Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Dream Catcher » Chapter One - A New Begin
Dream Catcher
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
11 jan 2012 - 21:33
Aantal woorden:
1003
Aantal reacties:
2
Aantal keer gelezen:
387
Chapter One - A New Begin
1. A New Begin
Bomen raasden snel voorbij, terwijl de regen zachtjes tegen het raam kletterde.
Met vermoeiende ogen keek ik uit het raam, terwijl mijn vader, Joshuah Redbird, overlegde met mijn oudere broer, Jonathan oftewel "Johnny" Redbird of ze wel de juiste afslag namen.
Schuddend met mijn hoofd, rolde ik met mijn saffierblauwe ogen vanwege hun stomme debat.
Een paar minuten geleden kwamen we langs een bord met erop ‘Welkom in Forks’.
Forks. Wat een naam zeg. Daar heb ik nog nooit van gehoord, maar ja.
Dat wordt dus nu mijn nieuwe woonplaats en het somberste was dat het bleef regenen en nog eens regenen.
Ons kleine gezin komt uit het zonnige stad Nashville, Tennesee. Vanwege mijn vaders werk als een beroemde archeoloog, verhuisde we naar deze sombere plek.
Mijn vader is bijna nooit thuis vanwege zijn drukke baan als archeoloog.
Johnny is van plan om een opleiding te doen, om een brandweerman te worden.
Hij was al begonnen in Nashville, maar moest stoppen, omdat onze vader ineens aankondigde dat we gingen verhuizen.
Zuchtend pakte ik mijn IPod en begon muziek te luisteren, terwijl ik uit het raam staarde.
Het was vandaag precies 6 jaar geleden dat mijn moeder, Evelyn Redbird en mijn kleine broertje, Matthew Redbird omkwamen in een zware auto ongeluk.
De bestuurder van de vrachtwagen is nooit opgepakt. De politie zei dat de man spoorloos verdwenen is en sloten de case. Wat een bullshit, als je het mij vraagt.
Toen de politie bij ons huis kwam, om het nieuws te vertellen dat mijn moeder en Matthew om zijn gekomen, was mijn vader niet eens thuis.
Alleen Johnny en ik waren toen die tijd alleen thuis, want onze moeder ging kleine Matthew van school halen.
Matthew was nog maar 8 jaar en hij zou binnen 2 en mijn moeder was die tijd 38 jaar oud. Allebei erg jong.
Johnny had het nieuws aan onze vader moeten vertellen via de telefoon en dat ging niet echt soepel.
Papa kon niet gelijk terug naar huis komen, want hij was helemaal in Egypte met een opgraving bezig en kon niet weg.
Dat brak mijn vertrouwen in hem vreselijk en vooral wanneer hij er niet eens bij de begrafenis zelf was.
Hij is geen vreselijke vader of zo iets, maar heeft het gewoon te druk met zijn werk.
"Alex?"
"Aaaalex?"
"YO, ALEX!!" schreeuwde ineens een bekende stem, dat uit mijn gedachten haalde.
"Wat is er nou, Johnny!?" snauwde ik terug naar mijn oudere broer.
Hij haalde zijn wenkbrauw op, terwijl hij verbaast naar mij keek.
Veder had mijn broer warrig, donkerblond haar en een zon gekuste huid, net als ik.
"Alexandria! Sla niet zo’n toon tegen je broer!" zei mijn vader met een frons op zijn gezicht.
"Whatever..." mompelde ik zachtjes. "Wat is er dan?" vroeg ik met een zachte en vermoeide stem.
Mijn vaders saffierblauwe ogen verzachte zich en zijn voorhoofd werd weer glad.
"We zijn er, lieverd. Heb je nog kunnen slapen tijdens de vlucht?" vroeg mijn vader zachtjes, terwijl Johnny de auto uitstapte om de koffers alvast uit de kofferbak te halen.
"Nee... Eigenlijk niet, nee." vertelde ik de waarheid, terwijl ik moest gapen.
"Vandaag is het al 6 jaar geleden, hè?"
"Ja.." mompelde ik zachtjes en ik stapte de auto uit.
Gatver, het regende nog steeds, maar dan heel zachtjes dat het gewoon vies was.
Met een frons, pakte ik een elastiekje uit mijn kontzak en deed mijn lang, golvend goudblond haar in een knot.
Met een zucht pakte ik mijn rugtas uit de kofferbak en richting het huis toe.
Het huis zag er groot en knus uit van de buitenkant af. Het zo te zien een begaande grond en 2 verdiepingen.
Liep langzaam naar binnen, de hal door en keek met nieuwsgierige ogen de kamer rond.
Er stonden allerlei soorten dozen en 2 sofa`s stonden al in de kamer. Als je verder in de kamer zou lopen en je ging naar rechts, kwam je in de keuken.
Het was niet te groot en ook niet te klein. Ik had blijkbaar gelijk, het is hier erg knus.
"Alex?"
Snel draaide ik mijzelf om en keek mijn vader aan.
"Als je de trap op gaat, dan naar rechts en nog een trap neemt kom je op zolder te recht. Dat is je nieuwe kamer. Je oom, Orion en ik hebben het al schoon gemaakt en je spullen staan er al. Plus met een nieuwe tweepersoonsbed wat je wou." vertelde hij met een vermoeide glimlach op zijn zon gekuste gezicht.
Zijn warrige, chocola bruine haar zag er nog steeds warrig uit, zo als altijd.
"Dank je, pap." zei ik knikkend en liep de 2 trappen op.
De zolder was aardig groot en zag er mooi uit. De muren waren mooi donker rood beschilderd en had een houten vloer.
Mijn nieuwe tweepersoonsbed stond links tegen de muur, met licht rode bedovertrek. Ernaast stond een nachtkastje met een zwarte lamp en aan de linkerkant van het bed, stond helemaal in het hoekje mijn witte handstoel. Naast bij het raam met witte gordijnen, dat op de voortuin uitkeek, stond een bureau met een nieuwe computer erop.
Rechts stond mijn grote kleren kast en ernaast stond een oude boeken plank, waar al mijn boeken slordig waren opgestapeld.
Bij de boekenplank stond mijn oude, vertrouwde zwarte zitzak.
Slordig gooide ik mijn rugtas op mijn bed en keek het raam uit.
Het was nu harder aan het regenen, heerlijk.
Knock, knock
Met een sprongetje, draaide ik mijzelf vliegend snel om. Met een zucht, zag ik dat mijn vader bij de deurpost stond.
"Wou je niet laten schrikken, maar voor het geval dat, morgen ga je naar Forks High School." vertelde hij met een glimlach.
"Okay!" zei ik met een opgetrokken wenkbrauw.
Grinnikend draaide hij om, maar stopte.
"Oh, ja! Voor ik het vergeet. We eten rond tussen 6 en 7. Johnny en ik gaan kijken of we ergens Chinees kunnen halen. Vindt je het erg als je even alleen thuis bent?" vroeg hij bezorgt.
"Nee, hoor. Ben een grote meid. Oh en pap?"
"Hmmm?"
"Wanneer vertrek je terug naar Egypte?" vroeg ik zachtjes.
"Over 3 dagen." Vertelde hij met een zucht en liep terug naar beneden.
Met frons liep ik naar het bed toe en liet mijzelf erop vallen.
Gapend, trapte ik mijn schoenen uit en sloot mijn ogen.
Langzaam viel ik in een diepe slaap.
wat mooi
ik wil niet zo'n pa...
ik zou echt niet kunnen wennen dat hij zo vaak weg is.
de mijne is alleen maar thuis