Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » What the hell happend to me (afgerond) » Hoofdstuk 2: The Daigonally
What the hell happend to me (afgerond)
Hoofdstuk 2: The Daigonally
Ik werd met een goed gevoel wakker. Ik kon gewoon nu uit mijn kamer lopen zonder dat mijn moeder tegen me begon te schreeuwen. Het was een geweldig gevoel, dat kon ik je wel vertellen. Ik was vanuit mijn bed mijn krachten aan het testen. Hoe reageerde mijn krachten op de magische wereld, daar was ik heel benieuwd naar. Het antwoord was normaal, alsof ik in New York was. Ik vond Londen veel fijner qua stad, het is rustiger. Van mevrouw Wemel mocht ik samen met Ginny en Hermelien naar Londen om spullen op de Wegisweg te kopen. Ik had er heel veel zin in. Ik ging een toverstaf kopen om geen argwaan te wekken maar iedereen gewoon te laten denken dat ik gewoon een heks was. Maar ik had eigenlijk geen toverstaf nodig. Maar ik vond het alleen maar leuk. Ik kon het goed vinden met Ginny en Hermelien. Met de jongens Fred en George ook. Die mochten mij wel. Dat kwam omdat ik allemaal vuurwerk tevoorschijn kon toveren die zij niet kende. Met mijn gloednieuwe vuurkrachten kon ik van alles. Dat was echt zo geweldig. Ik kon een vuurdraak tevoorschijn toveren wanneer ik wilde dus ik kon iedereen beangstigend maken. Dwaaloog Dolleman en Severus Sneep die gingen mee naar de Wegisweg als babysitters, tenminste zo voelde ze zich en ze vonden dat mevrouw Wemel onredelijk was dat ze hen mee liet gaan. Maar mevrouw Wemel die had hen omgepraat door te zeggen dat ze volwassen supervisie nodig had. 'Neem Lupos mee die zit toch maar te lanterfanten', zei Severus woedend. 'Severus ik wil dat jij mee gaat, dan kan je Melina ook leren kennen, Lupos die heeft andere verplichtingen en bovendien is het volle maan vanavond', zei mevrouw Wemel scherp. 'Fine, maar ik doe het niet van harte', zei Severus. 'Dat weet ik, maar ik durf mijn geld erom te verwedden dat je er heel anders over gaat denken als je terug komt van de Wegisweg, zei mevrouw Wemel. Liefje ga jij je klaarmaken? vroeg mevrouw Wemel. Ja ik ga meteen, ik kan niet wachten, zei ik enthousiast. Kijk dan is er tenminste nog een iemand enthousiast. Wee mij gebeente als hun ook maar iets overkomt dan kan ik nog wel eens de Avada Kadavra vloek over je uitspreken, zei mevrouw Wemel plotseling streng. Dwaaloog Dolleman die was er ook op tegen dat hij naar de Wegisweg moest, maar hij had weinig keuze, hij was een van de beste schouwers en hij moest mij beschermen, the girl from the dreams en de voorspelling. Ik was het wapen tegen Voldemort en dat wilde hij zo graag houden, Voldemort mocht niet achter mijn bestaan komen, anders was ik useless.
Het was druk op de Wegisweg. Ik had het zo druk met om me heen kijken dat ik bijna Dwaaloog en Sneep kwijt raakte. Ze vonden me redelijk in paniek terug bij de Beestenbazaar. Ik voelde me zo opgelucht. Sneep was woedend op me. Dwaaloog alleen maar opgelucht. Ik keek Sneep kwaad aan. Kon ik het helpen dat het hier zo druk was dat je door de bomen het bos niet meer kon zien. Mijn zwarte haar zat al snel door de war, maar volgens Hermelien en Ginny was het juist leuk. Het is een hel om hier te zijn als het schooltijd is of vakantie, zei Hermelien. Dat zou best wel, maar ik vind het nu al hel, zei ik. Ginny en Hermelien lachte. Zelfs Sneep moest iets laten zien wat op een glimlach leek of op zijn minst een grijns. Plotseling klonk er door de levensgrote speakers die aan het begin van de Wegisweg waren bij de Lekke Ketel in de buurt You Can't Stop the Beat. Ik kon het niet nalaten om mee te zingen en Hermelien en Ginny vielen me al snel bij. Al snel kreeg ik een microfoon in mijn handen gedrukt ongevraagd, Hermelien en Ginny ook en samen zongen we op een podium die door iemand snel getoverd was. We hadden reuze lol. Sneep en Dolleman die wilde ons naar beneden trekken maar iedereen wilde dat we nog een liedje zouden zingen en dat deden we. Toen gingen we er als een haas van door met het ritme nog in onze hoofden. You can't stop the motion, yeah, zong Ginny nog na. 'Oke genoeg', zei Sneep maar ik kon zien dat hij het toch leuk vond. 'Heej jongens the Ice- King is aan het smelten', zei ik lachend. Sneep keek me nu weer kwaad aan. 'Come on, geniet eens een beetje', zei ik en ik gaf hem een klap op zijn schouder en hij pakte mijn arm zo snel dat ik eerst dacht dat hij die wilde breken. Hermelien en Ginny haalden hun toverstokken snel tevoorschijn net als Dolleman. 'Auw, je breekt mijn arm', zei ik. 'Het was maar een grapje hoor, mogen wij ook lol hebben zonder al het serieuze eromheen!' zei ik. 'Bovendien ik kan ook toveren, misschien wel meer dan jij denkt', zei ik. Ik liet mijn hand ontvlammen en Sneep bulderde van de pijn. Hij verdwijnselde supersnel en was officieel verdwenen, van de rader af. Ik hijgde helemaal. 'Nou het lolletje is er voor mij af bedankt Sneep', zei ik woedend. Ik draaide me om. 'Laten we snel naar Olivander gaan dan zijn we er maar vanaf', zei ik. Dwaaloog keek zorgelijk. Ik was woedend op Sneep en ik zou het zeker gaan melden, ongelukkige jeugd of niet, zo wilde ik hier niet behandeld worden anders was ik weer terug bij af. Ik was me hier net op mijn plek aan het voelen en nu gebeurde er dit. 'Het is jou schuld niet', zei Dolleman verrassend aardig. Ik was verbaasd het van hem te horen maar toch ook weer blij. 'Bedankt', zei ik en ik meende het echt. Ik wilde dat Sirius hier was. Ik wist niet zo goed waarom, maar ik wilde dat hij hier was en niet Dolleman of Sneep. Ik voelde me niet lekker. Mijn maag zat in de knoop. Meneer Olivander die was zeer verbaasd om mij te zien en hij beloofde mijn geheime magie niet prijs te geven aan Voldemort, hij stond aan onze kant. Hij was heel verbaasd over mijn magie en hij besefte dat ik inderdaad een toverstok nodig zou hebben om mezelf niet verdacht te maken in deze wereld. Ik kon er misschien in de dreuzelwereld nog makkelijk vanaf komen, maar hier niet. En nadat we mijn toverstok hadden gekocht wilde ik echt naar huis. Eenmaal thuis wilde ik direct naar boven, maar mevrouw Wemel die riep me. En wie stond er naast haar, mijn minst geliefde persoon Sneep. Ik wilde meteen weer rechtsomkeer maken maar Perkamentus was er ook, dat was geen goed teken, of juist wel, ik zou het niet weten. 'Ik heb gehoord van jullie incident en Sneep hier wil wat tegen je zeggen'. Sneep keek nog zuurder dan ik J.K Rowling ooit had zien beschrijven. 'Ik wilde graag zeggen dat het me spijt, ik had jou niet moeten beetpakken, het was beangstigend voor je dat was duidelijk en ik zou mezelf beter onder controle houden, ik had nooit zo heftig moeten reageren', zei Sneep. Hij stak zijn hand uit. Ik keek hem aan. Hij meende het wel, maar hij was nooit uit zichzelf naar mij toegekomen als Perkamentus en mevrouw Wemel hem niet gedwongen hadden. Ik pakte de hand en schudde die. 'Fine, maar mocht er nog eens zo'n incident voorkomen dan zweer ik je dat ik je graag in vuur en vlam zet, letterlijk', zei ik. Perkamentus glimlachte. 'Heej hoe is het met je stok afgelopen', zei Perkamentus nieuwsgierig. 'Goed, ik heb een staf, zei ik en ik liet hem zien'. Perkamentus bestudeerde hem. 'Mooi', zei hij tevreden. 'Oh en nog wat, je gaat doordeweeks naar Zweinstein en komt hier in het weekend, je locatie moet onbepaald blijven en onverraadbaar', zei Perkamentus. 'Ik kan niet wachten om Zweinstein te zien in real', zei ik enthousiast als mezelf. Ik had nu al besloten dat ik het Sneep incident achter me zou laten en verder zou gaan. Ik zou mooi niet terug gaan naar mijn ouderlijk huis. 'Je gaat vanaf volgende week maandag', zei Perkamentus. 'Prima, hoe als ik mag vragen', zei ik. 'Via de haard', zei Perkamentus. 'Je gaat gelijk met de rest, want de kerstvakantie is dan afgelopen', zei Perkamentus. 'Oke, heel erg bedankt voor de kans dat ik ook naar Zweinstein mag', zei ik vol respect naar Perkamentus. Perkamentus glimlachte ten teken dat dit gesprek afgelopen was en dat hij dringende zaken had die hij moest doen. Ik begreep die hint. 'Ik ga naar boven, Sirius opzoeken', zei ik.
Eenmaal boven lag Sirius lekker lui op het bed een wildwesternromannetje te lezen. Hij sprong meteen op zodra hij me zag. Ik hief mijn hand op. 'Het is goed hoor, Sneep heeft zijn excuses al aangeboden hoogstwaarschijnlijk onder dwang van professor Perkamentus en mevrouw Wemel', zei ik. Er stond een jazz muziekje op als achtergrond muziek. Ik glimlachte naar Sirius en hij glimlachte weer terug. 'Dansen?' vroeg hij een beetje onzeker en hij zette de muziek iets harder zodat die op normale volume stond. 'Ja graag', zei ik en ik liet mijn rechterhand op zijn middel glijden en met mijn linkerhand hield ik zijn rechterhand vast en zijn linkerhand had hij om mijn middel laten glijden. Mijn hart ging helemaal te keer en bonkte als een gek op en neer. Het verbaasde me nog dat hij het niet kon horen. Ik vond hem razendknap op dit moment. Hij leidde me en we zette de ene voet voor de ander voorzichtig neer en we dansde tot we erbij neervielen. We plofte samen op bed neer en staarde alleen maar naar elkaar voor een hele lange tijd. Alleen maar staren was al heerlijk en meer dan genoeg voor nu. Toen riep mevrouw Wemel dat het eten was en dat verbrak de chemie een beetje, maar niet helemaal. Sirius en ik bleven stiekem naar elkaar kijken onder het eten, maar toen besloot ik dat het tijd was om een gesprek aan te knopen met Fred en George over knalvuurwerk...
Die daarop volgende dagen bleven uitzonderlijk rustig. Perkamentus beraadde of ik wat kon doen of niet. Ik wilde wat doen, dat had ik al tegen hem gezegd, maar ik wist niet of het kon. Hij dacht dat ik in een parallel universum zat en niet zeker wist of J.K Rowling het wel goed zou vinden of het zou merken als ik haar verhaallijn zou veranderen en iedereen zou laten leven die er dood zou gaan in het verhaal!! Hij moest dus veel vergaderingen houden. Er was sowieso een persoon die ik niet van zijn leven wilde beroven en dat was Sirius, die wilde ik redden, hoe dan ook, Fred en Tops en Lupos ook natuurlijk. Maar Sirius was mijn ware dacht ik. Hij glimlachte in elk geval altijd als ik bij hem in de buurt was en ik altijd naar hem. Anyway ik zat rustig en relaxt te dagdromen over Sirius toen hij binnenkwam. Hij trok me naar hem toe. Ik schrok in het begin een beetje, maar daarna voelde ik me zo ontspannen als dat ik net half zat te slapen. Mijn hart ging op en neer en deed tik, tik, tik achter elkaar. Het ging in een razendsnel ritme. Ik zag Sirius zijn borst op en neer gaan. Hij hijgde een beetje. En toen drukte hij zijn lippen op die van mij. Ik was zo verbaasd dat ik me liet overgaven aan de kus die naar mijn idee veel te kort duurde. Sirius glimlachte nog steeds en dit keer was ik degene die hem zoende. De chemie was bijna tastbaar. 'Melina, professor Perkamentus wil je spreken!!!' riep mevrouw Wemel. 'Bad timing hé', zei Sirius een beetje teleurgesteld. 'Kan niet beter', zei ik en ik zuchtte diep. Ik keek hem een beetje triest aan en liep toen de kamer uit maar wel heel erg tevreden glimlachend. 'Heej, is dat een 'ik- ben- blij- dat- ik- single- smile- ben of een ik- ben- blij- dat- ik- ergens- vanaf- ben smile', zei mevrouw Wemel. Ik glimlachte nog breder. 'Liefje professor Perkamentus die wacht op je in de keuken', zei ze. Ik keek verbaasd. 'Oke', zei ik en ik liep naar de keuken waar inderdaad niemand minder dan professor Perkamentus op me zat te wachten. 'Heej Melina hoe is het met je', zei professor Perkamentus vriendelijk. 'Goed hoor', zei ik. 'Waarom wilde u me spreken', zei ik en ik ging tegenover hem zitten. 'Ik wilde je spreken omdat ik erg tevreden ben over hoe jij je hier aanpast, dus ik stel voor dat je nu naar Zweinstein gaat, je bent dan mijn assistente en je kan Hagrid helpen, eigenlijk kan je dan doen wat je wilt, maar het gaat erom dat je in Zweinstein blijft, je mag de lessen volgen en misschien wil je wel krachtentraining', zei Perkamentus. 'Heel erg bedankt voor de kans professor Perkamentus en het vertrouwen dat u in me heeft, ik zou echt heel graag naar Zweinstein gaan, in de weekenden kom ik hier toch terug?' vroeg ik. 'Inderdaad, de enige reden waarom je mijn assistent zou zijn is dat je cover dan niet bekend wordt, je moet niet verraden worden, als je aan mij toegewezen bent en door mij op de school toegelaten dan weet iedereen dat je volkomen te vertrouwen bent', zei Perkamentus. 'Nogmaals, ontzettend bedankt voor de kans, ik ga me meteen klaarmaken, ik heb een mantel weet u en een kostuum', zei ik. 'Goed zo, je bent de meest ijverige en enthousiaste leerlinge die ik in een lange tijd heb meegemaakt', zei Perkamentus. 'Behalve de 1e jaars, die zijn altijd enthousiast en die blijven altijd enthousiast', zei ik. 'Inderdaad', zei Perkamentus glimlachend. 'Ik zou maar even afscheid nemen van Sirius want die zie je pas weer in het weekend', zei Perkamentus. 'Hoe weet u dat'... begon ik. 'Ik zie het en ik voel het aan alle kanten', zei Perkamentus glimlachend en hij was verder helemaal niet boos. 'Oke ik ga mijn spullen pakken en even afscheid nemen', zei ik. 'Dan zie ik je zo, we verdwijnselen samen oké', zei Perkamentus. 'Ik dacht dat ik via het haardvuur zou gaan', zei ik. 'Dit is veiliger', zei Perkamentus. Ik liep de kamer uit en ging weer direct door naar boven. 'Sirius ik mag naar Zweinstein', zei ik enthousiast. 'Gefeliciteerd', zei Sirius een beetje triest kijkend. Ik had medelijden met hem. 'Het spijt me, ik wilde dat je mee kon', zei ik. 'Me to', zei Sirius naar beneden kijkend. 'Maar heej, ik neem een souvenier mee van Zweinsveld', zei ik hem belovend. 'Deal', zei Sirius. Hij gaf me nog een laatste zoen op mijn voorhoofd en ik verliet de kamer.
Ik verdwijnselde voor de eerste keer. En dat met Perkamentus aan mijn zijde. Het was hel om te verschijnselen. Ik dacht dat het leuk zou worden maar ik werd er alleen maar misselijk van. Het leek alsof je even van de aarde werd weggerukt. Net als toen ik in Harry Potter terecht kwam. En daar stond ik dan voor het hek van Zweinstein. 'Professor Perkamentus', begon ik. 'Ja', zei Perkamentus. 'Mag ik naar Zweinsveld?' vroeg ik. 'Ja natuurlijk zolang je je vriendinnen Ginny en Hermelien maar mee neemt, ik vind het niet goed als je in je eentje gaat', zei Perkamentus. 'Dat is begrijpelijk', zei ik. 'Hoe is het tussen jou en Sirius?' vroeg Perkamentus. Ik keek verbaasd. Zo'n vraag van Perkamentus dat is geheel ongehoord. Maar nu herrinnerde ik me weer dat hij ook zo'n soort vraag aan Harry had gesteld toen hij les aan hem gaf in deel 6 dus eigenlijk was het niet zo vreemd. Ik lachte. 'Alles is prima, meer dan prima tussen ons, ik ben nog nooit zo gelukkig geweest', zei ik. 'Kan ik zijn naam zuiveren denkt u?' vroeg ik. 'Ik heb er alle vertrouwen in dat je dat kan', zei Perkamentus. Ik glimlachte. 'Dankuwel dat u zo veel vertrouwen in me heeft, maar ik heb nu nog geen flauw idee hoe ik dat kan doen', zei ik. Ik bewonderde Zweinstein in alle hoeken en gaten. 'Oke ik heb een kamertje gemaakt in mijn kamer, je weet wel extra. Maar je moet wel oppassen voor professor'... begon Perkamentus. 'Omber ik weet wie u bedoelt, ik mag haar echt niet zacht gezegd', zei ik. 'Ze is slecht voor de school', zei Perkamentus. We liepen de honderdduizend trappen door van Zweinstein. Ik vond het prachtig het kasteel en onderweg kwamen we Haast Onthoofde Henk tegen. 'Goedendag Heer Hendrik', zei ik beleefd. 'Hoe kent u mijn naam mejuffrouw?' vroeg Haast Onthoofde Henk beleeft en hij bleef staan zodat ik per ongeluk dwars door hem heen liep. Het was alsof ik door een emmer ijswater liep. Heej, voelde Harry dat niet toevallig ook toen hij door een geest liep op dat feestje van de doden??? 'Lang verhaal', mompelde ik. 'Heer Hendrik dit is Melina Rush, zij is mijn nieuwe assistente', zei Perkamentus. 'Oke, aangenaam kennis met u te maken', zei Haast Onthoofde Henk. 'Sorry volgens mij heb je het al ijskoud net toen je door me heen liep, ik zou wel een hand willen geven', zei Haast Onthoofde Henk met een grijns. 'Nee, nee hoeft niet, aangenaam kennis met u te maken, ik moet er maar weer vandoor', zei ik en ik liep mee met Perkamentus. Ik zag ietsje verderop heer Palagon met zijn harnas door het schilderij banjeren. Ik glimlachte. Hij had Harry, Ron en Hermelien naar de Noordertoren geleid toen ze voor het eerst les hadden van professor Zwamdrift. Geinig hoor dat ik nu dit ook meemaak. Ik vond het geweldig. Ik wist zeker dat dit geen droom was, dromen voelen heel veel anders. En ik kon het weten, ik had vaak nachtmerries. Perkamentus zijn kamer was rond zoals in het verhaal. Allemaal zilveren en gouden instrumenten die prachtig waren ingericht. Het was echt superleuk en supermooi. Ik keek vol bewondering naar de instrumenten. Ik wilde hier wel eeuwig blijven, maar toen ik dat in mijn gedachte bedacht, bedacht ik me meteen dat ik Sirius te veel zou missen. 'Je mag op je eigen houtje naar believen door het kasteel zwerven, als je maar bij de avondklok binnen bent', zei Perkamentus. 'Deal', zei ik grijnzend. Ik vond het heerlijk om in Zweinstein te zijn. Sirius en ik stonden op een foto met z'n tweeen en dat was mijn favoriete foto. Ik vond het de leukste foto die er bestond. Ik zette die op mijn nachtkastje. Heerlijk. Ik voelde me hier ook thuis. Nu nog een vreemde, maar dan toch ook wel weer thuis. Hier zou ik 5 dagen in de week doorbrengen. Zonder Sirius. Zou ik dat volhouden. Ik zou het niet weten. Het enige wat ik nu wist was dat ik het hier heel erg naar mijn zin zou hebben. Inclusief de schilderijen en de geestenbusiness.
geestenbussiness ? haha, leuk geschreven!