Hoofdcategorieėn
Home » 30 Seconds to mars » Het meisje in de rode jas [Jared Leto] » |1|
Het meisje in de rode jas [Jared Leto]
|1|
Ze was oplettend, alsof ze elk moment verwachtte dat iemand haar in een steegje ging slepen en ging bedreigen met een mes. Ik wist niet wat me juist dreef om haar te bespieden, te volgen, ik had, zeg maar, een interesse voor haar die ik niet kon beschrijven. Ik leek wel een psychopaat, ik kende haar niet, en toch kon ik niet omkeren en een heel andere kant dan haar op gaan, haast geobsedeerd. Ik voelde een immense drang om haar vriend te worden. En dat ging ik ook worden. Ik ging haar vriend worden, ik moest haar beschermen tegen al het kwade in haar leven.
Ze leek me niet eens op te merken tussen al die mensen. Ze had een muts op en daaronder zag ik oortjes uitsteken. Haar zwarte, kortgeknipte haren lagen schuin over haar voorhoofd in een warrige boel. En dan haar ogen, ze waren groen, maar niet zomaar groen, groener dan gras en toch nog net niet die kleur. Ik wist het niet juist, ik had ook nog niet de kans gehad om haar ogen goed te kunnen bestuderen. Maar ik wist wel dat het de mooiste ogen waren die ik ooit had gezien. Ik deed mijn best om voldoende afstand van haar te houden, opdat ze niet zou zien dat ik haar volgde. Maar mijn hart en mijn benen dachten daar anders over. Ik kon niet snel genoeg gaan. Het was koud in Frankrijk.
Mijn bonkend hart klopte nu in mijn keel. Ze nam snelle, vloeiende passen. Ik bestudeerde haar schoenen. Ze droeg van die oude, afgesleten schoenen die ook mannen droegen, over haar nylon kousen droeg ze wintersokken, ze staken net boven de rand van haar schoenen. Ze had lange slanke benen en haar lange rode jas stond haar adembenemend goed. Ik zuchtte als ze de zoveelste straat insloeg van Parijs. Ik was erg nieuwsgierig waar ze heen ging. Mijn hart sloeg een slag over als ik haar even niet zag, ik voerde mijn tempo op en vijf seconden later zag ik haar weer, haar rode jas.
Ik zag haar een bio winkel ingaan en volgde haar op de voet. Ik trok de kol van mijn jas voor mijn mond en spande mijn sjaal aan, vervolgens drukte ik mijn hoed aan opdat hij nu net over mijn ogen kwam, niemand mocht me nu herkennen, niemand. Het was redelijk druk in de winkel en even kreeg ik het benauwd als ik iemand raar zag kijken naar me. Haar ogen bestudeerden aandachtig mijn gezicht. Ik liep de vrouw snel voorbij en sloeg vlug een gangpad in.
Ik zocht automatisch de winkel af naar de rode jas maar hoe langer ik zocht, des te meer angst naar boven kwam drijven. Ik. Zag. Haar. Niet. De angst nestelde zich in elke cel van mijn lichaam. Ik probeerde mezelf te bedaren door te denken dat ik haar waarschijnlijk al was voorbijgelopen. Of misschien was ze opgegaan in rook? Of wat als ze al terug uit de winkel was gelopen en er ineens een rare man haar vastgreep en haar in een steegje duwde? Mijn passen werden langer en er vormde zich stilaan een waanbeeld van haar in mijn hoofd: een oude man met een onrein geel gebit, ingevallen wangen, een litteken op zijn rechterwang, handen gehuld in de ‘typische’ lederen handschoenen en zwarte ogen, zo zwart als de nacht maakten het helemaal af, sleepte haar in een busje en haar mooi gezicht zat bedekt onder het donkerrode bloed.
Mijn adem stokte in mijn keel en ik schudde vlug mijn hoofd en drong het beeld helemaal naar achteren, vervolgens concentreerde ik me weer. De angst wilde maar niet weggaan, en dit keer kwam de wanhoop ook opspelen, het stormde in mijn hoofd.
Ik was haar kwijt, ik was haar kwijt! Mijn ogen schoten in paniek naar elke vrouw, ik zocht naar haar rode jas, ik moest haar vinden! Even bleef mijn verwarrende blik hangen op een klein meisje met een rode jas en blonde haren maar ik schudde verdwaasd mijn hoofd en focuste mij weer op mijn missie. Het leek wel alsof, nu ik haar niet vond, ook ineens alle hoop weg was, alsof alle zuurstof ineens van de aardbodem leek verdwenen te zijn. Ik zocht elke hoek af in de winkel, elk gangpad en elke vrouw die nog maar iets roods droeg maar nergens zag ik haar. Ik liep voorbij de kassa’s en was van plan om naar de uitgang te gaan tot ik plots iemand zag in mijn ooghoek. Daar zat ze.
Mijn adem stokte voor de tweede keer in mijn keel. Ze zat nog geen vijf meter verder verwijderd van mij, achter de kassa. Ik perste al de lucht uit mijn longen en zoog een hele teug lucht naar binnen. Mijn vingers verkrampten en ik begon te zweten. Ik stond vastgenageld aan de grond naar haar te staren en toen ik eindelijk leek te beseffen hoe idioot dat er wel niet uit zou zien, sloeg ik opnieuw een gangpad in en keek naar de voedingsmiddelen. Ik zou iets moeten kopen, dan kon ik naar haar kijken, kon ik zelfs misschien haar ware oogkleur ontrafelen en haar stem horen. Ik vroeg me af hoe haar stemtimbre klonk.
Ik keek naar boven, naar de tekst die boven het gangpad hing. De Franse naam kende ik totaal niet, dus scande ik de producten met mijn ogen. Noten. Hazelnoten, pistachenoten, heel veel soorten noten. Ik pakte pistache- en hazelnoten. Dan liep ik naar de fruitafdeling en kocht vier bananen en twee clementines. Ik bereidde me mentaal voor terwijl ik naar de kassa liep, mijn hartslag en mijn ademhaling waren nog steeds onregelmatig. Ik ademde diep in en uit en ging in de rij staan en tikte ritmisch met mijn voet op de vloer.
Toen het bijna aan mij was, merkte ik dat mijn handen trilden. Ik beet op mijn lip en keek toen bedenkelijk naar de etenswaren die in mijn handen lagen. Was het te weinig? Die gedachte verdween al snel uit mijn hoofd als ik zicht op haar had.
Op haar borst was een badge gespeld, het was moeilijk om vanaf hier de letters te kunnen zien. Maar toen de man voor mij een paar stappen vooruit zette kon ik het lezen.
Haar naam was…
Adrienne.
Ik fluisterde haar naam om het de proeven, te horen, te bewonderen. Het klonk mooi. Het deed me om de een of andere reden denken aan aardbeien en de smaak ervan.
Toen ik naar haar staarde, verdronk ik even in een andere wereld tot een stem me abrupt weer op aarde bracht.
“Monsieur? Monsieur!?”¯ Ze keek me recht in mijn ogen aan, mijn mond viel bijna open en ik staarde in haar ogen. Ze waren zo mooi, groot, groen met bruine lijntjes in. Ze waren sensationeel. Ik wist even niet te zeggen maar dan opende ik mijn mond. “Oui?”¯
Ze deed teken dat het aan mij was en ik legde alles op de band. Ik likte over mijn droge lippen terwijl ik haar handen bestudeerde. Haar handen waren bleek, net als heel haar gezicht en nek. Ik nam een klein litteken waar op de rug van haar rechterhand. Mijn handen schoten automatisch naar haar hand, ik wilde het voelen, ik wilde het kussen, strelen. Net op tijd wist ik de controle over mijn handen te hervinden en stak ze in mijn zakken. De vrouw achter mij dacht waarschijnlijk dat ik een serieus probleem in mijn hoofd had. Wat eigenlijk door de sterke aantrekkingskracht, bezorgdheid en angst om haar kwijt te raken eigenlijk wel klopte.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.