Hoofdcategorieën
Home » Naruto » Kaiya » Hoofdstuk 27: Op de proef gesteld
Kaiya
Hoofdstuk 27: Op de proef gesteld
Ik verveel me en loop over straat. Ik kom aan op de plek met de brug. Het is hier mooi. Even geniet ik van het uitzicht. Het water dat rustig stroomt, de vogels die tjirpen, een ninja die van achter komt. Een ninja die van achter komt?! Ik strek mijn been en draai me om. Recht in diegene zijn zij. De ninja valt op de grond. Ik bekijk zijn hoofd band. Hij is van Amegakure. Het blijkt ene kloon te zijn, dat verwachtte ik al. De echte ninja komt uit het water zetten en wilt me bespringen, maar ik buk simpelweg en geef hem een stoot in zijn buik. Hij pakt ene kunai en wilt het in mijn arm steken, maar ik ontwijk de kunai en houd er een tegen zijn nek. Natuurlijk, heb ik door dat hij dan voor mijn benen gaat om aan te vallen. Hij doet het, maar ik verander in een plas water. Hij kijkt om zich heen om te zoeken naar waar ik dan vandaan kom. De echte ik zit in een boom toe te kijken. Ik spring eruit. ‘Ik had allang door dat jij achter mij aanzat, dus had ik alvast een kloon voor je gemaakt.’ ‘Jij gaat eraan, meid.’ zegt de ninja en hij stormt op mij af. ‘Hé, ik ben in een slechte bui.’ waarschuw ik hem en ik begin nu echt pissig te worden. Ik maak tekens. ‘Water style water whip!’ roep ik. Ik laat de zweep tegen hem aanslaan. Een rode streep is te zien op zijn gezicht. Ik sla hem er ook mee op zijn kin en dan ook nog eens recht op zijn hoofd. De ninja ligt met een pijnlijk gezicht op de grond. ‘Waarom viel je me aan, Iruka?’ vraag ik. De ninja reageert niet, maar ik weet dondersgoed dat hij het is. ‘Dan niet.’ zeg ik. Ik maak tekens. Een golf neemt hem mee het water in. ‘Sorry, Iruka!’ roep ik. Ik had allang door dat hij het was. Ik zag hem achter Kakashi aanlopen en telkens vragen of hij zeker wist of we er klaar voor waren. Ik zucht en kijk weer naar het water. ‘Maar op de chuunin examens is het toch andere koek.’
De dagen vliegen voorbij. Naruto, Sasuke en ik komen elkaar tegen op de academie. Ik heb iedereen al bekeken. Sommige zien er echt dodelijk uit en ander juist het tegenovergestelde. Wel zijn ze allemaal serieus. Mijn ogen vallen op een vrouw die er wel heel apart uitziet. Haar lach ziet er nep uit alsof er te veel botox in is gespoten. Haar ogen zijn smal en haar haar is aan de slordige kant. Naruto begint van de zenuwen aan mijn haar te spelen. ‘Wat doe je?’ vraag ik. Naruto geeft geen antwoord, maar gaat sneller een plukje om zijn vinger draaien. Ik hou hem tegen. ‘Sorry, maar ik hou mijn haar het liefst stijl.’ zeg ik. Eindelijk mogen we naar binnen. Het si een drukte van belang. Dan zien we dat er een cirkel is gemaakt. Nieuwsgierig wurmen we door de menigte. Een jongen met idioten haar krijgt een klap op zijn gezicht en valt neer. Een meisje met knotjes op haar hoofd vangt hem op. Twee jongens staan voor een deur. ‘je kan niet eens langs ons, dus waarom zou je dan nog meedoen?’ vraagt een jongen. Hij doet me aan een kat denken. De andere is best een lekkerding. ‘Ja, waarom geef je het niet gewoon op?’ vraagt hij. Ze lijken enorm veel op degene die ik wel eens eerder heb zien lopen. Dit zal zeker weer een test zijn. Het meisje staat op. ‘Alsjeblieft, laat ons erdoor. We moeten daarin.’ zegt ze wanhopig. De jongens beginnen haar uit te lachen. Uiteindelijk moet zij er ook aan gaan geloven dat ze een stomp tegen haar gezicht krijgt. Sasuke gaat voor de jongens staan. ‘Laat ons er gewoon door en ik zie wel door jullie genjutsu. We gaan naar de derde verdieping.’ Hier en daar beginnen mensen te fluisteren. ‘Wel, Wel. Je zag de genjustu.’ zegt de lekkerding. Alles wordt weer zoals het was en het getal 301 verandert in 201. ‘Kijken hoe je hier mee omgaat.’ zegt de katachtige jongen. Hij haalt met zijn voet uit naar Sasuke en doet hetzelfde, maar de jongen met het idiote haar houd ze tegen. Hij is snel. Hij laat ze los en de katachtige jongen gaat weer op zijn benen staan. Een andere jongen en hetzelfde meisje als net, komen naar hem toe. De jongen heeft lang haar en lichte ogen. Hij heeft veel weg van Hinata, een meisje die eerst bij mij in de klas zat. Heeft hij ook de byakugan? ‘Wat gebeurde er met het plan?’ vraagt hij. ‘Ik dacht dat jij degene was die zei dat we ons gedeisd moesten houden zodat niemand ons level ziet.’ ‘Ik weet, maar’ zegt de jongen met het idiote haar en maakt een vuist. Het valt me nu ook op dat hij ongelofelijk dikke wenkbrauwen heeft. Dan komt hij naar mij toe. ’Rock Lee is de naam en jij moet Kaiya zijn?’ Ik knik verbaast. Wat heeft hij? Dan maakt hij een knipoog en doet een duim omhoog. ‘Wordt alsjeblieft mijn vriendin. Ik beloof je te beschermen met mijn leven.’ Ik kijk hem verbouwereerd aan. Naruto begint te grinniken. ‘Nee, sorry.’ zeg ik zo lief mogelijk. Ik wil hem niet meer dan dit kwetsen. De moed van Lee zakt naar zijn voeten. ‘Waarom niet?’ vraagt hij treurig. “Kaiya, blijf beleefd.”ť denk ik. “Niet zeggen dat hij raar is of al die andere shit.”ť ‘Omdat ik je niet goed genoeg ken, en je bent mijn rivaal nu, enzo.’ zeg ik. Gelukkig pakt hij het positief op aan zijn lach te zien. ‘Dan wacht ik tot na de chuunin examens!’ roept hij vrolijk. Ik schrik. ‘Nee… nee, zo bedoel ik het..’ maar Lee is al weg. ‘niet.’ vul ik aan. Naruto heeft de slappe lach gekregen. Ik stomp hem op zijn hoofd. ‘Dat wordt een bult.’ zegt Naruto pijnlijk. Lee staat verderop met het meisje en die aparte jongen. De aparte jongen loopt naar Sasuke toe. ‘Wat is jouw naam?’ vraagt hij. Naruto knarst op zijn tanden van woede. Hij wil net zoveel aandacht als Sasuke, maar dan moet hij lang wachten. ‘Het is beleefder als je eerst je eigen naam zegt en dan pas vraagt naar die van een ander.’ zegt Sasuke. Ik vindt Sasuke opvallend afstotelijk doen tegen iedereen. ‘Hoe oud ben je eigenlijk?’ vraagt de aparte jongen. Ik kijk even snel rond. Wij zijn volgens mij de jongste hier. ‘Ik voel het niet zo om te antwoorden.’ zegt Sasuke koppig. De aparte jongen wordt boos. ‘Wat?!’ vraagt hij. Het meisje begint te grinniken. ‘Schattig.’ zegt ze en bekijkt Sasuke van top tot teen. Ik betrap mezelf er ook op dat ik het wel stoer vond. Eigenlijk moet ik toegeven: ik ben toch blij om bij Sasuke in het team te zitten. ‘Oké, Sasuke, Naruto, laten we gaan.’ zeg ik. Ze stemmen in. Ik merk dat achter een deur de twee jongens van net staan. Ze kijken door een spleet door de deur. Ik glimlach en pak een kunai. Met een rotvaart gooi ik het naar de deur. De twee hoofden verdwijnen en kijken geschrokken naar de kunai die in de deur blijft zitten. Ik moet lachen en loop verder. Lee heeft het zien gebeuren. ‘Je bent geweldig!’ roept hij me na. Ik sla ene hand op mijn voorhoofd. ‘Fuck.’ zeg ik zachtjes.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.