Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Lost in Harry Potter » Merry Christmas
Lost in Harry Potter
Merry Christmas
Mijn handen opwarmend aan een kop warme chocolademelk staarde ik uit het raam. Achter me in de kamer hoorde ik vrolijke geluiden. Blij geklets, pakjes die opengescheurd werden en af en toe een liedje.
Maar mijn gedachten waren niet bij het hier en nu, mijn gedachten lagen veel verder. Misschien wel in een andere dementie. Bij mijn ouders, hoe zouden zij het nu hebben? Zouden ze me al missen? Zouden ze al een zoekactie gestart zijn met de rest van mijn familie? Of zouden ze mij deze dagen vergeten en even genieten van de mooie tijd? Ik slikte een brok weg bij de gedachte dat ik kerst in mijn eigen huis miste.
Er kwam iemand naast me staan, Lupos, merkte ik tot mijn verbazing. ‘Mis je je eigen familie?’
Ja hoor, waren ze hier allemaal bedreven in Occlumentie ofzo? Ik knikte. Hij pakte zijn toverstok en spoot slagroom in mijn kop chocolademelk. Ongewild moest ik toch glimlachen en keek hem aan, ‘hoe leuk ik het hier ook vind, kerst hoor je toch met je eigen familie te vieren?’
‘Kunnen wij niet een paar dagen voor familie doorgaan dan?’
‘Jawel, natuurlijk! En technisch gezien beschouw ik jullie ook zo, echt waar. Maar toch. Ik mis mijn vader, en mijn moeder…’ meer hoefde ik niet uit te leggen. Lupos sloeg zijn arm om mijn schouders, ‘geniet dan voor hen. Dan ben je toch een beetje bij ze.’ Opnieuw glimlachte ik, ik had van tevoren geweten dat ik Lupos zou mogen, maar in “het echt”ť was hij nog beter dan ik me had kunnen voorstellen. ‘Ja, ik denk dat dat wel moet lukken,’ ik haalde mijn vinger door de dot slagroom en stak hem mijn mond. Ik was in een aanzienlijk beter humeur na het korte gesprek met Lupos en ik liet me naast de bank in kleermakerszit op de grond zakken. De tweeling kwam al gauw naast me zitten om een praatje te maken, en niet veel later zat ik hen smoezend te vertellen over alle dingen die ze nog zouden gaan maken. Hun ogen begonnen te twinkelen en ze grijnsden gelijktijdig bij alle detailles. Ik kon het niet helpen, maar ik voelde zo nu en dan de ogen van mevrouw Wemel op ons gericht. Ze brandden bijna in mijn rug, maar het weerhiel me er niet van de jongens zo veel mogelijk te vertellen. Ik liet echter een klein detail onbesproken. De pijnlijke dood van Fred, die het hart van George in stukken zou slaan, hem kapot zou maken
Maar toen Dolleman binnenkwam was ik weer op mijn hoede, hij had tot nu altijd wel iets te zeuren gehad. Ik dronk stilletjes mijn drinken en verzonk weer in gedachten, tot hij mij tot mijn grote verbazing een cadeau voorhield, ‘weet je zeker dat je je niet vergist?’
‘Neem nou maar aan,’ bromde hij terwijl het in mijn handen duwde.
Het duurde even voor ik over mijn verbazing heen was, dus bedankte ik hem nogal laatdunkerig. Tot mijn verbazing zat er een boek in Spreuken en bezweringen, ‘wauw, nogmaals bedankt, Dolleman.’ ‘Achja, ik kan maar beter accepteren dat we er een irritant nieuw lid bijhebben dat nog moet leren met een toverstok te zwieren,’ murmelde hij terwijl hij een glas Oude Klare’s jonge borrel inschonk en op een leunstoel ging zitten. Ik grijnsde lichtjes naar hem, ‘ik ben niet van plan dat te veranderen.’
Stiekem vroeg ik me af waar Sirius bleef. Hij had gezegd dat hij ook zou komen, of zou hij depri boven op zijn eigen kamer zitten? Ik stond op en liep de trap op. Ik wist precies waar zijn kamer was, dat was de allereerste kamer die ik in mijn geheugen gegrift had op het moment dat ik hem voor het eerste gezien had.
Ik klopte op de deur.
‘Hm?’
Voorzichtig keek ik om he hoekje, ‘kom je nog? Het is gezellig beneden.’ Ik kon het niet helpen, ik keek rond. Sirius had op bed gelegen en kwam nu overeind, ‘is het wat?’
‘Ik wist al hoe je kamer eruit zag.’
Hij sprong van zijn bed en liep naar me toe, ‘je kerstkado!’ hij boog zich naar me toe en drukte zijn lippen op de mijne. Zijn warme lippen drukten zich op de mijne en het leek of ik in vuur en vlam stond. Tot dat moment dat er hard op de deur geklopt werd. Een tikkeltje verdwaasd keken we elkaar aan, even waren we verloren in elkaars blik. Toen scheurde ik me van hem los en rende de trap af om de deur open te doen.
Tot mijn verbazing stond Sneep op de stoep. ‘Severus!’ mijn opgetogenheid vanwege de gezellige avond zorgde ervoor dat ik mijn armen om hem heen sloeg en hem omhelsde. Tot mijn verbazing krulden zijn armen zich ook om mij heen. ‘Als je dit ooit tegen iemand zegt zie ik me genoodzaakt me van je te ontdoen!’ zei hij zacht in mijn haar. Ik schoot in de lach en liet hem binnen. Hij haalde iets kleins uit zijn zak en gaf het aan me, ‘vrolijk kerstfeest.’
Verbaasd keek ik hem aan, ‘wie ben jij en wat heb je met Sneep gedaan?’ vroeg ik terwijl ik het pakje aannam. ‘Zoals ik al zei. Als je dit ooit aan iemand verteld…’
Toen ik het pakje openmaakte rolde er een glazen balletje in mijn hand, ‘wat is dit?’ het had iets weg van de geheugensteen van Marcel Lubbermans. Maar toch, op de een of andere manier anders.
‘Ik heb hem zo betoverd dat je je familie kunt zien, als je dat wilt,’ mompelde Sneep. Opnieuw sloeg ik mijn armen om hem heen, ‘hoe wist je dat ik ze miste?’ Hij duwde mijn armen naar beneden en keek me aan, ‘het is kerst, en jij zit hier.’ Toen liep hij naar de kamer. Op dat moment zag ik Sirius staan, en de blik op zijn gezicht zij me genoeg. Hij vond het alles behalve leuk dat ik zo met Sneep had staan praten.
‘Wat?’ vroeg ik, terwijl ik het antwoord wel kon raden. ‘Dat was Secreetje, Robin!’ Sirius kwam verder de trap af en bleef voor me staan. ‘Nou en? Wat ik en Severus hebben, gaat jou niks aan. Dat is tussen ons.’ Een flits van woede was te zien in Sirius’ ogen, ‘hoezo gaat dat mij niks aan? Vertrouw je me niet?’
Ik zuchtte, ‘dit heeft niks met vertrouwen te maken Sirius, en dat weet jij ook!’ Hij kreeg een opstandige uitdrukking opzijn gezicht, eentje die herkende als die van mezelf als ik iets absoluut niet wilde horen, maar hij zei niks. Hij sloeg zijn armen over elkaar die me vertelde dat we nog niet uitgepraat waren.
‘Zeg het maar gewoon hoor,’ zei ik met mijn ogen rollend.
Stilte.
‘Wat heeft hij ooit gedaan dat je zo’n hekel aan hem hebt? Oh nee, laat maar, ‘ik stak mijn handen op toen Sirius tekeer wilde gaan, ‘je mag hem niet omdat hij bestí¡í¡t, toch? Sorry, maar je zult met iets beters moeten komen, want dat is wel de meest slappe re-’
‘Ik vertrouw hem gewoon niet!’
‘Die heb ik ook echt nog niet eerder gehoord,’ zei ik sarcastisch.
‘Wat als hij nou voor Voldemort werkt? Wie zegt dat hij Harry niet zal verraden! Trouwens, geen enkele Zwadderaar is te vertrouwen.’
Ik keek hem met een opgetrokken wenkbrauw aan, ‘dat is en een vooroordeel waar ik niet eens naar wil luisteren, en dat zou dan ook beteken dat je mij niet vertrouwd. Want als ik ergens honderd procent zeker van ben is het wel dat ik in Zwadderich zou zijn ingedeeld als ik een leerling was op Zweinstein.’
Sirius keek me aan, maar was blijkbaar niet in staan te antwoorden. ‘Weet je, laat me maar weten wat je wilt als je zélf weet wat je wilt,’ ik liep langs hem heen de huiskamer in en pakte een boterbiertje. Ik plofte op de bank en begon weer een gesprek met Lupos.
Onder het eten was Sirius nog steeds nors, hij probeerde met Harry te praten maar die poging mislukte toen Ron in een onhandige bui de helft van zijn soep over Sirius heen goot. Zowel ik als Lupos moesten wegkijken om te zorgen dat we niet in lachen uit zouden barsten. De enige die zijn leedvermaak echt aan Sirius liet zien was Sneep. De rest van de avond verliep rustig. Maar Sirius bleef chagrijnig. Toen het voor Sneep tijd was om te gaan liep ik met hem mee, ‘kan ik na de kerstvakantie weer met je mee naar Zweinstein?’ vroeg ik, ‘ik bedoel…ik voel me hier een beetje opgesloten enzo.’ Sneep keek me met zijn donkere ogen even peilend aan, maar toen knikte hij, ‘ik zal het aan Albus vragen.’
Ik glimlachte en deed deur achter hem dicht. ‘Volgens mij waren we nog niet uitgepraat.’ Ik rolde met mijn ogen, ‘ik ben wel uitgepraat, Sirius. Als jij niet kunt accepteren dat ik ook met Severus omga ik dat jouw probleem, niet het mijne.’
‘Ik maak me gewoon zorgen.’
Ik keek hem aan, ‘dat hoeft niet. Sneep staat aan onze kant.’
‘Ja maar…’
‘Perkamentus vertrouwt hem, zegt dat niet genoeg?’
Sirius rolde met zijn ogen en gooide zijn handen in de lucht, ‘oke, ik geef het op.’
‘Je bent jaloers,’ grijnsde ik, wat was ik stom dat ik dat niet had gezien. Maar Sirius schudde zijn hoofd, ‘op dat?’ hij maakte een hoofdknik naar de voordeur, ‘mooi niet.’ ‘Waarom doe je dan zo moeilijk? Kom op Sirius echt, hoe oud ben je? Twaalf?’ Ik schoot meteen in de lach bij die opmerking, en dat was te wijten aan het gezicht dat Sirius had getrokken op het moment dat ik mijn opmerking in zijn gezicht had gegooid. ‘Oh, dat zet ik je betaald!’ hij rende naar me toe, maar ik dook onder zijn arm door naar de huiskamer, waar de Wemels, Harry en Lupos nog zaten. Achter me hoorde ik een bonk en op hetzelfde moment werden mijn voeten gegrepen en lag ik op de grond. Iedereen in de kamer schoot in de lach, inclusief Dolleman. Grijnzend krabbelde ik overeind en hielp daarna Sirius overeind, ‘die had je verdiend!’ zei hij een tikkeltje hooghartig.
Reacties:
Ik zie het helemaal voor me. Er springt gewoon spontaan een big smile op mijn gezicht, zou je gauw verder willen gaan?
Wat mooi geschreven, en een ontzettend origineel verhaal. Mag ik een melding? ;D
Dit is echt GENIAAL, die laatste zin van Sirius
Wat hou ik van Kerstmis :3
Fijne Kerstdagen en veel geluk in 2012!