Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » So close but still so far apart.. - A Hogwarts Story. » Chapter 5: Diagon Alley.
So close but still so far apart.. - A Hogwarts Story.
Chapter 5: Diagon Alley.
Op het eerste gezicht leek het op een doodgewone winkelstraat, net als elk ander in Londen, maar pas toen ik op de winkels en de mensen die er rondliepen ging letten zag ik dat hier helemaal niets normaals aan was. Iedereen die hier liep droeg vage mantels en rare hoeden, en alle winkels hadden rare dingen in de etalages liggen. Ik zag een aantal tonnen staan bij de ingang van een winkel, en een bezem, die uit zichzelf de bladeren van de deurmat veegde. ‘Oké,’ zei vader toen ‘we lopen eerst de hele rechterkant van de wegisweg af, en dan komen we terug via de linker, goed?’ Ik en mijn broer, beide geen idee waar we heen moesten of wat we hier moesten doen, dus knikten we allebei maar gewoon en volgden vader door de drukke bende met tovenaars en heksen. De eerste winkel waar vader bleef staan voor de etalage was zo te zien een soort schoonmaakwinkel, want er hingen verschillende bezems in de etalage. ‘Hier zijn we dan, Zwik en Zwachtels.’ ‘Pap, wat is dit voor ’n winkel?’ vroeg Rick. ‘Dit is de winkel waar jullie je eerste bezems gaan kopen.’ Zei pap. ‘Eeh, sorry pap, maar ik weet wel hoe ik moet schoonmaken hoor.’ Zei ik, en ik trok mijn wenkbrauwen op. ‘Niks geen schoonmaken Lucy,’ zei vader toen, ‘meer bezems om op te vliegen. ‘Vliegen?’ stootten ik en mijn broer tegelijk uit. ‘Ja, maar maak je geen zorgen, ik leer het jullie wel.’ Zei vader. ‘Pap, stond er niet duidelijk in die brief dat eerstejaars geen bezems mochten hebben?’ vroeg ik, toen ik me de brief herrinnerde. ‘Dat is correct,’ zei vader toen, ‘maar jullie zijn geen eerstejaars als jullie eenmaal op zweinstein zitten’ zei hij ‘dan zijn jullie al derdejaars.’ ‘Derdejaars? Cool.’ Zei mijn broer, maar toen mijn vader mijn ingewikkelde blik zag zei hij ‘geen zorgen, ik zal jullie alles leren wat een derdejaars hoort te weten’ en zonder enig antwoord liep hij de winkel binnen. Toen we aan de toonbank stonden en er een man aan kwam lopen herkende pap hem meteen, ‘Ah, Zwachtel, wat goed je te zien, oude maat.’ ‘Ja, oud kun je wel zeggen ja’ zei de man achter de toonbank grinnikend terug, wijzend naar zijn baard, ‘waar kan ik je mee helpen?’ vroeg hij toen. ‘Ik wil graag twee bezems voor mijn kinderen.’ Zei mijn vader alleen, maar dat was al genoeg voor de man en binnen twee tellen stonden er drie bezems aan de rand van de toonbank. De man praatte weer verder, ‘Ik heb hier, een Nimbus 2003, een Vuurflits 2 en een Helleveeg 7’ zei hij, toen keerde hij zich naar ons ‘kies er ieder maar een uit.’ Ik keek naar de 3 bezems en pikte meteen de mooiste eruit, ‘Ik wil de Nimbus weetikhoeveel.’ Zei ik vastbesloten. De man knikte en legde hem op de toonbank neer. Toen mijn broer eindelijk een beslissing had genomen - hij was toch voor de helleveeg gegaan - gooide pap een zakje geld op de toonbank en lachte naar de man, ‘Hou de rest maar.’ Zei hij. En we liepen met zijn drieën de winkel weer uit.
oei, dit is een gevaarlijk verhaal!