.
Haastig glijd de zwarte hete vloeistof binnen en trekt Georg het uit m'n handen. Ik slik en sla mijn handen voor mijn ogen. 'Je verbrand je op die manier!' zegt hij streng en komt naast me zitten. Het kan me niet meer schelen, ik ben nu al niets meer waard. 'Waar is Tom?' vraagt Bill met een schrille stem. 'Die zit bij een dokter.' verklaart Gustav. Schuldig kijkt hij naar zijn beker en zucht. 'Ik heb vast zijn neus gebroken.' Ik sta op en leun met mijn hoofd tegen het raam, vlak naast Bill. 'Daar hoef je je niet schuldig over te voelen.' Verbaasd kijkt hij me aan en voel ik hoe er meteen een soort druk op me leunt. Alice is niet het enige wat me zorgen maakt, Tom speelt hierin ook een grote rol. 'Waarom zeg je nou zoiets?'
Ik bijt op mijn lip en schud mijn hoofd. 'Wat is dat toch met jullie? Je hebt hem geslagen, je schreeuwt hem de huid vol, je haat hem...' somt Georg verward op. 'Dat verdient hij gewoon.' De deur gaat open en natuurlijk komt Tom erin. Er zit een witte klever op zijn neus en het is wat gezwollen en dieppaars. 'Tom, het spijt me zo!' begint Bill meteen schuldig. Ik rol mijn ogen en ga terug naast Georg zitten. Ik voel dat hij me aankijkt en prompt blader ik in een tijdschrift. 'Bella.' bromt Georg geïrriteerd. 'Wat?' vraag ik schijnheilig. 'Bella, kan ik even met je praten?' Ik zucht en kijk op. 'Er valt niets te bespreken, dank je.' Kwaad kijkt hij me aan. 'Waarom doe je zo,...' brengt hij er gefrustreerd uit, zoekend naar een gepast woord. 'Zo wat Tom? Spuug het er maar uit,' zeg ik giftig. 'Ben je jaloers op Mona, of wat is het nu eigenlijk?' Minachtend kijkt hij me aan en ik hoor hoe Gustav en Bill hun adem inhouden. Ik kom overeind en voel de tranen weer opwelmen.
'Waarom duwde je haar niet weg?' vraag ik met trillende stem. Verbaasd kijkt hij me aan en kruist zijn armen. 'Wanneer?' Ik wrijf over mijn slapen en begin te snikken. 'Tom, waarom doe je dit?...wees eerlijk en zeg me wat je met haar deed in de toiletten.' hakkelend komt alles eruit en vertrekt zijn hoofd geen enkele spier meer. 'Schat.., dat was ni..' Ik steek mijn hand op als teken dat hij beter zwijgt. 'Noem me geen schat Tom, ... dit is over.' Hij wil wat zeggen, maar er komt geen woord meer uit. 'Bella,...is dit wel nodig..?' Bill gaat ook opstaan en slaat een arm om zijn broer heen. 'Ik dacht dat je van me hield Tom! Ik wou de enige zijn, maar dat ben ik blijkbaar niet.' Met die woorden open ik de deur en kijk nog eens achterom. Hij staart naar de grond en doet niet eens de moeite om zich hieruit te praten. 'Nu hoef je geen rekening meer met mij te houden als je haar opnieuw kust, niet dat je dat voorheen al deed.' Nog eens ter bevestiging voor de andere 2 jongens die niet wisten waar dit over ging.
Ik ga de gang op en dwaal er wat rond, om even stoom af te blazen. Ik geloof niet dat ik kan leven met wat Tom deed. Hij zou verandert zijn, het playerige gedrag achter zich gelaten hebben. Maar dan kust hij zijn oude vlam, evenals de pyromaan EN was hij niet eens van plan om het me zelf te vertellen ook. Als hij nu niet eerlijk is, zegt dat al heel veel over hem. Dit was een moeilijke, rechtvaardige keuze en ook mijn enige. Ik hou nog steeds van hem, maar zolang hij dat niet doet op de manier als ik van hem doe, hoeft het ook niet meer. Wie wil er nou onbeantwoorde liefde? Alleen gekken als Mona, ja.
Een arts komt uit een of andere kamer en steekt zijn hand op. 'Familie van Alice Jost?' vraagt hij onderzoekend. Ik knik maar. 'Ze ligt in kamer 210, op intensieve. Ze verkeerd mogelijk in een coma, ze heeft veel bloed verloren.' Ik glimlach. 'Dus ze leeft nog?' vraag ik schor. 'Ja.' Ik bedank hem en ren meteen naar die kamer. Daar merk ik de jongens al op en ga achter het raam staan. Bill zit bij haar en begint meteen te huilen. Het doet me pijn haar zo te zien, en al vooral te zien wie ze in eenzaamheid achterlaat als ze het niet haalt. Ze moet het halen, voor Bill, Selina-Kay en voor mij. Gekucht doet me opkijken en ik zie een zielige Gustav staan. 'Ehm..Bella, het spijt me van Tom enzo.., ik vind het zo erg voor je.' Ik glimlach en zie een traantje over zijn wang biggelen. 'Ahn, Gussie.' zeg ik vertedert en sla mijn armen om die schattige jongen heen. 'En nu nog Alice, en ... dit is gewoon zoveel.' zucht hij gepikeerd. Ik knik en laat hem langzaam terug los. 'We redden het wel, dat doen we altijd!' Hij knikt en dan gaat de deur open. 'Je kan..gaan.' Bill kijkt me niet eens aan en loopt meteen weg. Ik wil hem roepen, maar bedenk me meteen. Hij heeft vast tijd voor zichzelf nodig.
Haar handen voelen vrij warm aan, ook al zijn ze verpakt in verband. Ze ademt bijna onhoorbaar en ik draai even mijn hoofd naar het raam. Terwijl ik de tranen voel lopen, wrijft mijn duim over haar hand heen. 'Ik...ik wil dat je snel beter wordt, liefie..., je haalt het wel, want dat moet je gewoon doen, oké? Ik hou van je.' Ik veeg mijn tranen weg en wrijf nog eens voorzichtig door haar haren heen. Ik sein Georg dat hij kan gaan en negeer Tom die meteen opkijkt. Mijn mobieltje trilt en ik zie dat het Simone terug is. 'Hey..' zeg ik zacht. 'Bella, ... ik ben op het vliegveld, kun je misschien vervoer regelen?' Ik glimlach in het niets en richt me op Tom. 'Nou, die ziet er niet echt gefocust uit. 'Ehm ja,...ik kom wel.' en leg neer. 'Ik haal Simone op.' meld ik kort en loop het ziekenhuis uit. Met een taxi rijdt ik naar het vliegveld en ga op zoek naar Simone. Ze is niet zo moeilijk te vinden, want ze staat al buiten in de sneeuw op me te wachten. 'Bella, lieverd!' zegt ze meteen als ze me ziet en omhelst me. Ik zie dat ze er veel meer gestrest uitziet als anders, maar zeg er niets over.
'Oh, is Tom niet mee?' vraagt ze ietwat verbaasd. 'Ehm..nee, die is niet in de stemming.' verzin ik, al is het niet gelogen. Knikkend stapt ze in de taxi en rijden we eerst naar het hotel om har tassen af te zetten. Zodra we het ziekenhuis naderen, zijn alle politie wagens al verdwenen, en lijkt het of er nooit iets gebeurd is. Zenuwachtig stapt ze uit en kijkt me moeilijk aan. 'Hoe..hoe gaat het met Bill?' Ik tuur naar binnen en neem haar arm. 'Hij is er kapot van, dus niet zo erg goed eigenlijk, ik weet zelfs niet waar hij precies is.' zeg ik eerlijk en ze zucht vermoeid. 'Die arme jongen toch, hij neemt ook mijn telefoontjes niet op, normaal doet hij dat altijd, hoe erg de situatie ook was.' Ze krijgt Tom in het vizier en omhelst hem meteen. 'Hoi mam.' mompelt hij met gebroken stem en staart naar de grond. 'Wat is er met jou gebeurd?' en ze wrijft over zijn neusbrug heen.
'Bill, het was per ongeluk, hij wist niet dat ik in de weg stond.' Ze begroet de andere 2 jongens en loopt nar het raam. 'Bill, zit er.' fluistert ze tegen het glas. Ik wil dit gewoon niet zien. Later die dag worden we naar huis gestuurd en mag zelfs Bill niet bij haar blijven. We zitten in het grote hotel en met een kleine glimlach merkt Bill, zijn dochter op, in de armen van de nanny. 'Hey, schat.' fluistert hij en drukt een kus op haar voorhoofdje. 'Kijk eens wie, we mee hebben.' Simone glimlacht en neemt haar even beet. Ik loop naar de balie en vraag of het misschien mogelijk is om een extra kamer te huren. Ik ga dus echt niet met hem, in hetzelfde bed slapen! 'Bella?' Ik neem de sleutelkaart dankbaar aan en draai me om. Simone kijkt me verbaasd aan, maar ik doe net of er niets aan de hand is. Tom loopt kwaad door en de jongens kijken hem zuchtend achterna. 'Is er iets aan de hand?' Ik schud mijn hoofd en loop ook door. Daar krijg ik namelijk een kamer naast die van Tom en bekijk de kamer. Met een nogal schuldig gevoel klop ik op zijn deur en gaat die meteen op een kier.
Ik laat mezelf binnen en graai mijn koffers op. Nouja, eigenlijk maar 1 koffer. De rest van mijn spullen is opgegaan in de vlammen, helaas. Hij zit op het bed en kijkt me met waterige ogen aan. Is dit om verdriet voor Alice, Mona of om mij? Misschien wel alle drie. 'Bella, alsjeblieft..' fluistert hij schor. Ik negeer het en ga door. 'H-het was niet mijn bedoeling...het spijt me zo, ik hou enkel van jou.' Ik kijk op en zak neer op een koffer. 'Doe je niet.' Verbaasd kijkt hij me aan, een traan rolt omlaag. 'Als je dat echt deed, zou je haar weggeduwd hebben. Als een jongen mij zou ..' ik stop met praten als ik mijn stem hoor overslaan.
Ik voel mezelf bleek worden en zie hoe Tom uit het bed stapt. 'Het was onverwacht,I-ik wou niet, echt niet! Toen ik dat besefte heb ik haar losgelaten en verteld dat ik iemand heb gevonden waar ik van hield, en dat ben jij, ik zweer het je Bella.' Hij steekt zijn handen uit en wrijft door mijn haren heen. Ik streel een traan weg op zijn kin, het lijkt alsof hij het echt meent. 'I-ik m-meen het.' fluistert hij zacht. Ik voel me duizelig worden en sla mijn ogen neer. Waarom maakt hij het me zo moeilijk? Ik kan het toch niet meteen gaan vergeven, ik wil dat hij weet, dat ik geen gestoorde chick ben, die alles door de vingers ziet. 'Ik wil wel...maar ik kan het niet Tom.' Hij gaat voor me zitten en zucht. 'Maar ik heb spijt, ik kan niet zonder je Bella, en al zeker niet nu.' Ik glimlach en leg een hand op zijn schouder. 'We kunnen vrienden zijn.' Twijfelend kijkt hij op. 'Vrienden?' Ik sta op en sluit mijn koffer even. 'Ja, niets meer als gewone vrienden, als ik en de G's, goed?' Hij overweegt het in zijn hoofd en kruist zijn handen. 'Zit de kans...erin dat je me terugneemt?' Starend naar het dekbed, haal ik mijn schouders op. 'Ik hou nog steeds van je, ik ben enkel een stuk vertrouwen in je kwijt.' Hij knikt begrijpend en glimlacht dan.
'Dan wil ik je vriend zijn.' Ik glimlach en hij loopt mee naar de deur, met mijn koffer in zijn hand. 'Ik ga douchen.' meld hij dan en kijkt wat ongemakkelijk om zich heen. Ik sla mijn armen om hem heen en voel hoe hij me stevig tegen zich aandrukt. Met gesloten ogen, ruik ik zijn geur, die ik toch wel zal missen, zijn sterke armen om me heen als ik slaap, zijn zachte lippen,... 'Ehm...Bella?' Ik open geschrokken mijn ogen en laat hem blozend los. 'Oh,..sorry.' mompel ik en hij begint te lachen. 'Ik zie je, en...eh.. slaap zacht.' 'Ingelijks,' Hij draait zich om en ik staar hem na. Mijn hart bonst hevig en ik voel tranen achter mijn ogen. Ik haal het nooit zonder hem, ik mis het nu al.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.