Hoofdcategorieën
Home » Naruto » Kaiya » Hoofdstuk 29: De eerste test
Kaiya
Hoofdstuk 29: De eerste test
Ineens hoor ik weer die vervelende stem van Ino. ‘Sasuke, je bent laat!’ roept ze en vliegt hem om zijn hals. Sasuke kijkt haar geërgerd aan. Beter zo. ‘Zo gaaf dat jij ook meedoet.’ zegt ze. Dan heeft ze mij in de gaten. ‘Ik dacht dat jij te zwak was om hier te komen.’ zegt ze gemeen. ‘Vergissen is menselijk.’ zeg ik tegen haar met een glimlach. Ze rolt met haar ogen en heeft dan haar aandacht weer op Sasuke. ‘Ga van Sasuke af! Ino de varken!’ hoor ik Sakura roepen. Ino laat Sasuke los en stormt boos op Sakura af. ‘Oh, groot voorhoofd! Net ze lelijk als altijd.’ zegt Ino. Sakura kan haar wel wurgen. ‘Wat zei je?!’ vraagt ze dreigend. De twee beginnen een gevecht met
woorden. Twee jongens komen er ook bij. Die horen bij Sakura in de groep. Ik ken ze. Het zijn Komanu en Karem. De tweeling. Zij zijn altijd in voor een lolletje en doen dan ook echt alles samen. Zij wisten mij altijd op te vrolijken als ik even in een dip zat. De laatste tijd had ik ze niet meer gezien. ‘Kaiya!’ roept Komanu enthousiast en stormt op me af. Ik omhels hem. Zijn bruine haar ruikt lekker naar meiden shampoo. Ik moet lachen. ‘Heeft Karem weer je shampoo vervangen door een meidenshampoo?’ vraag ik en ik moet lachen. Komanu begint enorm te blozen. Karem komt erbij en legt zijn arm op de schouder van Komanu. ‘Ja, het werd weer eens tijd.’ grapt hij en hij moet lachen. ‘Doen jullie ook mee met deze vermoeiende examen?’ hoor ik Shikamaru vragen. ‘Hey!’ begroet ik. ‘Ja, best spannend eigenlijk.’ antwoord ik. Nu ik mensen tegen kom die ik ken, en natuurlijk aardig zijn, valt het hier wel mee. Naast Shikamaru staat een jongen uit een zak chips te eten. Het is Chouji. Hij is dik en eet altijd, maar dan ook echt altijd. ‘Gevonden!’ hoor ik Kiba zeggen. De jongen met de hond Akamaru. Achter hem komen Shino, de jongen met zijn insecten, en Hinata. Allemaal zaten ze bij mij in de klas voordat we in teams werden verdeeld. ‘Hallo.’ zegt Hinata verlegen en kijkt Naruto aan. Als Naruto haar ook aankijkt, kijkt ze weg en tikt met haar vingers tegen elkaar. ‘Ik vraag me af hoever we komen, Sasuke.’ zegt Kiba. Sasuke kijkt vol zelfvertrouwen naar Kiba. ‘Ja, inderdaad.’ Kiba knikt tevreden. Ik kijk naar de grond en ik zie een insect lopen. Ik trek mijn been op en leun naar achteren. ‘Shino, hou dat beest bij je!’ roep ik. Ik heb een hekel aan zijn insecten. Het idee dat die beesten in zijn lichaam zitten is gewoon eng. Shino mag mij niet zo omdat ik er vroeger ooit een insect heb geplet en ik had ooit een spin geslagen met een krant. Ik krijg gewoon een hartaanval van zijn insecten en spinnen. Shino raapt zijn insect op en kijkt me niet aan. Maar goed ook. ‘Hey, jullie!’ hoor ik iemand roepen. Verbaast kijken we de jongen zijn kant op. Hij heeft grijs haar en een grote bril op. Ook hij komt uit Konoha. ‘Als ik jullie was zou ik wat rustiger gaan doen.’ zegt hij. Als hij voor ons staat, kijkt hij ons een voor een aan. ‘Dus jullie zijn de rookies die meedoen dit jaar. Heb ik gelijk?’ vraagt hij. Niemand antwoord. ‘Jullie zijn zo makkelijk met die schattige gezichtjes van jullie. Jullie maken geen schijn van kans.’ Ik voel me beledigd. Ik wil wat zeggen, maar Karem legt een hand op mijn mond. ‘Doe maar niet.’ fluistert hij. Vaak als ik niets zeg, doet Ino het wel. ‘En wie geeft jou het recht om zo te praten?’ vraagt ze met een diepe belediging in haar stem. ‘Ik ben Kabuto Yakushi. Kijk om jullie heen.’ stelt de jongen zich voor en wijst met zijn vinger naar de menigte. Allemaal blijven ze ons boos aankijken. Ik heb het al door. Ze zullen geen genade met ons hebben. Het is eng om hier de jongste te zijn. ‘Degene achter jullie komen uit Amegakure. Zij hebben een klein lontje. Ik waarschuw jullie alvast.’ Ik vertrouw de jongen niet. Waarom deelt hij deze informatie met ons? ‘Jullie doen me denken aan de oude ik.’ ‘Kabuto, was het niet?’ vraagt Sakura. Kabuto knikt. ‘Is dit jouw tweede keer dan?’ ‘Nee, mijn zevende keer.’ Iedereen zijn mond valt open, behalve die van mij. ‘Zevende keer?’ vraagt Ino. Kabuto lacht en wrijft onschuldig met zijn hand over zijn achterhoofd. ‘Ja, best schandalig eigenlijk.’ Hij begint te lachen. Ik heb een enorm slecht gevoel bij hem. Ik heb geen idee waarom, maar het is gewoon zo. Hij lijkt me te onschuldig. Dan pakt hij ineens kaarten. Het zijn van die speciale kaarten waarmee je zo iemand kan identificeren. Hij legt ze op de grond en pakt er een vanaf met de witte kant naar boven. Met zijn vinger laat hij het draaien totdat er iets op verschijnt. Het is een kaartje met daarop alle landen. Ook zijn er groene staven te zien. ‘Die staven geven weer hoeveel deelnemers er zijn.’ legt Kabuto uit. Ik let niet helemaal op. Het boeit me niet hoeveel deelnemers er zijn hier en hoeveel uit welk land. Ik wil van Kabuto af. Ik heb nog steeds dat rare gevoel bij hem. Hij weet te veel en ik vindt het ook wel roekeloos dat hij zo zijn informatie deelt. Ik bekijk mijn nagels. Ze zien er nog mooi uit. Ik hoor een paar woordjes uit het gesprek. Iets over balans en kracht. Weer iets wat mij niet boeit. Dan hoor ik de naam Gaara vallen gevolgd door de naam Rock Lee. Nu heeft het gesprek wel een beetje mijn aandacht. Sasuke lijkt geïnteresseerd in de kaarten. Vooral nu ik er op eentje Gaara zie verschijnen. Ik kijk over zijn schouder mee. Kabuto legt twee kaarten neer. Stomme kaarten. Mijn aandacht gaat weer weg. Kabuto kan ook valse informatie geven, maar daar denk Sasuke dus niet over na.
Eindelijk zijn ze dan klaar. ‘Naruto, je hoeft niet bang te zijn, huh?’ hoor ik Sakura verbaast vragen. Ik zie dat Naruto zijn vuisten gebald heeft en trilt. Ik zucht. Dit gaat verkeerd en ja hoor. Naruto springt enthousiast de lucht in. Met zijn vinger wijst hij naar de andere ninja’s in de ruimte. ‘Mijn naam is Naruto Uzumaki! Ik zal en wil niet van jullie verliezen!’ roept hij. Ik stoot mijn hoofd tegen de muur. ‘Sukkel.’ zeg ik. Dan beginnen Sakura en Ino ook nog eens ruzie te maken. Ik voel ineens dat iemand een aanval inzet. Ik hou mijn hand bij mijn kunai’s. Ze komen niet op ons af, maar op Kabuto. Mooi, dan is hij even zoet. Hij ontwijkt de aanval, maar niets is wat het lijkt. Zijn bril splintert in stukken terwijl hij het toch echt ontweek. Pech. Dan zakt Kabuto ineens door zijn benen. Zijn ogen staan verschrikt. Dan geeft hij een beetje bloed over. Sakura en Naruto schieten te hulp. Dan verschijnt er ineens rook bij de deur. Precies naast me. Doordat ik niet op zat te letten schrik ik en draai ik me om. Een forse man met littekens in zijn gezicht staat bij de deur met achter hem allemaal mensen in grijze uniform. De examinatoren. Ik herken de twee jongens die ons niet door de deur wilde laten gaan, maar nu zijn ze gewoon hun eigen leeftijd. Ergens in de twintig ofzo. ‘Sorry voor het wachten, maar ik ben de examinator van examen 1 Morino Ibiki.’ Ibiki voor zo’n vent. Hoe verzin je het? ‘Jullie Otogakure ninja’s. Willen jullie dat wij jullie nu al uit het examen halen?’ vraagt Ibiki aan de ninja’s voor ons. ‘Het spijt ons.’ zegt de ninja met verband over zijn ene oog. Ibiki knikt. ‘Even voor de duidelijkheid. Er wordt hier niet gevochten. Begrepen?’ vraagt hij met een dringende stem. Niemand reageert. ‘Oké dan. Nou, laten we beginnen met de eerste examen.’ buldert zijn stem nog een keer en dan gaat hij weg. De examinatoren begeleiden ons naar het lokaal waar het gaat gebeuren. Ook krijgt ieder een kaartje waar een nummer op staat. Daar moeten we gaan zitten. Ik kan Sasuke en Naruto niet vinden in de drukte. Dan gaat het lokaal open en naam ik plaats op stoel nummer 18. De stoel bevindt zich aan de kant van het raam. Ik friemel het papiertje door mijn hand. Dan gaat er een examinator naast me zitten op een stoel dat voor het raam staat. Het is weer dezelfde man. Die met dat lange haar en alleen zijn kin verborgen onder een masker. Ook hij herkent me nog. Ik kijk naar rechts om te zien wie er naast me komt. Dan zie ik Kankuro met het nummer ‘19’ op zijn papiertje. Als hij mij ziet, gaat hij chagrijnig naast me zitten. Hij tikt een jongen voor hem aan. ‘Ruilen?’ vraagt hij. ‘Dat gaan we niet doen.’ zegt de examinator die bij onze raam zit en gebaart dat Kankuro weer moet gaan zitten. Kankuro neemt plaats en zucht. ‘Nou, sorry, hoor.’ zucht ik. ‘Niet zo aanstellen.’ ‘Ik aanstellen?’ vraagt Kankuro lacherig en ongelovig. ‘Moet je horen we het zegt. Dat gedoe met dat kind stelde niets voor.’ ‘Vindt jij, maar een kind slaan van die leeftijd is laf.’ ‘He, het feit is dat ik hem nog niet sloeg.’ ‘Nog niet, ja.’ ‘Voor hetzelfde geld wilde ik hem strelen. Weet jij veel?’ ‘Nou, aan jouw blik toen te zien, wilde je hem niet strelen, maar echt een mep verkopen.’ Ik merk dat ik steeds sneller begin te praten. ‘Waarom ga ik die discussie nou met jou aan?’ vraagt Kankuro zich hardop af. ‘Jij begon.’ zucht ik. ‘Wat? Nu is het mijn schuld.’ ‘Dat was het toch altijd al?’ Er wordt op onze schouder getikt door de examinator. Hij gebaart dat we stil moeten zijn. Ook Ibiki kijkt vol ongeduld naar ons. Ik bijt op mijn onderlip en Kankuro kijkt naar zijn blaadje. Ik heb niet eens gemerkt dat die dingen uitgedeeld werden. Ik kijk het lokaal rond en ik zie dat Naruto al helemaal in de stress is. Hij zit in de middelste rij. Sasuke zit bijna vooraan in de rij bij de muur. Hij ziet er kalm uit. Ibiki begint met zijn uitleg. ‘Dit examen heeft een paar belangrijke regels. Ik tolereer geen enkele vraag, dus luister goed.’ Ik heb mijn pen gepakt en begin het over mijn vingers te rollen. Ibiki vertelt de regels. ‘Wil je stoppen?’ vraagt Kankuro fluisterend terwijl hij Ibiki blijft aankijken. ‘Oh, stoort het je?’ ‘Ja, nogal.’ Er wordt weer gebaart door de examinator bij het raam dat we stil moeten zijn. ‘Er zijn tien vragen.’ zegt Ibiki. ‘Elke vraag is 1 punt waard. Als je 1 probleem fout heb, gaat er 1 punt vanaf.’ Dat lijkt me logisch. ‘3 problemen fout, dan heb je nog 7 punten. De tweede regel is: het slagen of falen wordt bepaald door de score van heel je team.’ Ik schrik, maar Kankuro blijft rustig. Mijn blik dwaalt naar Naruto die nog meer zenuwachtige trekjes begint te vertonen. Hij is de zwakste van ons team! Laat ik maar op het beste hopen. ‘De volgende regel is: Als een examinator je betrapt op spieken of iets in die richting, gaan er twee punten af. Ook zullen er geheid mensen falen doordat ze afkeken. Er zijn dan geen excuses. Je keek af? Dan moet je opzouten.’ Dat laatste woord kwam er hard uit. Die vent bezorgt me de rillingen met zijn stem. Zijn uiterlijk valt wel mee. ‘We houden jullie in de gaten.’ zegt een van de examinatoren. ‘Als jullie een ninja zijn, gedraag je dan als een eerste rank ninja. Oh, en voor ik het vergeet. Heeft een van jullie teamlid 0 punten, dan faalt diegene en zijn team.’ Meen je niet! Naruto, doe je best. Ik bijt weer op mijn onderlip. Kankuro merkt dat en grinnikt zachtjes. Ik geef hem een stoot tegen zijn arm. Gelukkig zag niemand het. ‘Jullie hebben 1 uur voor het examen. Daarna hebben jullie nog 45 minuten voor de laatste vraag.’ De klok tikt de laatste paar seconden af. Ik slik. ‘Begin!’ roept Ibiki. Ik draai mijn blaadje om. Hier komt het.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.