Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » What the hell happend to me (afgerond) » Hoofdstuk 11: The wrong side of the truck

What the hell happend to me (afgerond)

5 maart 2012 - 11:41

3833

0

335



Hoofdstuk 11: The wrong side of the truck

Ik liep lekker door hartje Londen te shoppen toen ik het weer zag. In de volle drukte van de stad, zag ik het. De zwarte wolf, die ik ook al gezien had de vorige avond. In Het Nest was het weer even ouderwets gezellig als altijd. Mevrouw Wemel die was helemaal blij om ons weer te zien. Iedereen eigenlijk wel. Sirius en ik zaten te praten over kinderen. Hoeveel we er zouden willen hebben. We wilden zowieso een. Ik glimlachte niet meer en verstarde helemaal. 'Wat is er?' vroeg Ginny. 'De wolf, de zwarte wolf is er weer, je weet wel, die ene wolf die ik ook gezien had gisteravond toen ik met Sirius in bed lag', zei ik. 'En doen wat', giechelde Ginny. 'Haha, heel grappig, maar het is echt zo, de magische beveiliging in ons huis is afgezwakt, Perkamentus gaat het ook controleren, hij vertrouwt het ook niet', zei ik. 'En Sirius, wat vind hij ervan', zei Hermelien sirieus. 'Hij wil mij geloof ik niet geloven, misschien is hij bang', zei ik. 'Sirius en bang voor een wolf', zei Ginny. 'Ik weet niet of hij nou zo bang is voor die wolf, maar ik wel in elk geval. Het lijkt me een achtervolging, ik vertrouw het gewoon niet en nu zie ik hem al hier in hartje Londen', zei ik. Met hem bedoelde ik trouwens, de zwarte wolf. 'Anyway, ik vertrouw het gewoon niet, misschien is het een spion', zei ik. 'Dat zou kunnen natuurlijk', zei Ginny bedachtzaam. 'Zullen we teruggaan naar Het Nest?' vroeg ik. 'Waarom, we zijn er net', zei Ginny teleurgesteld. 'Ik ben niet meer in de stemming', zei ik. 'Tuurlijk gaan we terug, we hebben toch alles wat we nodig hebben', zei Hermelien begripvol. Hermelien was net ietsje begripvoller dan Ginny vond ik. Maar ja, dat is ook begrijpelijk, Ginny was nog veel jonger dan Hermelien en dus zorgelozer dan wij volwassenen, dus ik vond het verder niet erg dat ze zich geen zorgen maakte om een zwarte wolf. Maar Hermelien en ik waren al een stuk volwassener dus wij maakte ons wel zorgen.

We pakte de metro terug en ik zou zweren dat ik achtervolgd werd, ik had zo sterk het gevoel dat ik bijna wilde verschijnselen, maar van Perkamentus mocht ik dat niet, dan had ik kans op versprokkeling omdat ik nog geen ervaring had en dat het dus gevaarlijk was om zomaar te verdwijnselen en verschijnselen. Maar het was wel zo dat ik dan geen sporen achterliet. En als ik met de metro ging dan liet ik sowieso sporen achter, die kon ik zelf wel bedenken. Betaling van het kaartje bijvoorbeeld, daarop stond dan meteen wat je bestemming is. Het was meteen achterhaalbaar. Dat was het vervelende van het openbaar vervoer, alles is traceerbaar. 'Hai mevrouw Wemel', zei ik. 'Jij bent ook vroeg terug?' 'Waar zijn Ginny en Hermelien'. 'Die zijn nog verder gaan shoppen, ze hebben me alleen even afgezet', zei ik. 'Waarom ben je zo vroeg terug. Sirius is er nog niet', zei mevrouw Wemel. 'Is Perkamentus er?' vroeg ik. 'Nee ook niet, moet ik hem hierheen laten komen?' vroeg mevrouw Wemel zorgelijk. 'Nee, ik denk als hij er alleen toevallig is dan kan ik hem meteen weer zeggen dat ik de zwarte wolf weer heb gezien en dit keer in hartje Londen', zei ik. 'Oh jeetje, achtervolgt het je?' vroeg mevrouw Wemel sirieus. Mevrouw Wemel gelooft mij dus wel. Ik knikte. 'Ik geloof van wel, maar Sirius wil mij niet echt geloven geloof ik', zei ik en ik ging aan de houten tafel zitten. 'Ach, hij trekt vanzelf wel bij, hij heeft zo veel dark things meegemaakt dat hij gewoon geen zin heeft om weer naar de dark side te worden toegetrokken of achtervolgd', zei mevrouw Wemel. 'Dat snap ik wel', zei ik. 'Maar ik vind het ook moeilijk, ik heb telkens het gevoel alsof ik achtervolgd wordt, iets wat niet zo gek is, een tijdje geleden was ik nog het meisje van de voorspelling en volgens mij ben ik dat nog steeds en is dat niet veranderd', zei ik. 'Je bent niet voor niks zo fames als ik weet niet wat', zei mevrouw Wemel. Ik glimlachte. 'Heel fames', zei ik. 'Maar waar is Sirius?' 'Sirius is eh, ja weet ik eigenlijk niet, hij heeft niet gezegd waar hij heen ging', zei mevrouw Wemel. 'Nou ja, dat hoeft ook niet, ik wil hem niet het gevoel geven dat hij bij mij net zo opgesloten zit als in Azkaban', zei ik. 'Je bent hartstikkel lief, jij en Sirius, het is maar goed dat jullie getrouwd zijn, Sirius boft maar met jou', zei mevrouw Wemel. 'Het is andersom, ik bof met Sirius', zei ik. 'En daarom passen jullie zo goed bij elkaar, weet je dat ik gisteravond precies hetzelfde tegen Sirius zei aan de telefoon, hij zij het ook net als jij het hebt gezegd op dit moment', zei mevrouw Wemel. 'Mevrouw Wemel, ik ben zo gelukkig', zei ik. 'Dat kan ik me voorstellen, ben je blij dat je in deze demensie of parallel universum bent gebleven', zei mevrouw Wemel. 'Zielsblij, ik moet er niet aan denken om weer terug naar mijn ouders te moeten, die waren het er helemaal niet mee eens dat ik ging vertrekken en ze draaide het verhaal om, dat ik was weggelopen vanwege een drugsprobleem, ik heb helemaal geen drugsprobleem', zei ik. 'Hoogstends de liefdedrug', zei mevrouw Wemel lachend. 'Inderdaad, hoogstends de liefdesdrug, maar dat zijn mijn ouders nou en mijn broertje die schaamteloos werd voorgetrokken, mevrouw Wemel, ik ben dus zielsblij dat ik hier ben gebleven. Dat ik jullie heb, Sirius en nog meer mensen om me heen die om me geven. Mijn crew van Wicked bijvoorbeeld. Die zijn superaardig', zei ik. 'Ja ik hoorde het dat je in de musical Wicked zou spelen, ik kom zeker kijken', zei mevrouw Wemel. 'Dat zou heel veel voor me betekenen, iedereen is welkom, ik kijk of ik kaartjes kan regelen', zei ik. 'Nee, wij kopen gewoon kaartjes, zoals ieder ander, jij wordt er tenslotte ook voor betaald, dat geld kan je inwisselen voor tovenaarsgoud he, maar dat wist je al toch', zei mevrouw Wemel. 'Ja, dat wist ik al, daar ben ik heel blij mee hoor, maar ik vind dreuzelgeld ook geen probleem, dan kan ik daarmee lekker in Londen shoppen', zei ik. 'Dat is waar, maar denk je erom dat je niet te veel uitgeeft', zei mevrouw Wemel. 'Daar denk ik om', zei ik. 'Goed zo, oh volgens mij is Arthur weer thuis, heej was Droebel nog boos op je omdat je na een week weer van baan veranderde?' vroeg mevrouw Wemel. 'Nee hij was niet boos, integendeel hij vond het juist beter dat het meisje van de voorspelling, zoals hij het noemde, niet bij het Ministerie van Toverkunst ging werken', zei ik. 'Aha, nou fijn, dan heb je nu eindelijk je droombaan', zei mevrouw Wemel. 'Ja dat kan je wel zeggen', zei ik blij. 'Goed zo', zei meneer Wemel. 'Goedemiddag', zei ik beleefd. 'Goedemiddag Melina, sorry dat ik je niet eerder kon begroeten, maar ik moest vroeg naar werk vanmorgen, hai Molly', zei meneer Wemel en hij gaf zijn vrouw een zoen op haar wang. 'Melina en ik wilde net aan de lunch beginnen', zei mevrouw Wemel. 'Oh lekker ik sterf van de honger', zei meneer Wemel. 'En hoe komt dat', zei mevrouw Wemel. 'Omdat ik vannochtend niet had geontbijt', zei meneer Wemel vermoeid tegen zijn vrouw. Ik glimlachte. 'Ontbijt is het belangrijkste maal van de dag', zei ik wijs. 'Nog zo een', zei meneer Wemel. Mevrouw Wemel die gaf mij een klap op mijn schouder. Die was niet hard bedoeld, maar ik zakte door mijn knieen. 'Oops, sorry', zei mevrouw Wemel. 'Geeft niet', zei ik zwakjes. 'Volgens mij moet jij gewoon naar bed gaan, jij bent oververmoeid door stress, zet de zwarte wolf uit je hoofd', zei mevrouw Wemel. 'Ik ga maar inderdaad slapen, even bijkomen, al weet ik niet helemaal waarvan', zei ik. 'Zou ik tegen Sirius zeggen als hij komt dat jij naar bed bent', zei mevrouw Wemel. 'Hij kan gewoon binnenkomen hoor', zei ik. 'Oke, welterusten', zei mevrouw Wemel. 'Welterusten', zei ik en ik liep naar boven. Ik kwam Knijster weer tegen onderweg tegen, dat was een minpuntje, hij zat weer te mompelen in zichzelf, dingen die ik niet eens wist dat die bestonden. Ik was te moe om hem een mep te verkopen. Meesters vrouw is net zo'n bloedverraadster, verstond ik nog en dat probeerde ik te negeren. Ik plofte op bed en viel vrijwel meteen in slaap terwijl het buiten nog klaarlichte dag was.

Ik werd midden in de nacht wakker. Sirius was kennelijk rustig en zachtjes bij me komen liggen, ik had niet gemerkt dat hij erbij kwam. Ik stond op en trok mijn sloffen aan. Ik keek even naar Sirius en klom toen langzaam en zachtjes uit bed. Het was pikkendonker buiten. Ik ging op mijn sloffen naar buiten en ging op het terras zitten van de Wemels. Ron en Harry die waren kennelijk ook al lang naar bed en ik vond het heerlijk om even op mezelf te zijn. Ik snoof de buitenlucht goed op. Het was stil in Het Nest. Stiller dan ooit leek het wel. Ik deed mijn ogen dicht en toen weer open en toen zag ik het. De zwarte wolf was geen wolf meer. Het was een faunaat! Het was een duister persoon met een zwarte mantel aan. 'Melina Zwarts', sprak de persoon sissend. Ik deinsde achteruit. Ik viel bijna van mijn stoel. 'Ik wil alleen maar even met je praten, ik kon niet wachten om je te ontmoeten', siste de persoon. Zijn mantel ruisde over het pas gemaaide gras. Ik was nu echt bang en hield mijn toverstok zo zelfverzekerd mogelijk in de aanslag. Het was niet moeilijk om op een spreuk te komen. Ik bedacht dat ik die gast gewoon ging verstenen zodra hij dichter in de buurt bij mij kwam. Ik was toch niet gek, de zwarte wolf/ faunaat had me al de hele tijd achtervolgd. 'Ik heb je de hele tijd bestudeerd, jij bent interessant, het meisje van de voorspelling, Melina Zwarts', zei de man. 'En wie ben jij dan', zei ik en ik merkte tot mijn opluchting dat mijn stem niet trilde maar zelfverzekerd klonk. 'Ik ben Alberto Danszich', zei Alberto. 'Meneer Danszich ik ben niet geinteresseerd in u, ik kan je verzekeren dat u ook niet geinteresseerd hoeft te zijn in mij, ik leef nu een gewoon leven', zei ik. 'Dat is het hem', zei Alberto. 'Wat is het hem', zei ik verbaasd. 'Dat je NU een gewoon leven lijdt, terwijl je helemaal niet uit dit universum komt!' zei Alberto. 'En hoe weet u dat?' vroeg ik. 'Ik heb zo mijn bronnen, ik zei toch dat ik u bestudeerd heb', zei Alberto. 'Heel interessant en nu moet u toch opkrassen voordat ik de boel bij elkaar gil of u vervloek tot een vetvlek', zei ik dreigend. 'Ik ga zo weer weg don't wurry, maar wie zou jou nou geloven dat we hier een fatsoenlijk gesprek aan het voeren zijn', zei Alberto dreigend. Het was zijn beurt om dreigend over te komen. 'Ik geloof haar', zei Sirius die plotseling achter me stond. 'Melina meisje ik maakte me zorgen', zei hij. 'Oh nu pas', zei ik een beetje boos. Sirius keek me verbaasd aan maar zei niks. 'Ik eis dat u nu het pand verlaat voordat hier allemaal schouwers rondlopen en daarmee reken ik exschouwers er ook bij, ik hoop dat u een beetje bekend bent met Alastor Dolleman'. Alberto maakte een huiverend geluid en het was duidelijk dat hij die kende. 'Ik zou maar maken dat je weg komt', zei Sirius. 'Jawel meneer Zwarts', zei Alberto. Hij verdwijnselde meteen, maar nog wel met een grijns op zijn gezicht die een je-bent-nog-niet-van-me-af- gezicht trok. 'Wat was er nou?' vroeg Sirius verbaasd. 'Eerst wilde je me niet geloven en nu doe je alsof ik die man niet aan kon!' zei ik boos. 'Maar Melina dat was toch ook zo, je kon die gast toch ook niet aan?' zei Sirius. 'Dat mag dan wel zo zijn, maar dat liet ik niet zien en volgens die Alberto Danzich ook niet, hij deinsde namelijk wel achteruit toen ik mijn toverstok trok!' zei ik ietsje harder. 'Als jij denkt dat ik me geen zorgen maakte, dan heb je het mis, ik maakte me wel degelijk zorgen', zei Sirius schel. 'Nou liet dat dan blijken, ik kon wel wat steun gebruiken, ik dacht dat ik gek geworden was. Ik was blij dat Perkamentus me geloofde, maar het was fijn geweest als jij blijk had gegeven van steun. Ik had jou steun nodig Sirius', zei ik en ik liep boos weg. 'Melina, Melina wacht', zei Sirius. 'Ik denk dat je nu echt iets moet doen om het goed te maken, want zo makkelijk komt je er niet vanaf dit keer', zei ik en ik draaide me om en liep naar binnen en direct door naar boven. Ik was woest en ik viel ook woest in slaap Sirius negerend die over mijn wang streelde...

'Ze is boos op je Sirius, jij hebt haar niet gelooft terwijl Perkamentus dat wel deed en het bleek waar te zijn', zei mevrouw Wemel toen ze samen aan tafel zaten. 'Ik begrijp dat wel', zei ze. 'Vrouwen zijn soms echt moeilijk te begrijpen, dan denk je ze te helpen en dan is het weer mis, ik snap het soms echt niet, de ene keer zijn we aan het praten/ bezig over kinderen en de andere keer is ze weer heel star in dat soort dingen', zei Sirius. 'Sirius, dat klinkt alsof ze helemaal gek op je is, ze is gek op je, dat zie je toch meteen, jij moet alleen wat meer begrip tonen, je moet niet telkens de benen nemen als het wat te moeilijk wordt, iedereen zegt altijd dat het 1e jaar van het huwelijk het zwaarste jaar is en daarna is het alsof je pas getrouwd bent en dus gelukkig, het duurt niet forever zo', zei mevrouw Wemel. 'Bedankt voor de gratis raad, maar ik snap het nog steeds niet', zei Sirius. 'Sirius, je denkt dat jij het zwaar hebt gehad in Azkaban, begrijp me niet verkeerd, dat is ook zo, maar Melina heeft het ook niet bepaald lichtjes gehad in haar universum', zei mevrouw Wemel. 'Misschien is dat het, ze komt uit een ander universum en daarom gaat het een beetje moeizaam', zei Sirius. 'Sirius, je zit nou voor alles een excuus te verzinnen', zei mevrouw Wemel. 'Geniaal hoor', mompelde Sirius. 'Sirius wil je haar kwijt of wil je kinderen en kleinkinderen met haar', zei mevrouw Wemel streng. 'Het laatste natuurlijk', zei Sirius en hij keek naar zijn handen. 'Gedraag je dan als een normaal persoon en steun haar zoveel je kan, maak lieve en leuke kinderen met dezelfde kleur ogen en haar als jullie twee', zei mevrouw Wemel. 'Ja', zuchtte Sirius. 'Nou ga dan naar haar toe en zeg dat je er voor haar zou zijn vanaf nu, nee geen tegenspraak, je doet wat ik zeg, ik wil Melina niet ongelukkig zijn, jou ook niet, jullie zijn de perfecte match en ik ben de matchmaker', zei mevrouw Wemel. Sirius lachte. 'Wel een strenge matchmaker', zei Sirius. Mevrouw Wemel lachte ook. 'Go Sirius, maak haar blij, maak jezelf blij, beetje make it right seks doet wonderen', zei mevrouw Wemel. 'Molly', zei Sirius verbaasd en hij deed het bijna in zijn broek van het lachen.

Ik zat buiten op het terras samen met Hermelien, Ginny, Ron, Harry, Fred en George. 'Hoe is het met jullie knalvuurwerk en superslijmdozen of zoiets', zei ik overstappend over een ander onderwerp. Ik had hen net de ruzie verteld tussen Sirius en mij en over Alberto Danzich. Hermelien die was heel begripvol, net als Ginny. Maar nu had ik het gehad met dat onderwerp. Ik kon er niet meer tegen. En speak like the devil, daar kwam Sirius aan. Ik boog meteen met de koppen naar elkaar met Fred en George. 'We hebben spijbelsmuldozen uitgevonden, daarmee kan je ziek zijn wanneer je wilt, net lang genoeg om een uur verveling'... begon Fred. 'Melina, mag ik je even spreken?' vroeg Sirius. Ik keek naar Sirius. Ik was gevangen in zijn ogen. 'Ik eh'... begon Sirius. 'Het spijt me, ik had je moeten steunen vanaf het begin en zeker toen Perkamentus je ook geloofde en Molly, zei Sirius. Ik knikte. Dat is niet meer waar ik over in zit en het is goed, ik kan niet zonder je Sirius, begrijp je dat, jij bent mijn geliefde en iemand waar ik op kan bouwen. Ik snap het nu', zei Sirius. We omhelsde elkaar. 'Dan is het nu mijn beurt om iets te vertellen aan jou', zei ik. 'Ik ben nu wel heel nieuwsgierig', zei Sirius. 'Ik ben zwanger', fluisterde ik. 'Wat!' 'Echt waar!' zei Sirius. Ik knikte blij. 'Hoe eh, hoe lang weet je dit al?' vroeg Sirius blij. 'Sinds gisteravond, daarom was ik zo bang voor die Alberto Danzich, als hij mij zou vermoorden zou hij niet alleen mij vermoorden, maar ook het ongeboren kind', zei ik en ik begroef me in Sirius zijn trui. 'Je wordt een fantastische moeder', zei Sirius breed glimlachend. 'En jij wordt een fantastistische vader', zei ik. 'Wat is er aan de hand?' vroeg mevrouw Wemel toen ze ons zag knuffelen en zoenen. 'Ik ben zwanger', zei ik. 'Echt!' Wat fantastisch, zei mevrouw Wemel blij. Dit moet Arthur weten, mag ik het hem vertellen, zei mevrouw Wemel. Natuurlijk mag dat, zei ik blij. Sirius die schoof een beetje mijn shirt omhoog en kuste me op mijn blote buik. 'Heej, moet dat getortel hier?' vroeg George wanhopig. 'Dat jij nou geen vriendin hebt', zei Sirius grijnzend. 'Haha, heel grappig', zei George grijnzend. 'Dat betekent wel dat ze'... begon Fred uitdagend. Ik gaf Fred een stomp en Fred wilde vriendschappelijk terugstompen, maar Sirius hield hem tegen en bezwoer hem dat als hij dat nog een keer zou doen dat hij dan misschien terecht in Azkaban zou kunnen komen. Fred kon er alleen maar om lachen en dat vond ik wel lollig. Ik voelde me zo goed hier in dit universum of demensie wat het dan ook was. Dat ik mijzelf zou bezwoeren nooit meer terug te gaan naar waar ik vandaan kwam. Nou was ik natuurlijk wel nieuwsgierig naar wat daar zich afspeelde en daar had Perkamentus een trucje voor. Hij kon verschijnselen in een andere demensie of parallel universum. Iets wat voor mij onmogelijk was omdat ik nog niet eens gewoon kon verschijnselen. Iets wat ik trouwens wel van plan was om te leren. Het was een hel om te verschijnselen en verdwijnselen. Letterlijk. Je wist niet echt precies waar je je bevond, maar je moest gewoon de bestemming in je hoofd zeggen en dan was je er binnen een bepaalde seconde, maar als je dan iets anders zou denken per ongeluk dan kon je jezelf nog wel eens versprokkelen. Dus dat was heel riskant voor mij aangezien in alleen maar aan Sirius dacht of aan het nog ongeboren kind in mijn buik. Het zou een beetje onmogelijk zijn om in mijn eigen buik te verschijnselen. Dat had Perkamentus ook al gezegd, maar hij vond het toch niet zo'n goed idee dat ik nu ging verschijnselen, zwanger en wel. Het zou niet zo leuk zijn dat ik moest overgeven bijvoorbeeld en mijn placenta of zoiets eruit zou kotsen. Perkamentus die had geen verstand van baby's, omdat hij er nooit zelf eentje heeft gehad. Dus wilde hij het zekere voor het onzekere nemen. 'Is Perkamentus er?' vroeg ik aan mevrouw Wemel. 'Ja hij is er en hij is op zoek naar jou, daarom kwam ik eigenlijk buiten, sorry ik was even afgeleid', zei mevrouw Wemel. 'Is geen probleem, waar kan ik hem vinden?' vroeg ik. 'Gewoon in de woonkamer liefje', zei mevrouw Wemel. 'Oke, bedankt mevrouw Wemel'. 'You're welcome, hoe vaak moet ik zeggen dat je gewoon je en jij mag zeggen of Molly', zei mevrouw Wemel. O'ke mevrouw Wemel, Molly', zei ik vlug. 'Ik ben je getuigen geweest, het minste wat ik kan doen is dat je me kan benoemen met je, jij of Molly', zei mevrouw Wemel. 'Sirius, zometeen boven', zei ik met een knipoog en hij keek vrolijker dan ik hem in tijden heb zien doen.

'Goedenmiddag professor Perkamentus'. 'Albus voor jou gewoon Albus, je en jij, je bent ouder dan de meeste en bovenal, je bent mijn leerlinge, helaas trouwens, nooit geweest', zei Perkamentus. 'Oke, Albus dan, je hebt zeker net het gesprek gehoord tussen Molly en mij', zei ik lachend. 'Geloof het of niet, nee', zei Perkamentus. Ik geloofde hem. Het was gewoon toeval. 'Volgens Molly had jij een klein vraagje of verzoek', zei Perkamentus. 'Inderdaad', zei ik. 'Eh eens even kijken, ik had een vraagje, kan jij me naar mijn universum begeleiden, ik kan tenslotte niet verdwijnselen of verschijnselen. Ik moet gewoon zien hoe mijn moeder nu is, niet dat ze nog steeds mijn moeder is, maar gewoon, ik geloof dat ik ze toch niet helemaal uit mijn hoofd kan zetten', zei ik. 'Ik snap het, familie blijft toch familie, of je het nou wilt of niet. Het is natuurlijk mogelijk dat ik je naar jou universum begeleid, maar dat durf ik nu niet aan met je, gezien je zwanger bent', zei Perkamentus met een scheef oog naar mijn buik kijkend. Daar was nog niets te zien natuurlijk, ik was nog zo plat als een dubbeltje. 'Vreemd hoor, dat vrouwen een levend wezentje in hun buik hebben', sprak hij binnensmonds. 'Pardon?' vroeg ik vriendelijk. 'Nee ik zat er zo over te denken en ik dacht toen, waarom zouden mannen dat niet kunnen doen!' zei Perkamentus. 'Ik heb werkelijk geen idee, dan zijn vrouwen misschien niet meer van nut op de planeet en dan kunnen mannen zich met mannen voortplanten of zoiets. Vrouwen hebben nu wel degelijk nut. De man kan niet voortplanten zonder de vrouw en andersom ook niet', zei ik alsof ik het heel goed wist. 'Intrigerend', zei Perkamentus. Ik lachte. Dit was werkelijk een gesprek dat nergens op sloeg. Ik vond het wel lachwekkend. Ik moest me inhouden om niet in lachen uit te barsten. Eigenlijk zouden we dit gesprek moeten opnemen, dan zou je zelf ook kunnen horen hoe belachelijk het klonk. Het was gewoon heel erg lachwekkend. 'Anyway een zwangerschap duurt toch 9 maanden?' vroeg Perkamentus. Ik knikte. 'Hoogstwaarschijnlijk wel ja, het kan soms korter zijn en soms langer zijn', zei ik. 'Hoe weet je dat?' vroeg Perkamentus. 'Ik heb me ooit verdiept in de zwangerschap', zei ik ter waarheid. 'Oh, aha, anyway, sterkte en veel plezier met alles', zei Perkemantus. 'Dankjewel voor de informatie', zei ik. 'Een fijne dag verder dan', zei Perkamentus. 'U ook', zei ik. Ik liep weer naar de tuin waar Sirius met Fred en George aan het stoeien was over het gras. Ik lachte. Ook dat zag er werkelijk belachelijk uit...


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.