Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » The Eyes of a Stranger » Enlightenment
The Eyes of a Stranger
Enlightenment
Het had Bill veel tijd gekost om over zijn verleden te praten, het was bijna nacht. Ik kon mijn ogen nauwelijks nog open houden. Zoveel informatie op één dag was energievretend. Eerst het verhaal van Venon en daarna die van Bill. Beide wist ik ze ervan te overtuigen dat het goed was om je hart te luchten. Het zorgde voor een slaperige glimlach en kroop dieper onder de zwarte lakens.
Om iets over twee in de nacht schoot ik wakker. Het geluid van wapperende gordijnen had mij gewekt. De duistere jongen stond op het vensterbank zonder zich vast te grijpen aan het kozijn; hij had zijn handen in plaats daar van verstopt in zijn broekzakken. In deze houding keek hij afwezig naar buiten.
Ik had mij eerder afgevraagd of de mysterie rondom hem zou verdwijnen wanneer ik meer over hem wist. Nu ik zo naar hem keek kon ik vaststellen dat hij even mysterieus is gebleven. Het was zijn manier van kijken, praten en doen wat hem zo interessant maakte. Inside information was alleen handig om hem meer te begrijpen, waarom zijn ziel zo gekweld was. De waarom was nog steeds een vraag. De kwelling putte deels uit het verliezen van de mensen waar hij om gaf en dat hij zichzelf als een monster zag, maar ik geloofde niet dat dit het enige was wat hem nu zo maakte.
“Bill..?”¯ De jongen draaide zijn kin naar zijn rechter schouder zodat zijn oor mijn kant op stond. Al wist ik dat hij mij sowieso had kunnen horen, hij deed dit puur uit beleefdheid zodat ik mijn vraag kon vervolgen. “Vind je het erg om naast mij te komen liggen?”¯ Zijn zicht was weer gericht op de skyline van Berlijn.
“Ik slaap niet.”¯
“Maar wil je niet weten hoe zoiets ook alweer voelde?”¯ De zwartharige draaide zich nu helemaal om. Niet zeker hoe hij hier op moest reageren, bleef hij vast gebrand op zijn plek. Ik gaf hem de tijd en maakte het mezelf nog wat comfortabeler onder de zwarte lakens. Hij keek naar mijn handeling, dat zag ik in mijn ooghoeken, maar wist nog steeds niet wat de doen.
Pas wanneer ik geeuwend mijn gezicht in het warme hoofdkussen begroef, hoorde ik hem van zijn plaats komen. Bill ging naast mij op de bedrand zitten, wat er voorzorgde dat mijn lichaam zijn kant op schoof door het indeuken van het bed. Hij was bezig met zijn laarzen uit te krijgen.
Mijn hart suisde in mijn oren wanneer de mysterieuze jongen aan de andere kant van het bed het beddengoed omhoog haalde om er onder te schuiven. Verder was er geen handeling. Ik lag met mijn rug naar hem toegekeerd en zonder te kijken wist ik dat Bill er verstijfd bij lag met zijn hoofd op zijn kussen en zijn ogen gericht naar het plafond.
Ik besloot mij om te draaien en zag dat ik gelijk had. Hij lag er bij alsof hij een spijkerbed bezat, in plaats van een heerlijk verende matras.
Bedachtzaam bleef ik naar dit plaatje staren, streek onbewust met mijn wijs en middelvinger over de kreukels van het laken. Hij moest doorhebben dat ik mijn ogen op hem gericht had, maar bleef stug in het kijken naar het witte plafond. Het liet mij bijna twijfelen om ook niet te kijken naar waar hij keek, zo interessant leek hij het te vinden.
“Je ontspant je niet,”¯ nam ik het heft in handen. Zonder te vragen schoof ik regelrecht in zijn comfortzone om zachtjes in zijn bovenarm te knijpen, gelijk voelde ik zijn spieren daar op reageren. Bill draaide zich op zijn zij zodat ik alle aandacht kreeg. Ietwat ongemakkelijk glimlachte ik magertjes om deze vreemde situatie. De gedachte dat ik wel heel makkelijk in ieders bed kroop, wiste ik zo snel mogelijk uit mijn hoofd.
“Lorraine?”¯ Verrast van zijn onverwachte stem die naar mijn naam vroeg, wachtte ik nieuwsgierig naar wat Bill te vertellen had. “-Vraag je soms niet af wat je doel in het leven is?”¯ Ik had geen idee of hij door had wat voor impact zijn vraag op mij had, maar het sloeg in ieder gevoel goed in. Dat was zowat mijn levensvraag, wat mijn doel was hier op aarde. Juist omdat ik mij zo hopeloos voelde in de samenleving was ik in een bende gestapt zodat ik iets was. Maar al mijn energie in iets steken betekende niet meteen dat dit ook voorbestemd was voor mij -al hoopte elke cel in mij van wel.
“Elke dag. En ik weet het nog steeds niet.”¯ Mijn hoofd bracht mij naar de acties die ik samen met mijn vrienden uit had gehaald om aandacht te krijgen van de stedelingen en indirect van de regering, terwijl ik mijn korte nagels over zijn donkere armharen kraste, die onder zijn opgestroopte mouw vandaan kwamen. “Jij niet dan?”¯
“Jaren wist ik niet wat God van mij wilde. Soms geloofde ik dat hij een joker was die van bovenaf continu in een scheur lag om mijn fouten.”¯ Voorzichtig schoof ik nog wat dichter naar hem toe. Vanaf hier kon ik zijn warmte door zijn kleding voelen. “Maar nu weet ik het wel.”¯ Zijn ogen doorboorde de mijne. Het liet mij naar adem happen.
“Wat dan?”¯
“Jij, Rain. Mijn doel ben jij. Jarenlang heb ik het verdrukt, gaf mijn taak aan iemand anders, maar nu kom ik er niet meer omheen. De dood van jouw vriend heeft mijn ogen geopend. Geloof me dat ik het liever had geweten zonder dat iemands leven er onder moest lijden.”¯ Ongelovig en erg ongemakkelijk had ik mijn blik afgedwaald naar mijn vingers die nog steeds over de haartjes op zijn arm kroelde. Ik had geen idee waarom mijn wangen zo begonnen te gloeien, maar het was zo -en op een erg hoog temperatuur. Het belemmerde mijn gedachtegang. En daarom besloot ik om hierop door te vragen.
“Hoe moet ik dit opvatten? Ik bedoel, in wat voor een relatie zitten wij dan?”¯
“In een waar jij je vertrouwd bij voelt. Als een broer, als een vriend die je eens in de zoveel tijd graag wilt spreken, een buurman waar je wekelijks koffie mee drinkt, of als je geliefde.”¯ Geliefde. Het was mogelijk nog warmer van binnen te worden. Ik zag deze twist in de conversatie totaal niet aankomen. Het had mij van mijn stuk geslagen, en het ging nog wel even duren vooraleer het mij lukte om er terug op te klimmen.
Voor het eerst in mijn hele leven wist Lorraine Bonouvrie niet was ze moest zeggen.
“Ben ik over de lijn gegaan?”¯ Zijn bleke vingers met zwarte nagels gleden onder mijn kin om mij te doen opkijken. Mijn voortanden had ik in mijn onderlip gedrukt. Hij keek verontrust naar mijn aanblik. “Ik had beter niets kunnen zeggen,”¯ veronderstelde hij dan met zijn rauwe stem. De pijn in zijn ogen ging dwars door mijn zenuwen heen, ik leek te voelen wat hij voelde.
“Nee, dat is het niet. Het kwam onverwachts uit de hoek. Zoveel dagen en slapeloze nachten heb ik geprobeerd jou te ontcijferen en nu lig je hier voor me als een openboek en ik hoef maar naar de juiste hoofdstuk te bladeren voor de antwoorden die ik wil. Stiekem had ik de hoop opgegeven meer te weten over jou.”¯ Ik wist niet wat ik moest denken wanneer ik zijn mondhoek zag optrekken tot een kleine grijns. Op dit moment maakte alles mij niet zeker van mezelf. En ik haatte het.
“Ik snap niet waarom je zoveel wilt weten van mij. Maar als het helpt, dan beantwoord ik wat ik kan.”¯ Weer die scheve grijns. Ik nam het besluit om maar mijn ogen te sluiten om niet nog meer in de war te raken van hem en dichter tegen hem aan te kruipen. Hij had zijn armen om mij heen gewikkeld en mijn oor rustte op zijn borstkast. Het niet voelen en horen van zijn hartslag was ook niet bepaald geruststellend.
“Hoe oud ben je?”¯
“Vanaf één september 1089 jaar lang eenentwintig jaar oud.”¯
“Hoe?”¯
“Hoe het werkt, geen idee, maar geen één vampier wordt ouder.”¯
“Zijn jullie allemaal hetzelfde dan?”¯
“Pas.”¯
“Hm.. andere vraag. Wat heeft die plotse warmte te maken? Hiervoor was je te vergelijken met een ijspegel.”¯
Er kwam een kort lachje vrij. “Acceptatie.”¯
“Meer uitleg graag.”¯
“Zoals ik net al uitlegde heb ik lang ik verdrukking gezeten. Ik heb het weten te accepteren, dus ik stoot je niet meer af met mijn kilte.”¯
“Dat vind ik een fijn idee.”¯ Glimlachend nestelde ik mijn hoofd dichter tegen zijn warme trui. De nood naar slaap kwam terug opzetten. Ik moest een geeuw onderdrukken. Bill had het door en trok de dekens wat verder over mij heen.
“Het is bijna drie uur, ga maar slapen.”¯
“Hm.”¯ Ik brabbelde er nog iets achteraan dat hij dan niet weg mocht gaan, maar ik ging er niet vanuit dat hij dat verstaan had. Tevreden over deze nieuwe relatie die tussen ons was ontstaan, dommelde ik met een gebeitelde glimlach op mijn gezicht weg.
Oh geweldig dit!!!
snel verder gaan please!!!