Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » you stole my heart before i could say no. » Deel 7
you stole my heart before i could say no.
Deel 7
Deel 7: Een lichte tik op mijn wang maakt me wakker, Jelke hangt lachend boven me en mompelt dat we er zijn. Slaapdronken stap ik uit de auto en merk dat we aan de cinema in Gent zijn. ‘Dit is op mijn kosten’ lach Jelke. Als we de ingang instappen vormen mijn lippen spontaan een glimlach, voor me staan ze, Tom, Bill, Gustav en Georg. ‘We zeiden toch dat we je gauw terug zouden zien.’ lachen ze. ‘oh, dus dit was weer een van jullie plannetjes’ grijns ik ongelovig. We kopen kaartjes voor de film en gaan achter in zaal 1 in de tweezits zitten. Ik zit samen met Tom, Jelke met Bill en Georg en Gustav hebben zich elk apart gezet. We kijken naar ‘meet the spartans’ de film begint en ik zet me recht tegen de rugleuning. De film is hilarisch en we lachen ons allemaal ziek. Plots legt Tom zijn arm om mijn schouders en ik leg mijn hoofd op zijn schouder en kijk verder naar de film. Wanneer we allebei weer in een lachbui schieten, botsen we met ons hoofd tegen elkaar. Ik draai mijn hoofd naar hem en hij lacht verontschuldigend, ik glimlach terug en leg mijn hoofd terug op zijn schouder. Ik wil dat de film nooit eindigt, maar tot mijn grote spijt, loopt de laatste scène af. We gaan buiten en nemen opnieuw afscheid van de jongens? ‘Bedankt voor de limousine’ roep ik nog naar ze *** Thuis aangekomen komt mama op me afgelopen. ‘Gelukkige verjaardag, meisje!’ ‘Dankje en zo hard bedankt voor het supercadeau!’ ‘Dat is graag gedaan, liefje.’ Na even babbelen, wil ik alleen zijn. Ik stap de trap op en laat me boven op mijn kamer op de grond zakken. De deur doe ik op slot en muziek laat ik luid door de boxen klinken. My shadow’s the only one that walks beside me. My shallow hearts the only thing that’s beating. Sometimes I hope someone out there will find me, ‘till then I walk alone. Mijn lippen vormen elk woord van dit lied en mijn vingertop glijdt over het litteken op mijn onderbuik. Twijfels en tranen komen in me op, maar ik hou alles op. Slechts 1 persoon deelt deze pijn met me en ik hoop maar dat het met hem beter gaat, dan met mij. Ik krijg een bericht van een nummer dat ik niet ken. ‘Happy B-day, 19uur park, zorg dat je er bent en dat je nog niet gegeten hebt.’ Wie is dit? Ik beantwoord het bericht ‘Wie ben jij? En waar juist in het park moet ik zijn?’ Het moet iemand zijn die ik ken, ik besluit me er geen zorgen over te maken en wacht op een antwoord. Mijn gsm trilt, weer dat nummer. ‘Vertrouw me nu maar en aan de trappen in het begin van het park.’ Ik kijk op mijn gsm 18uur, oh god nog maar 1uur. Ik ga vlug douchen en brush mijn haar. Ik weet niet wat ik aan kan doen en kijk dus maar in mijn nieuwe kleren. Ik kies een fleurig wit rokje, met groene bloemen op tot net boven mijn knie. En een groen topje met in zilveren steentjes ‘BABE’ op. Mijn zilveren pumps maken het geheel af. Ik glimlach naar mijn spiegelbeeld en zie op mijn wekker dat het al 10 voor 7 is. Ik grijp mijn handtas en spurt de trap af. ‘Waar ga jij naartoe?’ vraagt Jelke verbaasd. ‘Iemand heeft me gevraagd voor te gaan eten.’ ‘Wie dan?’ Ik haal mijn schouders op en loop naar de deur. ‘Om 9uur thuis, we moeten nog ergens naartoe!’ Ik antwoord niet meer, maar heb het wel gehoord. Ik zou willen sneller stappen, maar mijn schoenen laten dat niet toe. Ik kijk om me heen en zie de kerkklok 19uur aanwijzen en de klokken beginnen te luiden. Gelukkig zie ik net de ingang van het park voor me opduiken. Ik ga naar de trappen en zie een envelop liggen met mijn naam erop. ‘kom naar het grasveld, onder de 3de lantaarnpaal vind je iets’ ik begin te stappen en kom aan de besproken plaats. Ik vind opnieuw een envelop. ‘Genoeg gespeeld, kijk rechts van je en kom naar de “tempel”¯ die je ziet. Daar vind je mij.’ Ik stap naar de “tempel”¯ en stap naar binnen. Ik zie kaarsjes, een deken, champagne, een mand met eten en stap erop af. Plots voel ik twee handen voor mijn ogen. Een zwoele stem fluistert in mijn oor ‘Wie is het?’ ik draai me om en kijk in de donkerbruine ogen van Tom. Een hele tijd sta ik met open mond te staren naar hem en vlieg hem daarna om de hals. ‘Hoe, wat, waarom, wanneer.. ?’ een hele vragenstroom spurt uit mijn mond. ‘shht, het is een verrassing, stel maar geen vragen’ ‘Je ziet er trouwens prachtig uit.’ Ik bloos en vlieg hem opnieuw om de hals. ‘Je bent zo lief voor mij.’ fluister ik. ‘Dat is omdat jij dat verdient.’ We gaan allebei op het deken zitten en Tom giet de champagne uit. ‘Wanneer moet je terug weg? Ik bedoel, weg uit België?’ vraag ik droevig. ‘Overmorgen, we gaan even terug naar Duitsland en daarna gaan we op reis, waarschijnlijk naar een redelijk verlaten eilandje.’ ‘Oh, dan zie ik je waarschijnlijk niet meer.’ Tranen vullen mijn ogen , maar ik verbied mijzelf om te wenen. Ik zie dat hij glimlacht. ‘Nee, daar vinden we wel iets op.’ knipoogt hij. Ik hoop het maar. We beginnen te eten, maar zitten al snel vol. Tom stelt zich recht en trekt mij ook recht. ‘Zin in een avondwandeling?’ ‘Ja, is goed.’ We laten alles achter en stappen tussen de bomen op zoek naar het paadje. ‘mijn schoenen gaan vuil zijn’ mompel ik en voor ik het weet lig ik in Tom’ armen. Ik schater het uit, als hij dan is gaat in mijn zij kietelen. ‘Stop, straks val ik nog!’ ‘ik zou je toch nooit laten vallen’ we zijn aan het paadje ‘je mag me nu wel los laten.’ lach ik en hij zet me neer en grijpt mijn hand. Zo lopen we verder, hand in hand door het park. Een koude wind komt opzetten en ik ril even, maar de wind gaat al snel terug liggen. We wandelen steeds maar rechtdoor en ik zie te laat dat we van het pad afwijken, ‘pas op!’ roep ik nog, maar het was te laat. Een luide plons laat me weten dat Tom in het water is gevallen. Ik schater het uit ‘Ja lach maar hoor!’ Ik blijf lachen en merk niet dat Tom plots mijn enkel grijpt en me mee het water in trekt. Ik gooi nog net op tijd mijn handtas op de rand en kom proestend terug boven water. ‘Jij, Jij oooh!’ gil ik naar Tom en begin water in zijn richting te gooien. Na een watergevecht klimmen we uit de vijver. Onze natte, koude kleren, plakken tegen ons lichaam. ‘Ik stap wel met je mee naar huis.’ lacht Tom. Mijn witte rokje wordt doorzichtig, maar dankzij de groene bloemen kan je niets zien. We wandelen het park uit en heel wat mensen kijken ons aan, wij lachen ons ziek. Als we thuis aankomen, trekt Jelke de deur open. ‘wat is er met jullie gebeurd?’ ze krijgt de slappe lach. ‘Het is zijn fout.’ lach ik. ‘Nee, echt niet!’ Ik nodig Tom uit binnen te komen en stuur hem naar de badkamer, zodat hij zich dan een beetje kan opfrissen. Ondertussen belt Jelke naar Bill om te vragen of hij naar hier wil komen en kleren wil mee brengen voor Tom. Ik ga naar mijn kamer en doe mijn natte kleren uit. Ik doe een andere bh en onderbroek aan en trek vlug een jeans en een t-shirt aan. Beneden gaat de bel en ik zie Jelke Bill knuffelen. ‘hey Bill.’ Hey, Lauren, hier de kleren voor Tom.’ ‘Dankje, ik breng ze even.’ Ik klop op de badkamerdeur en Tom opent ze. ‘Kom binnen.’ Ik stap binnen en geef hem de kleren. Ik wil terug buitenstappen, maar hij houdt me tegen. ‘Ik vond het zo leuk vandaag.’ Ik zie hem lichtjes rood worden. ‘Ik vond het ook heel leuk!’ Hij kijkt in mijn ogen en drukt een kus op mijn voorhoofd. Ik stap de badkamer uit en doe zacht de deur dicht. Beneden vertel ik alles aan Jelke en Bill. Ze lachen zich ziek. Tom komt beneden en ziet er terug min of meer deftig uit, maar hij blijft er prachtig uit zien. ‘Het is al half 10, wij moeten maar een keertje gaan.’ Opnieuw nemen we afscheid van hen. ‘Ga jij nu maar iets anders aandoen.’ lacht Jelke. Ik ga boven en neem mijn nieuw zwart jurkje, het heeft een blote rug en bandjes om mijn hals, het komt tot net boven mijn knie en heeft lichte glinsters. Ik doe er mijn rode pumps onder en doe een bijpassend rood halskettinkje aan. Ik steek mijn haar op en besluit geen make-up aan te doen, puur natuur. We vertrekken. Mijn dag was al perfect, kan hij nog beter worden?
Ik was ergens hier met lezen,
dus ik lees morgen verder.
Tot wat ik nu heb gelezen is het goed.
x Kirsten