Hoofdcategorieėn
Home » Harry Potter » Another fight against evil - complete » Hoofdstuk 27: De voorspelling
Another fight against evil - complete
Hoofdstuk 27: De voorspelling
De rest van de maand februari en ook het eerste deel van maart verliep rustig. Ze wonnen de wedstijd tegen Ravenklauw en de zwerkbaltrainingen duurden steeds langer, omdat Plank koste wat het kost de zwerkbalcup wou winnen. De vrienden zaten daarom ook steeds meer achter met hun huiswerk zodat ze ook steeds meer strafwerk kregen, vooral van Sneep en Anderling en zo nog meer tijd verloren om huiswerk te maken. Hun dagen zagen er op een bepaald moment uit als opstaan, lessen volgen, strafwerk, lessen volgen, strafwerk, zwerkbal, veel te moe zijn om huiswerk te maken, slapen, ... . Op een dag, ergens eind maart, moesten ze van Sneep alle roestige oude ketels oppoetsen tot ze blonken en ze hun eigen spiegelbeeld erin zagen en toen ontdekte Sam iets vreemds. Onder de roestlaag van een oude ketel stond er een zinnetje geschreven 'het einde der tijden is het begin van iets nieuws, als de wereld dreigt te vallen zal er redding komen, een jongen zal opstaan en ons beschermen' Hij vroeg zich af waar dat op sloeg. Sloeg het op hem? Omdat hij de vloek des doods had overwonnen? En moest hij Voldemort verslagen? Dat was hij toch zowiezo van plan geweest, Voldemort was naar hem op zoek, hij had de vloek des doods overwonnen dus was hij gevaarlijk, misschien zelfs wel sterker dan Voldemort en daarom wou Voldemort hem dood. Maar wie had het geschreven? En hoe oud was de ketel? Was het een voorspelling van een geschifte leerling? Of was het gewoon de waarheid die nu uitkwam? Het einde der tijden was nog niet in zicht, maar dat zou gauw komen. Dat voelde Sam gewoon. Met een diepe frons wreef hij harder op het metaal alsof het zinnetje zou verdwijnen als hij maar hard genoeg wreef. Maar het zinnetje bleef erin staan. Het was erin gekrast. Sneep kwam plots op hem af gelopen en rukte hem de doek uit zijn handen.
“Poets maar een andere ketel, deze is schoon genoeg,”¯ zei hij met zijn kille stem. De helft van de ketel was echter nog met roest bedekt maar Sam gehoorzaamde en begon aan een nieuwe ketel. Was het niet de bedoeling geweest dat hij het zinnetje las? Ging het dan toch over hem? En waarom mocht hij het niet zien van Sneep? Stond hij toch nog aan de kant van Voldemort? Duizenden vragen spookten door Sams hoofd en hij wist dat er maar één iemand was die daar antwoord op zou kunnen geven en dat was Perkamentus. En als die het niet wist, wist niemand het. Buiten dan degene die het zinnetje had geschreven maar hij had geen flauw benul van wie dat was dus daar had hij niets aan. Zijn vrienden verstonden er evenmin iets van en hij besloot om het te laten rusten. Maar op de een of andere manier bleef het door zijn hoofd spoken. Op de training van die avond was hij er met zijn hoofd niet bij en toen de training was afgelopen en hij de snaai nog altijd niet had was Plank zo boos geworden dat hij zelf maar achter de snaai was gaan zoeken. Maar toen hij hem na een halfuur nog altijd niet had besloot Sam om hem te gaan helpen. De snaai vloog rond de doelpalen aan de andere kant van het veld en hij schoot ernaartoe, de snaai volgend met zijn ogen om hem zeker niet kwijt te raken omdat hij anders nog uren in de lucht kon hangen, en ving hem op. Hij gaf hem aan Plank die hem nog altijd woedend aanstaarde en liep toen de kleedkamer in om zich om te kleden.
De volgende dag beleef hij bij transfiguratie zo lang mogelijk treuzelen. Toen iedereen het klaslokaal had verlaten liep hij naar professor Anderling toe.
“Professor, ik zou dringend met meneer Perkamentus moeten spreken. Zou het mogelijk zijn om hem vanavond te spreken?”¯ vroeg hij.
“Over wat wilt u met hem praten?”¯
“Over iets dat ik gisteren heb ontdekt.”¯
“En wat hebt u dan ondekt?”¯
“Een voorspelling op een roeste ketel.”¯
Anderling verstarde. Net zoals bij Sneep leek het alsof hij iets te weten had gekomen dat hij totaal niet te weten zou mogen komen.
“Professor?”¯
“Ja, euhm, professor Paerkamentus is er vanavond niet en ga nu maar weg voor je te veel van je volgende les mist.”¯
Sam pakte zijn tas en verliet het lokaak. Hij wist dat Anderling loog, maar waarom? Hij had dat zinnetje nooit mogen ontdekken, dat was duidelijk. Maar toch wilde hij er meer over weten. Bij waarzeggerij wou hij het nog eens aan professor Zwamdrift vragen omwille van haar vak maar ze was nu al zo bezeten van hem omdat hij de vloek des doods had overleefd dat ze zeker gek zou worden als hij er iets over vertelde dus besloot hij om maar niets te zeggen. Die avond sloop hij stilletjes door het kasteel op weg naar het kantoor van professor Perkamentus, hopend dat hij Vilder of Foppe niet tegenkwam. Toen hij bij de waterspuwer aankwam haalde hij opgelucht adem toen hij merkte dat het wachtwoord nog niet was veranderd tegenover de vorige keer. Hij liep de wenteltrap op en wou net op de deur kloppen toen hij stemmen hoorde. Hij hoorde ze maar vaag, maar hij had nog een hangoor in zijn zak zitten en hij haalde hem tevoorschijn om hem voor de deur te hangen.
“De jongen weet het al professor.”¯
“Ik zie geen enkel probleem. De jongen heeft het recht om het te weten. Het bevestigt enkel de voorspelling en ook hetgeen wij al lang dachten.”¯
“Het is nog maar een jongen Albus.”¯
“Hij kan het perfect aan.”¯
“Hij zou die voorspelling nooit hebben mogen zien.”¯
“Het is voorbetemd Minerva.”¯
“Maar hij is nog maar dertien!”¯
“Hij heeft de vloek des doods overleefd.”¯
“Dat wil niets zeggen!”¯
“Excuseer mij dat ik jullie onderbreek, maar volgens mij staat er iemand aan de deur,”¯ zei Sneep. Met hoeveel waren ze daar? Anderling, Perkamentus, Sneep, misschien waren er nog wel meer. De deur zwaaide open en Sam stopte snel de hangoor weg. Perkamentus begeleidde hem naar binnen. Hij keek het kantoor rond en zag ook nog professor Krinkel en professor Zwamdrift staan. “Sam, mijn beste jongen, je komt net op tijd.”¯
Perkamentus loodste hem verder het kantoor in en plaatste hem op een stoel. Hij glimlachte naar hem met twinkeltjes in zijn blauwe ogen.
“Ik denk dat we jou vanalles moeten vertellen. Ik zal misschien beginnen bij het begin. Ons verhaal begint een heel aantal jaren geleden, toen professor Zwamdrift nog een leerlinge was hier op school. Ze was zestien jaar en toen al, laat ons zeggen, hoogbegaafd, al is dat niet echt het juiste woord. Nuja, ze was dus zestien jaar en tijdens een les toverdranken deed ze een voorspelling die ze in een opwelling in haar ketel kraste. De toenmalige leerkracht toverdranken zag het en na de les kwam hij naar haar toe om te kijken wat ze in haar ketel had gekrast. Ik was toen al leerkracht, en was redelijk populair en hij kwam naar mij toe. Toen ik hoorde wat professor Zwamdrift had voorspeld besefte ik meteen dat de voorspelling zou uitkomen. We besloten dat we de voorspelling best geheim konden houden, dus kreeg professor Zwamdrift een nieuwe ketel en werd haar oude bewaard ergens achteraan in het toverdrankenlokaal, met de kant waar het zinnetje was ingekrast naar de muur gericht zodat niemand het zou kunnen lezen. Toen Voldemort voor de eerste keer aan de macht kwam dacht ik dat de voorspelling zou uitkomen. Maar toen verdween Voldemort plots, zonder dat iemand wist waarom. Ik besefte dat hij opnieuw aan de macht zou komen, nog verschikkelijker als de eerste keer, en dat dan de voorspelling wél zou uitkomen. En ik wist dat ik hem zoveel mogelijk moest proberen te verhinderen om echt sterk te kunnen worden. Er zijn nu al drie van zijn gruzielementen vernietigd. Twee door mezelf, en eentje door een onbekende tovenaar. Zeven maanden geleden begon Voldemort aan een zoektocht naar een staf die, volgens de legenden, dé sterkste toverstaf was der toverstaffen. Hij is langzaamaan sterker aan het worden en als hij ten tonele verschijnt zal hij sterker zijn dan ooit. Ik wist dat 'onze helper' snel zou komen. En toen gebeurde de gebeurtenis in het krijsende krot. Sam Lewis had de vloek des doods overleefd. Ik voelde instinctief dat jij onze helper zou zijn. Ik had niet verwacht dat het zo'n jonge tovenaar zou zijn.”¯
Reacties:
....geen commentaar, het is té goed en té spannend! Snel verder!!!!
Wow wow wow, ik ga snel het volgende hfds. lezen